HOOFDSTUK 1: WAT IS PSYCHOLOGIE?
1.1. Psychologie en goede mensenkennis
Mensenkennis wordt van generatie op generatie doorgegeven en berust voor een belangrijk deel op ervaringen
van alle dag. Mensenkennis geeft ons een idee over hoe mensen zich normaliter gedragen. Het maakt duidelijk
wat de mensen doen en wat hun beweegredenen zijn. Het is een soort levenswijsheid, maar dan toegespitst op
mensen.
Gezond verstand en goede mensenkennis worden ook wel common sense genoemd. Het gevaar van common
sense is Het is niet omdat iets waar lijk, dat het ook noodzakelijk zo is. Onze intuïtie of ons gezond verstand
kunnen tot foute conclusies leiden.
1.1.1. Psychologie en goed kunnen omgaan met mensen
De opleiding psychologie dient ertoe om mensen te leren hoe complex ons gedrag en ons functioneren in
elkaar zit. Op die manier heeft men een veel stevigere basis in het werken met mensen. De vraag is of de
psycholoog zonder universitair diploma ook over zo’n ruime achtergrond kennis beschikt en mensen even goed
kan helpen.
Waarom worden psychologen door sommige dan toch niet voor vol aangezien? Een belangrijke reden is dat
mijn geloof dat kennis over het functioneren van mensen geen moeilijke kennis is psychologie gaat volgens hen
over gemakkelijk te begrijpen onderwerpen, waar geen universitaire studies voor nodig zijn.
De onderwerpen die psychologen bestuderen kom je gemakkelijker tegen in populaire tijdschriften of sites dan
natuurwetenschappelijke vraagstukken.
Kortom iedereen kan zien jullie begrijpen en iedereen doet aan psychologie. Het verwijst naar levenswijsheid
en niet naar boekenwijsheid. Je bent een expert als je door ervaring weet hoe mensen in elkaar zitten.
1.1.2. Psychologie en wetenschap bedrijven
Uur vormelijk bekeken hoe de psychologie niet op een wezenlijke andere manier aan wetenschap dan natuur
of scheikunde. Ze observeren fenomeen in de realiteit. Eigenlijk is wetenschappelijk onderzoek in de
psychologie moeilijker dan in de exacte wetenschappen. Het probleem is dat elke mens verschilt van de
andere. Daarom zijn vaststellingen zo moeilijk te generaliseren. Het menselijk functioneren is moeilijk in
natuurwetten te vatten.
1.2. Juiste tegenover valse kennis
1.2.1. Waarom geloven mensen valse kennis?
In de populaire literatuur en op sociale media is het moeilijk om het wetenschappelijk gehalte van
psychologische beweringen na te gaan. Dan speelt het herhaald aanhalen van een misvatting in de massamedia
een grote rol bij het beïnvloeden van mensen. Een foute bewering wordt dan toch waar als het maar genoeg
herhaald.
1.2.2. Twee bronnen van misvattingen
- Een causaal verband afleiden uit een correlatie
Duidelijk aantoonbare observaties kunnen betrekking hebben op een verband tussen twee variabelen.
Een ergotherapeut ziet bijvoorbeeld de resultaten een psychologisch onderzoek bij leerling met een
leerstoornis en legt een verband met de leerprestaties op school. Aan de observaties hoeft niet
getwijfeld te worden, maar het verband dat gelegd wordt moet juist omschreven worden. Dit kunnen
we duidelijk maken door 2 vormen van samenhang te onderscheiden.
Een oorzakelijk verband, oorzakelijkheid, causaliteit
Het statisch verband, correlatie
, - De post hoc, ergo propter hoc redenering
Deze Latijnse uitdrukking betekent: erna, dus als gevolg ervan. De redenering komt erop neer dat
wanneer A vooraf gaat aan B, dat A het voorkomen van B heeft veroorzaakt. Dit is op het eerste zicht
aantrekkelijke redenering. Als B volgt op A, dan is B het gevolg van A. Het lijkt waar, maar dat is niet
zo.
