100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Werkzittingen initiatie tot het medisch wetenschappelijk onderzoek - 1e bachelor tandheelkunde $10.21
Add to cart

Summary

Samenvatting Werkzittingen initiatie tot het medisch wetenschappelijk onderzoek - 1e bachelor tandheelkunde

 141 views  7 purchases
  • Course
  • Institution

Hierin is eerst alle theorie samengevat van de drie werkzittingen van biostatistiek. Van zowel professor De Witte, Delporte als Ivanova zijn de Powerpoint's en nota's bij de lessen in dit document terug te vinden. Daarna volgen de oefeningen van de werkzittingen met de bijhorende oplossingen. Dit d...

[Show more]

Preview 4 out of 35  pages

  • February 6, 2022
  • 35
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Theorie werkzittingen
Werkzitting 1 – Dries De Witte

VARIABELEN
discreet
Nominaal (categorisch = uitkomsten zijn categorieën):
¾ waarden kennen geen rangorde
¾ er is geen meeteenheid
¾ er is geen nulpunt (bv. man/vrouw of plaats waar persoon geboren is kan men niet zeggen wat beste is)

Ordinaal (data nog steeds categorieën, maar kunnen ze rangschikken)
¾ er is wel een rangorde
¾ er is geen meeteenheid
¾ er is geen nulpunt (kunnen nog steeds niet optellen/aftrekken…)

Numeriek/continu:
¾ er is wel een rangorde
¾ er is wel een meeteenheid
¾ er is geen nulpunt bij interval(schaal)
¾ er is wel een nulpunt bij ratio/verhoudingsschaal
¾ SPSS kent geen verschil = statische software die men gebruikt om dingen te analyseren

NATUURLIJK NULPUNT
= betekent dat er geen waarde is voor die variabelen (bij lengte 0m is er geen lengte maar temperatuur bij 0°C
dan is er wel nog een temperatuur dus geen natuurlijk nulpunt bij temperatuur, wel bij lengte)


RANGORDE EENHEID NULPUNT
NOMINAAL
ORDINAAL x
INTERVAL x x
RATIO x x x


Type gegevens is belangrijk omdat men met statische software ook zinloze resultaten kan bekomen:




Het gemiddelde is hier 1,4 maar dat is onzinnig want dat kan je niet zeggen over een geslacht.




1

,KERNGETALLEN

Centrummaten
¾ Modus: vaakst voorkomende getal of gegeven
! "! "⋯" !#
¾ Gemiddelde: ! " %
¾ Mediaan (Q2): alle waarden ordenen en middelste getal is mediaan

Spreidingsmaten (hoe data verspreid liggen)
¾ Bereik (range): grootste waarde – kleinste waarde
∑(!(!̅ )"
¾ Variantie: (%(+)
¾ Standaarddeviatie: vierkantswortel van variantie
¾ Interkwartielafstand: Q3 (75%) – Q1 (25%)

Waarden die gevoelig zijn voor uitliggende waarden ® gemiddelde, bereik, variantie, standaarddeviatie

Variantie Standaarddeviatie
∑(𝑥 − 𝑥̅ ),
∑(𝑥 − 𝑥̅ ),
(𝑛 − 1) )
(𝑛 − 1)



Waarom is standaarddeviatie zo belangrijk?
® Belangrijk om te weten waar het bepaalde resultaat zich bevindt en om het te kunnen vergelijken

Voorbeeld
Data 1: 140, 80, 120, 70, 90 (n=5) 150 is hier een zeer extreme waarde
Data 2: 170, 160, 10, 20, 140 (n=5) 150 is een grote waarde maar niet zo extreem als in data 1

Twee studenten allebei 150 maar dan kan je niet zeggen dat ze
het allebei even goed hebben gedaan. Bij data 2 is het geen
topscore want die is breder, en bij data 1 is het wel heel goed
want daar is de variantie smaller.

In data 1 ligt 150 1,71 standaarddeviaties boven het gemiddelde
terwijl het in data 2 maar 0,64 standaarddeviaties boven het
gemiddelde ligt

Standaarddeviatie: 19 (data 1) – 78,42 (data 2)
Z-score: 1,71 (data 1) – 0,64 (data 2)


Z-score = om 2 scores te vergelijken, toepassen op 2 observaties van variabele die je rechtstreeks wil vergelijken
!$ (!̅
a𝑍 = -.
§ 𝑥̅ = gemiddelde van steekproef
§ 𝑥/ = waarde waarvoor we de z-score willen berekenen
§ 𝑆𝐷 = standaarddeviatie van steekproef




2

,Andere kengetallen
¾ Range: maximum – minimum
¾ Kwantielen:
§ Q1: 25% links en 75% rechts
§ Q2 = mediaan
§ Q3: 75% links en 25% rechts
¾ Interkwartielafstand: Q3 – Q1
¾ Percentielen,…



FIGUREN EN TABELLEN
= eerste impressie van data

Frequentietabel




Staafdiagram:
voor nominale en ordinale variabelen




Histogram:
voor numerieke en continue variabelen




Taartdiagram:
proporties (bv hoeveelheid mannen tov. vrouwen)



Boxplot/whiskerplot:
Voor continue variabelen




3

, BETROUWBAARHEIDSINTERVAL
= gebruikt om obv steekproef een uitspraak te doen over de hele populatie

95% BI = als we 100 maal een steekproef van omvang n uit de populatie
zouden trekken, zouden gemiddeld 95/100 van de resulterende
betrouwbaarheidsintervallen het ongekende centrum µ bevatten.




Niet geïnteresseerd in steekproefgemiddelde maar gemiddelde van populatie dus er is onzekerheid.
Betrouwbaarheidsinterval construeren met betrouwbaarheidsniveau, vaak 95% genomen (95/100 gevallen
zouden populatiegemiddelde bevatten, maar je weet niet of het de juiste 95% is of de 5% die fout is dus er is
onzekerheid)

100% zeker enkel bij interval van -¥ tot +¥ maar dat geeft weinig informatie en daar kunnen we geen uitspraken
over populatiegemiddelde doen, hoe hoger betrouwbaarheidniveau hoe breder interval.
2%
a𝜇! = 𝑥̅ ± 𝑧0/, .
√%


§ 𝜇! = populatiegemiddelde
§ 𝑥̅ = gevonden gemiddelde in de steekproef
§ 𝑧0/, = het 100 - a/2 percentiel van normale verdeling
§ 𝜎! = standaarddeviatie van variabele
§ 𝑛 = aantal respondenten
§ 𝛼 = significatieniveau: hoeveel onzekerheid men toelaat (1 – betrouwbaarheisniveau)

Parameters:
¾ sample size n = hoeveel respondenten je hebt
¾ variantie
¾ niveau van betrouwbaarheid

HOE meer respondenten, minder variantie en lager betrouwbaarheidsniveau
HOE smaller betrouwbaarheidsinterval en nauwkeuriger men het populatiegemiddelde kan schatten

Betrouwbaarheidsinterval (95%) – significantie (5%)
-.
a[𝑥̅ − 1,96 𝑆𝐸; 𝑥̅ + 1,96 𝑆𝐸] 𝑆𝐸 =
√%




HYPOTHESETOETSEN MET EEN BETROUWBAARHEIDSINTERVAL


Hypothesetoets:
1 Nulhypothese H0 – Alternatieve hypothese Ha – significantieniveau a
2 Teststatistiek
3 P-waarde
4 ALS p < a: verwerp H0
ALs p > a: verwerp H0 niet




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mettepeeters. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.21  7x  sold
  • (0)
Add to cart
Added