In deze samenvatting wordt de volledige stof uit de eerste zeven hoofdstukken van Psychometrics: An introduction derde editie van R. Michael Furr toegelicht. De samenvatting bevat enkele belangrijke tabellen uit het boek en de belangrijkste formules die je nodig hebt voor het vak Testen en Meten me...
Summary Psychometrics, ISBN: 9781506389875 Test Theory
Measurement Theory and Assessment Book Notes
Measurement Theory and Assessment 2 // Meten en Diagnostiek 2 (Vrije Universiteit) Course Notes - Year 2, Period 2
All for this textbook (3)
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Pedagogische Wetenschappen
Testen En Meten
All documents for this subject (24)
3
reviews
By: jillvandenbroek • 1 year ago
By: evk2002 • 1 year ago
By: marleenfaberr • 1 year ago
Seller
Follow
maravandenboogaard
Reviews received
Content preview
Samenvatting Testen en Meten
De eerste zeven hoofdstukken uit:
Furr, R. M. (2018). Psychometrics: An
introduction (3rd Edition).
Semester 1, Blok 3
Geschreven door Mara van den Boogaard
Week 1
,H1. Psychometrics and the Importance of Psychological
Measurement
Psychologische metingen zijn erg belangrijk bij het nemen van bepaalde
beslissingen, zelfs leven of dood situaties (bijvoorbeeld bij een IQ<70 kun je niet
legaal de doodstraf krijgen in Amerika). Hiervoor is de Psychometrie belangrijk.
Dit houdt de volgende drie dingen in:
1. Zijn bepaalde meetinstrumenten en procedures wel echt sterk?
2. Hoe kan bepaald worden of een testprocedurescores psychologisch
betekenisvol en betrouwbaar zijn?
3. Het is belangrijk bij het maken van testen.
In deze cursus wordt duidelijk waar je als onderzoeker rekening mee moet
houden bij het maken van meetinstrumenten en hoe je bepaalde resultaten
(attributen van de instrumenten) hiervan goed kan interpreteren. Dit is belangrijk
om meerdere redenen.
1. Bij het verkeerd interpreteren van de resultaten kan bias ontstaan die de
participanten negatief kan beïnvloeden.
2. Metingen zijn het hart van je onderzoeksproces later in je loopbaan en
tijdens je sociale studie.
3. Ook buiten het studeren van een sociale wetenschap zal iedereen bijna
zeker direct of indirect te maken krijgen met psychologische metingen.
4. Hoe meer kennis je hebt over psychologische studies, hoe meer
discriminerend je deelneemt aan de maatschappij omdat je beter weet hoe
je jezelf omhoog moet werken.
Veel meetinstrumenten bestaan in de fysieke wereld, maar
gedragswetenschappelijk onderzoek is gebaseerd op twee doelen.
1. Het bestuderen van specifiek gedrag.
2. Het bestuderen van indirecte relaties op gedrag.
a. Er wordt een voorspelling gedaan van welk niet observeerbaar
attribuut invloed heeft op het gedrag. Dit heeft een bepaalde mate
van validiteit.
b. Het niet observeerbaar attribuut moet bij de manier van meten wel
een bepaalde theoretische link hebben met het gedrag.
c. Er wordt een testprocedure gekozen die aansluit bij de latente
variabelen (theoretische constructen).
Hierbij geldt dat er niet observeerbare oorzakelijke gebeurtenissen plaatsvinden
die wel een observeerbaar effect hebben. Dit is anders dan bij
natuurwetenschappelijke studies, die bijvoorbeeld gebaseerd zijn op sterk
empirisch bewijs, terwijl gedragswetenschappen op zwak empirisch bewijs
gebaseerd kunnen worden.
Definitie en type psychologische testen
Cronbach (1960): ‘Een psychologische test is een systematische procedure om
het gedrag van twee of meer personen met elkaar te vergelijken.’
De test moet bepaalde gedragsmatige samples bevatten (1) die op een
bepaalde manier zijn verzameld (2) en het doel is om het gedrag tussen
twee of meer personen te vergelijken. Dit kan over tijd en via de
generaliseerbaarheid.
Een test kan in meerdere vormen gedaan worden, zoals systematisch. Er kan
categorische en kwantitatieve informatie verkregen worden.
,Interindividuele verschillen= het gedrag tussen verschillende mensen
vergelijken.
Intraindividuele verschillen= het gedrag van dezelfde individuelen op
verschillende momenten in tijd of in verschillende omstandigheden meten.
Het doel is om te identificeren en te kwantificeren.
Testen kunnen verschillen in veel dimensies.
Toelichting: Een criterion inferenced test kan ontstaan bij de vergelijking
(normatief). Ze hangen dus enigszins samen.
Er is ook onderscheid tussen snelheidstesten en powertesten.
Speeded test= een test wordt gemaakt op snelheid; er wordt niet verwacht dat
de participanten alle vragen beantwoorden. Scores ontstaan bij hoeveelheid
beantwoordde vragen.
