- Kijk na of je alle pagina's hebt (10 pagina's recto-verso op A5 formaat, 1 multiple choice
antwoordblad).
- Het examen bestaat uit 50 meerkeuzevragen. [in dit voorbeeldexamen zijn er slechts 35 vragen]
Onder de vraag worden telkens vier mogelijke antwoorden gegeven. Slechts één antwoord is
correct en dat moet je aanduiden. Indien je het juiste antwoord aangeduid hebt, krijg je 1 punt bij;
bij een foutief antwoord wordt 1/3 punt afgetrokken (dit betekent dat het gemiddeld niet gunstig is
om zomaar lukraak te antwoorden, maar het is gemiddeld wel gunstig om toch te antwoorden als
je misschien niet zeker bent wat het juiste antwoord is, maar toch al wel zeker bent van 1 of 2 van
de andere antwoorden dat ze verkeerd zijn).
Gebruik de vragenlijst om eventueel voorlopige antwoorden aan te duiden. Als je zeker bent van
de antwoorden, duid ze dan aan op het losse multiple-choice antwoordblad.
Duid het juiste antwoord aan door het bolletje volledig te kleuren; indien je achteraf je antwoord
wil aanpassen, zet dan een duidelijk kruis over het reeds gekleurde bolletje en vul het juiste
bolletje in. Onduidelijk beantwoorde vragen worden beschouwd als niet-beantwoorde vragen en
leveren dus geen positieve of negatieve punten op. Gebruik van potlood, correctorvloeistof of
correctorstiften is NIET toegestaan op dit antwoordblad. Er zijn 50 vragen, laat de overblijvende
bolletjes gewoon open..
Het antwoordblad wordt automatisch verbeterd. Schrijf uw naam en rolnummer daarom duidelijk
in hoofdletters, één letter per vakje. Let o.a. op het volgende:
- schrijf het getal één met een haakje: niet maar
- schrijf het getal zeven met een horizontaal streepje: niet maar
- schrijf de hoofdletter I zonder puntje of bolletje erboven: niet maar
- De vragen waar een afbeelding gebruikt wordt, worden ook een aantal keren geprojecteerd in de
aula, zodat je de afbeelding in kleur kan zien (telkens gedurende 1 minuut per vraag).
- Wie klaar is geeft het volledige examenpakket af en verlaat het auditorium, ten laatste om 11u.
1. Welk organisme bevindt zich hier tussen rode bloedcellen ?
a. Miracidiumlarve van Fasciola hepatica
b. Trypanosoma sp.
c. Cercarialarve van Schistosoma mansoni
d. Cysticercuslarve van Taenia solium.
2. Hoe noemen we de vinnen bij de haai waarvan er één is aangeduid met een pijl ?
a. pelvische vinnen
b. pectorale vinnen
c. dorsale vinnen
d. staartvinnen
3. D.m.v. welk zintuig kunnen Mollusca hun ruimtelijke oriëntatie waarnemen?
a. Een tympanum.
b. Een statocyst.
c. Een orgaan van Haller
d. Een sensillum campaniformium.
pagina 2 van 10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller diergeneeskundemasterstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.92. You're not tied to anything after your purchase.