Samenvatting Materieel Strafrecht literatuur, hoorcolleges en werkgroepen jaar 2 Rechtsgeleerdheid Universiteit Leiden ()
43 views 3 purchases
Course
Materieel Strafrecht (22014012)
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Ik heb het vak materieel strafrecht in een keer afgerond met een 8. Hiervoor heb ik deze samenvatting gebruikt in combinatie met de samenvatting van jurisprudentie, het overzicht van de jurisprudentie en het overzicht van de voorgeschreven artikelen.
Week 1
Het formele strafrecht is dienstig aan het materiële strafrecht in die zin dat het formele strafrecht de
spelregels vaststelt voor het beantwoorden van de aansprakelijkheidsvraag via het materiële
strafrecht.
Bronnen van materieel strafrecht:
- Verdragen;
- Supranationaal recht;
- Wet:
o Commune strafrecht (Sr & Sv);
o Bijzonder strafrecht (overig);
- Rechtspraak:
o Nationaal;
o Internationaal.
Voorwaarden voor een strafbaar feit:
1. Het moet gaan om een menselijke gedraging;
Gedraging kan zowel bestaan uit handelen als nalaten. ‘Gedraging’ impliceert een wil. Onderscheid:
- Formeel omschreven delict: de gedraging op zich is strafbaar gesteld;
- Materieel omschreven delict: het bewerkstelligen van een bepaald gevolg is strafbaar gesteld
(causaal verband).
2. Die past binnen een wettelijke delictsomschrijving (1 Sr);
3. Die wederrechtelijk is (vervalt bij rechtvaardigingsgrond);
4. En aan de schuld van de verdachte te wijten is (vervalt bij schulduitsluitingsgrond).
De laatste twee voorwaarden noemt men ook wel de algemene voorwaarden voor strafbaarheid of
elementen. Als aan voorwaarden 1 en 2 is voldaan, wordt verondersteld dat ook aan 3 en 4 is
voldaan (de leer van het materiële feit).
Onderscheid:
- Misdrijf;
Opzet of schuld is als bestanddeel vereist.
- Overtreding;
- Commune delict: wordt strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht;
- Delict uit bijzondere wetgeving;
- Gevaarzettingsdelict: het veroorzaken van een gevaar voor een in een bepaalde
delictsomschrijving beschermd rechtsgoed wordt strafbaar gesteld:
o Concreet: het gevaar heeft zich in concrete voorgedaan;
o Abstract: er bestaat een wettelijk vermoeden dat bepaalde gedragingen voor een
bepaald beschermd rechtsgoed algemeen gevaarlijk zijn;
- Krenkingsdelict: de daadwerkelijke krenking van een rechtsgoed wordt strafbaar gesteld;
- Formele delicten: voor strafbaarheid is een bepaalde handeling voldoende (dus niet het
intreden van een gevolg), dit zijn veelal gevaarzettingsdelicten.
- Materiële delicten: het gevolg staat centraal en de gedraging die daartoe heeft geleid, dit zijn
veelal krenkingsdelicten.
- Algemene delicten: kunnen door eenieder worden gepleegd;
1
, -Kwaliteitsdelicten: sommige delictsomschrijvingen richten zich tot personen met een
bepaalde hoedanigheid.
Een kwaliteitsdelict kan wel worden medegepleegd door iemand zonder de desbetreffende kwaliteit.
- Commissiedelicten: strafbare feiten die door handelen worden begaan;
- Omissiedelict: strafbare feiten die door nalaten worden begaan.
Sommige commissiedelicten kunnen ook door nalaten worden begaan, een oneigenlijk omissiedelict.
Rechtsmacht van een staat: het bereik dat een staat aan een strafwet heeft gegeven. In Nederland
gaat het om de bevoegdheid die de staat zichzelf geeft om de Nederlandse strafwet toe te passen.
Rechtsmacht is een voorwaarde voor aansprakelijkheid. Beginselen waarop een staat de rechtsmacht
kan baseren:
- 2 Sr: territorialiteitsbeginsel;
- 4 Sr: beschermingsbeginsel;
- 5 Sr: passief personaliteitsbeginsel;
- 7 Sr: actief personaliteitsbeginsel.
