Wat is economie?
De wetenschap die zich bezighoudt met de mens en in zijn streven naar welvaart.
De relatie tussen vraag/aanbod en prijs.
Welvaart:
Het beschikken over goederen en diensten voor de bevrediging van behoeften.
Behoeften zijn oneindig, de middelen kunnen wel beperkt of schaars zijn.
Schaarste:
Als er ergens een grote vraag naar is maar een beperkt aantal middelen is er een schaarse op dat
product. Dit leidt tot economische handel en prijsstijging.
Bedrijfsomgeving:
De werkelijkheid die invloed heeft op het gedrag van een bedrijf.
,Absolute en relatieve getallen
Stel het aantal verkochte huizen per maand is 1.000 tegen een gemiddelde prijs €375.000
Omzet = Aantal x prijs en mutatie: (nieuw - oud) / oud x 100%
Absolute getallen: cijfers die op zichzelf staan
Relatieve getallen: cijfers die in relatie staan tot elkaar. Bijv procenten en jaartallen.
Nominale en reële stijging
Nominale verandering = de waarde stijging / daling
Volume verandering = de reële stijging / daling van de aantallen
Meso- en micro-economie:
De onderdelen meso en micro economie bestuderen de kenmerken van markten en bedrijfstakken
waarmee ondernemingen te maken hebben, de vraag naar goederen en het aanbod ervan, en de
veranderingen die plaatsvinden in de vraag en aanbod als de prijzen veranderen.
Macro-economie:
Het onderdeel macro-economie geeft een beschrijving en analyse van allerlei verschijnselen voor een
heel land. Het gaat bijvoorbeeld over de totale consumptie, de investering van alle bedrijven, en de
import en export van de bedrijven en de overheid van dat land.
Monetaire economie:
De monetaire economie houdt zich bezig met het verschijnsel geld en de rol van banken in de
economie. De omvang van de kredietverlening en de hoogte van de rente zijn variabelen die men
vanuit de monetaire economie tracht te verklaren.
Internationale economische betrekkingen:
Het onderdeel internationale economische betrekkingen bestudeert de buitenlandse handel van
landen, de internationale kapitaalstromen en de monetaire betrekkingen tussen landen.
, Algemeen economische en bedrijfseconomische variabelen
Arbeidsproductiviteit: bbp = Av x ap
Bbp: bruto binnenlands product
Av: de vraag naar arbeidskrachten, het aantal werknemers of de totale werkgelegenheid
ap: arbeidsproductiviteit, de productie per eenheid per arbeid per tijdseenheid
De totale loonsom: L = Lwn x Av
L: de totale loonsom
Lwn: de loonsom per werknemer
Av: de hoeveelheid werknemers
Loonkosten per eenheid product: LKp.e.p. = Lwn / ap
LKp.e.p.: loonkosten per eenheid product
Lwn: loon per werknemer
ap: arbeidsproductiviteit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 485208. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.43. You're not tied to anything after your purchase.