1. Diagnose
Om tot een diagnose te komen, krijgt men in het ziekenhuis diverse onderzoeken.
Een onderzoek daarvan is: urinecytologie. Bij dit onderzoekt bekijkt een patholoog de urine
onder een microscoop om te kijken of er kwaadaardige cellen in zitten.
Aanvullende onderzoeken kunnen zijn een CT-scan, MRI-scan of een PET-CT-scan.
Tumoren van de blaas kunnen zowel goedaardig als kwaadaardig zijn. In verreweg de meeste
gevallen is er echter sprake van een kwaadaardige tumor, dus van kanker. Tumoren moeten
altijd worden verwijderd. Als dit niet tijdig gebeurt, kan de tumor namelijk groter worden en
bloedingen gaan veroorzaken. Om de juiste diagnose te kunnen stellen, is pathologisch
onderzoek nodig. Om het weefsel van de tumor of afwijking in de blaas te kunnen
onderzoeken, wordt een cystoscopie
(kijkoperatie) via de urethra uitgevoerd.
Hiermee wordt bekeken of er afwijkingen zitten
in de urethra of blaasholte. Als er een afwijking
wordt gevonden dan krijgt iemand een
transurethrale resectie van de tumor (TURT).
Hiermee wordt door de arts vastgesteld wat
voor soort tumor iemand heeft: niet-
spierinvasief of spierinvasief.
Zit de tumor alleen in het slijmvliesweefsel en eventueel in de bindweefsellaag van de blaas,
dan is de tumor niet-spierinvasief. Dit is de meest voorkomende vorm van blaaskanker en
noemen we een oppervlakkige blaastumor. Is de tumor doorgegroeid in de spierlaag van de
blaaswand, dan is de tumor spierinvasief. Deze vorm komt minder vaak voor, maar geeft wel
kans op uitzaaiingen. Heeft iemand een spierinvasieve tumor, dan zijn nog extra
onderzoeken nodig, bijvoorbeeld bloedprikken en/of urine onderzoek, om vast te stellen of
er uitzaaiingen zijn. Met een echografie kan de arts via geluidsgolven zien wat er in de
buikholte zit. Een echo is een weinig-belastende manier om een grote tumor te detecteren
in de nieren of de blaas. Dan wordt ook duidelijk welke behandelingen het beste bij iemand
passen. Het kan daarom een paar weken duren voordat iemand weet waar hij/zij aan toe is.
2. Oorzaak
De oorzaak van blaaskanker is niet echt bekend. Wel zijn factoren bekend die het risico op
blaaskanker verhogen. De belangrijkste factor is roken. 30 – 40% van de mensen met
blaaskanker hebben de ziekte gekregen doordat zij rookten. Rokers hebben ongeveer 3 keer
zoveel kans op blaaskanker dan niet-rokers.
Ook mensen die veel in aanraking zijn geweest met bepaalde giftige stoffen hebben een
groter risico op blaaskanker. Het gaat dan vooral om stoffen als aromatische aminen. Ze
werden veel gebruikt in de textiel-, plastic-, kleurstoffen- en rubberindustrie. Tegenwoordig
gebruiken deze industrieën minder giftige stoffen.
, Bij zowel roken als blootstelling aan giftige stoffen, komen er schadelijke stoffen in de urine
terecht. Dat gebeurt via het bloed en de nieren. Deze schadelijke stoffen kunnen zorgen voor
irritatie van de blaaswand. Die irritatie speelt waarschijnlijk een rol bij het ontstaan van
blaaskanker. Ook chronische irritatie van de blaas kan waarschijnlijk tot blaaskanker leiden.
Chronische irritatie kan bijvoorbeeld ontstaan door chronische urineweginfecties of door
nier- en blaasstenen.
3. Pathofysiologie
De blaas slaat tijdelijke urine op, welke in de nieren continu wordt geproduceerd. De urine
stroomt via de urineleiders naar de blaas. Bij het opslaan van urine wordt de blaas opgerekt
totdat het via de plasbuis wordt uit geplast.
De blaas bestaat uit de blaasspier en 2 sluitspieren.
De binnenkant van de blaas is bekleed met
slijmvlies. Bij mannen zit de interne sluitspier in de
blaashals en de externe sluitspier in de plasbuis.
Deze 2 sluitspieren zorgen er automatisch voor dat
de blaas dicht blijft. Als de blaas op een gegeven
moment “vol” raakt, gaat een prikkel naar de
hersenen. Zodra we willen beginnen met plassen,
krijgen alle 3 de spieren een seintje. De blaasspier
spant zich aan en de in- en uitwendige sluitspier
ontspannen zodat de urine wordt uit geplast.
Een gezond persoon die voldoende drinkt moet ongeveer zes tot acht keer per dag naar het
toilet om te plassen. Als een gezonde blaas met 150ml tot 200ml gevuld is, ontstaat er
aandrang om te plassen. Gemiddeld plast men eens in de 3 à 4 uur.
Urine is een afvalproduct dat verschillende agressieve bestanddelen bevat. Omdat urine
langere tijd in de blaas zit, is de blaaswand bedekt met een beschermende laag. Deze laag
noemen we de GAG-laag (glycosaminoglycaan laag).
De GAG-laag vormt een barrière en verhindert dat irriterende stoffen, micro organismen,
kristallen en andere in de urine aanwezige schadelijke stoffen in direct contact komen met
de blaaswand en de blaasspier. Een intacte GAG-laag verhindert ook dat bepaalde bacteriën
zich aan de blaaswand kunnen hechten en zo een bacteriële urineweginfectie kunnen
veroorzaken.
4. Symptomen
Het meest voorkomende symptoom bij blaaskanker is hematurie (bloed in de urine). De
belangrijkste oorzaak van bloed in de urine is een ontsteking van de urinewegen. Het kan
ook een symptoom zijn van nierstenen, nier- en prostaatziekten en
bloedstollingsstoornissen, of na een ongeval wijzen op een nier- of blaasletsel. Andere
klachten kunnen zijn: algurie (pijn bij het plassen) en polyurie (vaak moeten plassen).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lejohn1991. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.