8b en 8c Sr hebben betrekking op de afgeleide rechtsmacht. Nederland treedt dan als het ware op als
zaakwaarnemer voor belangen van een andere staat, door tot vervolging over te gaan en daarvoor
diens rechtsmacht te gebruiken. Op grond van het universaliteitsbeginsel kunnen personen die een
misdrijf hebben begaan die verder geen enkele band met een staat hebben toch door die staat
worden vervolgd. Het gaat daarbij om misdrijven die door de internationale gemeenschap als
buitengewoon ernstig beschouwd worden.
Beslissingsmodel van 348 en 350 Sv
Artikelen:
- 348 Sv formele of procedurele voorvragen;
- 350 Sv de materiële of inhoudelijke hoofdvragen;
- 349 lid 1 Sv einduitspraken op formele vragen;
- 352 Sv einduitspraken op materiële hoofdvragen.
Voorvragen:
a. Is de dagvaarding
geldig (inclusief
tenlastelegging)?
Zo niet: de dagvaarding is
nietig;
b. Is de rechter
bevoegd?
Zo niet: de rechter is
onbevoegd;
Als de rechter blijft hangen bij de voorvragen, is er nog niet over het feit beslist. Dit betekent dat de
zaak nog een keer vervolgd mag worden en dit niet in strijd is met 68 Sr. De mogelijkheid bestaat ook
dat de rechter vrijwel direct na het uitroepen van de zaak een onderzoek instelt naar de voorvragen
(283 Sv). Dit verzoek kan ook door de raadsman of de verdachte worden gedaan (331 Sv). Dit
noemen we preliminaire verweren.
Geldigheid van de dagvaarding
Het rechtsgeding neemt een aanvang wanneer de OvJ dagvaardt (258 lid 1 Sv). Functies van de
dagvaarding:
1. De dagvaarding duidt de persoon van de verdachte aan, door zijn naam
persoonsaanduidingsfunctie
2
, 2. De dagvaarding roept de verdachte op om op een bepaalde datum voor de rechter de
verschijnen oproepingsfunctie
3. De dagvaarding deelt de verdachte mee dat hij bepaalde rechten heeft en informeert hem
over diverse processuele mogelijkheden informatiefunctie
4. De dagvaarding brengt de verdachte op de hoogte van datgene waar hij van beschuldigd
wordt (tenlastelegging) beschuldigingsfunctie
De dagvaarding is nietig als zij in een van de functies grovelijk tekortschiet. Kennelijke
verschrijvingen, evidente vergissingen of grammaticale dan wel spelfouten tellen niet mee. De
rechter mag dit negeren en verbeterd lezen. Beslissend is dat voor de verdachte en rechter duidelijk
is wie in de dagvaarding wordt bedoeld. Afwezigheid van juridische informatie zal veelal tot schorsing
leiden. Een andere reden voor nietigheid is het verkeerd betekend zijn van de dagvaarding en
onduidelijk omtrent de vraag voor welk feit de verdachte terechtstaat. De dagvaarding is nietig als:
- Die vermelding wanneer de verdachte moet verschijnen ontbreekt dan wel onbegrijpelijk is;
- De verdachte niet ter zitting verschijnt; en
- Ook overigens niet is gebleken dat de verdachte ervan op de hoogte is wanneer hij precies
voor de rechter moet verschijnen.
De voorschriften over hoe de dagvaarding ter kennis moet worden gebracht aan de verdachte staan
in 585 Sv. De dagvaarding moet betekend worden (586 lid 1 Sv). Twee mogelijkheden:
1. Geen gehoor, wel verschenen;
Een incorrecte betekening wordt voor gedekt gehouden.
2. Geen gehoor, niet verschenen.
Onderzoek naar de vraag of de dagvaarding op de correcte wijze ter kennis is gebracht (278 lid 1 Sv).
De minimumvereiste van de tenlastelegging zijn te vinden in 261 lid 1 Sv:
- De opgave van een feit;
- Tijd;
- Plaats;
- Wettelijke voorschriften.
De tijd en plaats moeten altijd worden genoemd, maar het is niet vereist dat deze juist zijn.
Grondslagleer: de grondslag voor de terechtzitting is de tenlastelegging
Wijzigen van de tenlastelegging kan door de Wet Vormverzuimen na het requisitoir en eventueel in
hoger beroep. Wijzigingen die tot gevolg zouden hebben dat de tenlastelegging niet langer het oog
heeft op hetzelfde feit in de zin van 68 Sr zijn verboden (313 lid 2 Sv).
Soorten tenlastelegging:
1. Enkelvoudige tenlastelegging;
2. Cumulatieve tenlastelegging;
Dit is een optelsom van afzonderlijke feiten die aan de verdachte ten laste worden gelegd. Als er een
feit is bestaande uit meer feiten, dan is er sprake van een situatie van eendaadse samenloop.
