100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting cursus Immunopathologie $4.77
Add to cart

Summary

Samenvatting cursus Immunopathologie

 32 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting cursus immunopathologie academiejaar . Cursus van Artesis Plantijn Hogeschool. Studierichting Medische laboratoriumtechnologie. Cursus omvat illustraties van de orginele cursus.

Preview 4 out of 88  pages

  • February 6, 2022
  • 88
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Immunopathologie 3MLT



Immunopathologie
1. Herhaling Immunologie
Begrippen:

Infectie = binnendringen van MO (expon. Vermenigvul.) en schade aanrichten

Besmetting1 = overbrengen van ziektekiemen, contaminatie is niet altijd een infectie,
hangt van uw eigen immuunsysteem af.

Virulentie = aanvalskracht van MO

Immuniteit = weerstand van gastheer

Ontsteking = reactie van het lichaam op infectie

Kenmerken: dolor (pijn), calor (warmte), rubor (roodheid), tumor (opzwelling)

Verschillende fronten

1e front (fys, che, bio) + 2e front (ontsteking, koorts, acute fase) = aspecifiek

3e front ( humorale IgG en cytokines en cellulaire aanval T en NK cellen) = specifiek

Ontstekingsreactie:

huid toch doorbroken invaderen de MO  complex proces  te beletten te
vermenigvuldigen  pyrogene stoffen vrij  hersenen koortscentrum te stimuleren
 temperatuursverhoging is

De neutrofielen, macrofagen en dendritische  fagocytose  cytokinen vrij (IL en
TNF)  vasodilatie,  bloedvat zet uit  roodheid en Temp hoog

Verhoogde capillaire permeabiliteit  influx van vloeistof  zwelling

Cytokinen  stimulatie fagocyterende cellen  secretie lytische enzymen en
cytokinen  zenuwuiteinden stimuleren  ‘pijn’  Locale ophoping van dode
cellen en vloeistof geeft pus of etter.

Acute fase  macrofagen en dendritische cellen  IL, TNF  reacties in de lever  APP’s

 CRP = C-reactief proteïne  tegen C-polysaccharide van pneumokokken
 SAA = serum amyloid A
 Haptoglobine = recuperatie van ijzer uit hemoglobine naar opslag in lever
 Mannose bindend eiwit  activering van complement




Complement factoren
1
Een operatiemes kan wel besmet zijn, maar niet geïnfecteerd; een mens kan zowel besmet als geïnfecteerd zijn.

,Immunopathologie 3MLT


= 20 inactieve eiwitten in bloed  cascade van reacties  3: klassiek, alternatief of
lectine-weg

+ immuunglobulines (specifieke verweer)  complete beschermende respons

Vorming van MAC, membrane attack complex  MO geperforeerd en sterven af

Activering; niet specifieke verweer. 2 manieren van activatie

1. Alternatief: herkennen van
celoppervlakte structuren
2. Mannan-bindende lectine: binden met
koolhydraten, bijvoorbeeld sommige
MO bevatten mannose verbindingen
(candida albicans)

Klassieke pathway: Ag-AL binding




Cellen van het immuunsysteem
Pluripotente hematopoietische stamcellen: leuko, erythro, bloedplaatjes, …

Uit het beenmerg

 Niet-specifieke verweer = eosino, baso, neutro, mono, macrofaag en
dendrietische cellen GEEN AG HERKENNING
 Specifieke verweer = NK en fagocytaire lymfoide cellen
WEL AG HERKENNING
 Erytrocyten : zuurstof
 Plaatjes: bloedstolling

,Immunopathologie 3MLT




Moleculen van het specifieke afweer
Antigenen
 epitopen of determinanten

 lokt een immuunrespons uit

 Tolerogeen: herhaalde respons is op de duur vermindere respons

 Allergeen: is een antigen waar men hypergevoelige respons bij ontwikkeld

Immuunglobulinen
 Humaan Ig: 4 polypeptiden: 2 lichte ketens + 2 zware ketens

 Aan elkaar met disulfide bindingen (in rood)

 NH terminus: 1L + 1H  epitoop bindingsplaats (zie bolletje)

 Fab fragment = antigeen bindend fragment

 Fc fragment : constant (crystalizable) fragment. Hier zijn domeinen die zorgen voor:

binding van het eerste complement eiwit

transport door de placenta bij IgG

binding op de receptoren van mestcellen (IgE)

werking van antilichamen:

- opsonisatie
- neutraliseren van bacteriële toxines*
- kolonisatieresistentie (verhinderen van hechting van de bacterie aan epitheel)
- activering van complement,

, Immunopathologie 3MLT


- zorgen voor agglutinatie,
- binden van ciliën en flagellen van MO (beweeglijkheid daalt van MO)
- IgE staat in voor verweer van hogere parasieten,
- interferentie van metabole processen van MO,
- antilichaam gemedieerde cellulaire cytotoxiteit (ADCC)
o Fc receptoren NK-cel: herkennen AL op geinfecteerde cel  granules vrij
o Fc receptoren eosino: herkennen IgG van parasieten  granules vrij

* exotoxines worden gesecreteerd door bacteriën, endotoxines komen vrij na lyse
van de bacterie.

MHC moleculen
MHC = majeure Histocompatibiliteit

- Belangrijkste afstotingsreacties tegen getransplanteerde cellen (beenmerg) of organen:
transplantatie-antigenen.

- De genen liggen in clusters op chromosoom 6.
Drie klassen. Klasse I en II zijn de belangrijkste celdeterminanten, klasse III maken deel
uit bij complement systeem.
- !! MHCI: op alle gekernde cellen
- MHCII: op macrofagen, DC en geactiveerde B-cellen

Klasse I: loci A,B,C  kernhoudende cellen  interactie met CD8+ T-cellen  ‘deadly kiss’

Klasse II: APCs (Dendritische cellen, macrofagen en geactiveerde B-cellen)


Lymfocyten + receptoren
 B-cellen: humorale immuniteit, rijpen in beenmerg en hebben BcR
 T-cellen: cellulaire immuniteit, rijpen in thymus en hebben TcR
 NK-cellen: Geen BcR of TcR, wel KIR (killer inhibitie receptor) en KAR (killer activatie r)

Specialisatie van T-cellen (CD3+):
Tc cellen = cytotoxische cellen  binden op virusgeïnfecteerde cellen of kankercellen 
productie van ‘deadly kiss’ toxische eiwitten (o.a. perforines en granzymes)  doelcel
lyseren of in apoptose  cel sterft af en Tc kan andere cel aanvallen. = CD8+

Th-cellen = helpercellen  rekruteren andere cellen om vreemde MO te bestoken = CD4+

• Th1 = die zorgen voor cel-gemedieerde immuniteit, stimulatie Tc cellen

• Th2 = B-cellen ‘helpen’ ontwikkelen tot plasmacellen  Anti-Lichaam gemedieerde
immuniteit  ontwikkelen IgG’s (leven 30 dagen)

Dit onderscheid wordt gemaakt adhv de cytokines (lymfokines) die ze secreteren.

Regulatorische T-cellen: houden de werking van de Th cellen onder controle (CD4+)

T-geheugencellen: AG-specifieke T-cel nakomelingen ontstaan in primaire respons (analoog
aan de B-geheugencellen). Th als Tc geheugencellen. De geheugencellen prolifereren en
differentiëren sneller dan de naïeve T-cellen, zodat ze snel kunnen reageren bij tweede
aanval  maanden tot jaren aanwezig.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller medischlabo97. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59063 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.77  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added