Powertest= een test wordt gemaakt op aantal goede antwoorden, dus ook de
score. Er wordt verwacht dat participanten alle vragen kunnen beantwoorden.
Indicators van de theoretische constructen (bijvoorbeeld inkomen voor de SES)
zijn belangrijk voor de reflectiviteit en effectiviteit van de scores.
Wat houdt psychometrie in?
Toetsen= Het geven van psychologische testen aan mensen. Er wordt in deze
cursus gefocust op de attributen van de testen.
Psychometrie= de wetenschap die zich bezighoudt met het evalueren van de
attributen van psychologische testen. Hiervan zijn er drie van groot belang:
1. Het type informatie verkregen door de test.
2. De betrouwbaarheid van de test.
3. De problemen die kunnen ontstaan door de validiteit van de test.
Een psychologische test kan attributen van het theoretische construct bevatten,
maar ook attributen die over de test zelf gaan. Dit is de psychometrie van de
toets, welke twee sleutelfundamenten heeft:
1. Het uitoefenen van psychologische testen en metingen. Nieuwe
technieken om te meten ontstonden in de 19 e en 20e eeuw en zijn
gedurende de jaren verbeterd.
2. De ontwikkeling van bepaalde statistische concepten en procedures.
Spearman, Pearson en Galton waren belangrijke personen bij deze
ontwikkeling.
Rond 1930 en 1940 kwam er meer aandacht voor de psychometrie door de grote
aandacht die het op dat moment al kreeg. De klassieke toets theorie (CTT)
ontstond en later in 1970 ook de generalisatie theorie van Cronbach. De CTT is
nu bekend als de item response theory (IRT).
, Bij het doen van psychologische tests zijn er meerdere uitdagingen. Het is
belangrijk deze te identificeren en de belangrijke aspecten van de menselijke
psychologie attributen te ontdekken.
1. Participantenreactiviteit
a. Demand characteristics= Deelnemers proberen het doel van de
onderzoeker te vinden en gaan zich hierdoor anders gedragen
tijdens het testen.
b. Sociale wenselijkheid= Deelnemers veranderen hun gedrag op
toetsen om indruk te maken op de onderzoeker, waardoor er een
verkeerde impressie van de resultaten ontstaat.
c. Faken= Het geven van een verkeerd beeld naar de onderzoeker.
2. Verkeerde interpretatie van de resultaten van een test door de
onderzoeker.
a. Verwachting en bias effecten ontstaan, ook wel
observer/scorer bias.
3. Composite scores= scores worden bij elkaar opgeteld om een
algemeen beeld te verkrijgen (vaak alleen bij sociale wetenschappen).
Dit kan voor- en nadelen hebben.
4. Score sensitiviteit= de mogelijkheid tot het meten van de
betekenisvolle factoren van het onderwerp dat wordt onderzocht. Het
gebruiken van een schaalverdeling in een vraag is bijvoorbeeld
sensitiever dan het laten kiezen tussen twee opties. Vaak zijn sociale
wetenschappers zich hier minder bewust van.
5. Gebrek aan bewustzijn van onderzoekers over belangrijke
psychometrische informatie.
a. Het is vaak een sociale of culturele activiteit.
Over het algemeen is het gebruik van psychometrische informatie altijd beter bij
het doen van toetsen, ook al kan een onderzoek zonder dit ook van groot belang
zijn. Het is ook belangrijk om te weten dat er een groot verschil is in deze
informatie tussen gedragswetenschappen en fysieke wetenschappen.
Validatieproces= Het is voor een onderzoeker belangrijk om bewijs te
verzamelen dat een bepaald theoretisch construct geïdentificeerd kan worden
door een associatie tussen meerdere individuelen vast te stellen.
Een algemene misinterpretatie is dat psychometrie of andere algemene wijzen
van psychologische metingen alleen gebaseerd zijn op onderzoeken die voor
individuele variabelen gelden. Er moeten juist meerdere attributen gemeten en
vergeleken worden.
H2. Scaling
Getallen worden in onderzoek gebruikt om de kwantiteiten in psychologische
attributen duidelijk te maken.
Meting= De toewijzing van getallen aan objecten of gebeurtenissen volgens
regels, waarbij de gebeurtenissen of objecten in de gedragswetenschappen de
individuele gedragingen bedragen, en de ‘regels’ de schalen van metingen
volgens Stevens (1946) bedragen.
Schaalconstructie= De manier waarop getallen toegewezen worden aan
psychologische attributen. Deze getallen zijn fundamenteel voor psychologische
metingen en het definiëren van schalen.
In psychologische onderzoeken worden getallen vaak gebruikt om het individuele
leven van een psychologisch attribuut te representeren, maar dit kan op
verschillende manieren en hangt af van de afkomst van de eenheid van het
getal.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maravandenboogaard. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.16. You're not tied to anything after your purchase.