3. Primair/subsidiaire tenlastelegging.
Bevoegdheid van de rechter
De rechter is onbevoegd indien de zaak bij het verkeerde type rechter (absolute competentie) en/of
de rechter in de verkeerde plaats (relatieve competentie) is aangebracht.
- Absolute competentie;
Soms is verwijzing naar de juiste rechter binnen hetzelfde gerecht mogelijk (Wet op de Rechterlijke
Organisatie). De rechtbanken nemen kennis van alle strafzaken (45 RO). Het OM heeft de
mogelijkheid een zaak die tot de bevoegdheid van de meervoudige kamer hoort, bij de politierechter
(1 kamer) aan te brengen (368 Sv). De politierechter mag alleen straffen van maximaal 1 jaar
3
, opleggen (368 en 369 lid 1 Sv). De kantonrechter doet uitspraak inzake overtredingen (382 lid 1 sub b
Sv). Zij oordeelt ook over meerderjarige stroperij (382 lid 1 sub a Sv).
- Relatieve competentie.
De plaats van de tenlastelegging gaat boven de plaats waar het zich daadwerkelijk heeft afgespeeld.
2 lid 1 Sv:
1. Het rechtsgebied waar het feit is begaan.
2. Het rechtsgebied waar de verdachte woont of verblijft.
3. Het rechtsgebied waar de verdachte zich bevindt.
4. Het rechtsgebied waar de verdachte het laatst woonde of verbleef.
5. Het rechtsgebied waar tegen de verdachte al een vervolging aanhangig is.
6. Het rechtsgebied dat grenst aan de zee of de rechter de Amsterdam, indien het feit op zee is
gepleegd.
7. De rechter te Amsterdam, Oost-Brabant, Overijssel en Rotterdam, als het landelijk parket
met de vervolging is belast.
De OM kan de zaak aanbrengen bij een rechter naar keuze. Als een vervolging wordt ingesteld op 2
plaatsen, doet deze volgorde er pas toe.
Ontvankelijkheid van het OM
Het OM is niet-ontvankelijk in de vervolging als het nog niet, niet of niet meer een recht tot
strafvervolging heeft. Er wordt gekeken naar het feitelijke gebeurde en niet naar de tenlastelegging.
Wettelijke redenen:
a. Nederland heeft geen rechtsmacht omdat het Nederlandse strafrecht niet van toepassing is
op daad en/of dader (2-8c Sr);
b. De verdachte is overleden (69 Sr);
c. Het feit is verjaard (70 Sr);
d. Over het feit is reeds beslist of voor dit feit is een strafbeschikking uitgevaardigd (68 Sr);
e. Er is geen klacht ingediend, terwijl het delict in het algemeen of in bijzondere gevallen alleen
na een klacht vervolgbaar is;
f. De verdachte was nog geen 12 jaar oud toen hij het feit beging (486 Sv);
a. Het uitbrengen van een kennisgeving van niet verdere vervolging (255 lid 1 Sv);
b. De buitenvervolgingstelling (262 lid 2 Sv);
c. De verklaring dat de zaak is geëindigd (36 Sv);
d. De weigering van de OvJ een getuige te dagvaarden of op te roepen die niet als bedreigde
getuige is erkend (349 lid 3 Sv).
Op ernstige vormverzuimen staat de sanctie van niet-ontvankelijkheid van het OM (359a Sv).
Beginselen van behoorlijke procesorde:
1. Vertrouwensbeginsel;
Door de overheid gewekte verwachtingen moeten in redelijkheid worden gehonoreerd, tenzij
zwaarwichtige belangen zich daartegen verzetten. Als overtredingen jarenlang zijn gedoogd en nu
opeens wel worden vervolgd, wordt dit beginsel ook geschonden.
2. Gelijkheidsbeginsel;
Vergelijkbare gevallen moeten gelijk worden behandeld.
3. Beginsel van zuiverheid van oogmerk – détournement de pouvoir;
De bevoegdheid mag niet worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze gegeven is.
4. Beginsel van redelijke en billijke belangenafweging;
Het OM moet diverse belangen behoorlijk tegen elkaar afwegen.
5. Restcategorie (jurisprudentie).
Na niet-ontvankelijkheid is er geen recht tot strafvervolging meer.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Julietmaaike. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.44. You're not tied to anything after your purchase.