100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Oefenvragen Jeugdrecht begrepen $3.26   Add to cart

Other

Oefenvragen Jeugdrecht begrepen

 486 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Preview 2 out of 9  pages

  • June 3, 2015
  • 9
  • 2014/2015
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Oefenvragen Familie en jeugdrecht.
1. Welke uitspraak over het begrip recht is juist?
A. Het recht beoogt een gesloten systeem te zijn om te bepalen wat
ethisch juist en ethisch onjuist is.
B. Elke rechtsregel is terug te voeren op een ethisch beginsel.
C. Het recht bemoeit zich vooral met uiterlijk gedrag.

2. Welk van de onderstaande bronnen zijn alle officiële rechtsbronnen?
A. Het wetboek van strafrecht, de gepubliceerde uitspraken van de Hoge
Raad, het juridisch handboek: “het Nederlandse staatsrecht”.
B. Het Europese verdrag tot bescherming van de rechten van de mens,
het juridisch tijdschrift: “het Nederlands Juristenblad”, de wet op de
jeugdzorg.
C. De gepubliceerde rechtspraak van het gerechtshof, de wet op de
Kinderopvang, het Internationaal Kinderverdrag.

3. In het land Aubore leven de auborianen. Zij hebben een eigen taal en
eigen culturele gewoonten. De auborianen zijn trots op hun land en
bewaken de vaststaande landsgrenzen zorgvuldig. De koning van Aubore
vaardigt wetten uit en spreekt recht. De familie van de Koning voert
namens de koning en aan ondergeschiktheid aan de koning de wetten uit.
Wie kritiek heeft op de koning moet dat doorgaans met de dood bekopen.
Is Aubore een staat in juridische zin?
A. Ja
B. Nee
C. Er staan te weinig gegevens in de casus om die vraag te beantwoorden.

4. Als een bepaling uit een Algemene Plaatselijke Verordening (APV) in strijd
is met het wetboek van Strafrecht (WvSr) dan:
A. Gaat de APV voor op het WvSr, tenzij de APV ouder is dan de
betreffende bepaling uit het WvSr.
B. Gaat de APV voor op het WvSr, tenzij het WvSr zelf anders bepaalt.
C. Gaat de APV niet voor op het WvSr.

5. Het belasting recht wordt gerekend tot het:
A. Het burgerlijk recht
B. Het publiekrecht
C. Het privaat recht

6. Truus en Yoep willen aan de voorkant van hun huis een serre bouwen. Zij
vragen hiervoor een vergunning aan bij het college van B&W van hun
gemeente. Deze aanvraag en de behandeling daarvan wordt gerekend tot
het:
A. Staatsrecht
B. Consumentenrecht
C. Bestuursrecht

7. De algemene plaatselijke verordening van de gemeente Dalfsen bepaalt
dat je voor een bepaalde tijd je vuilnis niet buiten mag zetten.

, A. Dit is een beschikking.
B. Dit is een wet in formele zin.
C. Dit is een wet in materiële zin.

8. Welke bewering is juist?
A. Een wet in formele zin is van hogere rangorde dan de wet in materiële
zin.
B. Een wet in formele zin kan ook tegelijk een wet in materiële zin zijn.
C. Een wet in formele zin moet altijd ondertekend worden door de Minister
President of door de Koning.

9. De bekendste gemeentelijke verordening is de APV (= Algemene
Plaatselijke Verordening). Wie vervaardigt een APV?
A. Het college van B&W
B. De burgemeester
C. De Gemeenteraad

10.Artikel 10 van de Grondwet luidt: Ieder heeft, behoudens bij of krachtens
de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke
levenssfeer. Dit is een:
A. Klassiek grondrecht
B. Sociaal grondrecht
C. Geen grondrecht

11.Het rechtsgebied van een Gerechtshof heet een:
A. Rechtsprovincie
B. Ressort
C. Arrondissement

12.Als er in een land in het openbare strafexecuties plaatsvinden heeft dat
vooral te maken met het strafdoel van:
A. Vergelding
B. Generale preventie
C. Speciale preventie

13.In de Nederlandse wetgeving staat de volgende bepaling:
De kennisneming van de processtukken wordt de verdachte op diens
verzoek tijdens het voorbereidende onderzoek verleend door de officier
van justitie. De kennisneming wordt de verdachte in elk geval toegestaan
vanaf het eerste verhoor na aanhouding. Deze bepaling is:
A. Materieel rechtelijk van aard
B. Formeel rechtelijk van aard
C. Privaatrechtelijk van aard

14.Voor de vraag of een organisatie een staat is, is niet bepalend:
A. Het aanwezig zijn van een eigen grondgebied
B. Het aanwezig zijn van een democratisch stelsel met vrije verkiezingen
C. Het aanwezig zijn van een hoogste gezag

15.Een wetsvoorstel van een wet in formele zin gaat:
A. Eerst naar de Raad van State dan naar de Tweede Kamer en dan naar
de Eerste Kamer
B. Eerst naar de Tweede Kamer dan naar de Raad van State dan naar de
Eerste Kamer

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xjeaninexx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.26  1x  sold
  • (0)
  Add to cart