Na elke dag volgt een nacht. Toch is de dag niet de oorzaak van de nacht
1.3. Definitie van de wetenschappelijke psychologie
Psychologie als wetenschap gebruikt een systematiek die ook in andere wetenschappen voorkomt. Er is geen
enkel aspect van het menselijk functioneren dat de psychologie niet heeft onderzocht. Voor buitenstaanders
kan dit verwarrend zijn, wat het ontstaan van verschillende meningen over psychologie in de hand werkt.
Psychologie is de wetenschap die het menselijk gedrag en mentale processen bestudeerd.
Bij gedrag moet gedacht worden aan datgene dat observeerbare is in een omgeving. Wanneer meer dan één
persoon gedrag vaststelt, dan kunnen we besluiten dat het een betrouwbare vaststelling is.
De Duitser Wilhelm Wundt Ik wilde het functioneren van de mens in al zijn geledingen in kaart brengen met
behulp van experimenten in het laboratorium. Wundt was van opleiding arts en wilde bijvoorbeeld objectief
vaststellen hoe snel mensen reageren op prikkels en wat mensen voelen als de pijn hebben. Samen met enkele
collega s richtte hij aan de universiteit van Leipzig het allereerste psychologische laboratorium op.
De psychologie van vandaag interesseert zich niet alleen in het beschrijven van observeren maar gedrag, maar
probeert na te gaan waardoor gedrag veroorzaakt wordt. Met probeert de oorzaken van gedrag te achterhalen.
Met probeert uit te vinden welke factoren van belang zijn bij het ontstaan of uitblijven van gedrag deze
factoren worden gedragsdeterminanten genoemd.
Het domein van de psychologie behoren niet alleen gedragingen.in de definitie wordt ook gesproken over
mentale processen. Dergelijke processen kunnen alleen bestudeerd worden als ze zichtbaar kunnen gemaakt
worden, dat wil zeggen dat ze objectief vaststelbaar moeten zijn.
1.4. Cross-culturele psychologie
De stichter van de wetenschappelijke psychologie Wilhelm Wundt zag 2 grote projecten binnen de psychologie
als beginnende wetenschap van zijn tijd: aan de ene kant de uitbouw van de experimentele psychologie, en aan
de andere kant de ontwikkeling van Völkerpsychologie, later herdoopt tot cross-culturele psychologie.
De Britse onderzoeker Michael Cole Zegt dat de psychologie een fout begaat door bevindingen bij een klein
segment van de wereldbevolking te universaliseerbaar tot de gehele mensheid. De bevindingen worden
universeel geldig genoemd of verklaard, zonder ernstig te onderzoeken of de beweerde universaliteit bestand
is tegen dergelijk onderzoek op dit gebied. De universele op de vergelijkende invalshoek, belangrijk in
menswetenschappen om aan parochialisme te kunnen ontsnappen, werd is helemaal niet goed uitgewerkt.
Om die smalle basis te verbreden, trachten in het beste geval wetenschappelijke opleidingen dit gebrek te
compenseren door aanvullend een cursus aan te bieden onder de titel cross culturele psychologie. Gelukkig
zien we inmiddels dat de globalisering ook in de wetenschappelijke wereld om zich heen grijpt. Voorlopig blijft
het afwachten om te zien welk effect dit heeft op de universaliteit van inzicht over de mens.
, HOOFDSTUK 2: LEREN
2.1. Inleiding
Het Griekse woord psyche betekent ziel.
Tegenwoordig draait het meeste onderzoek om de waarneembare buitenkant van de mens. Dit is het gedrag.
Via de studie van het leren kunnen begrijpen hoe mensen zich gedragen en hoe ze tot gedragsverandering te
komen.
Uiteraard hoeven we niet alles te leren: veel van onze gedragingen zijn aangeboren of ze komen met de
groeipunt maar twee leerprocessen liggen aan de basis van het eigen maken van nieuwe vaardigheden of
nieuwe kennis. Het ene leerproces betreft associatief leren. Het is gebaseerd op het biologische gegeven dat
als twee stimuli regelmatig samen gaan de eerste een signaal wordt voor de tweede. Het andere leerproces
gaat over instrumenteel leren. Het is gebaseerd op de gevolgen die gedrag voor ons heeft. Die gevolgen
bepalen hoe vaak dat gedrag in de toekomst onder soortgelijke omstandigheden zal voorkomen.
2.2. Klassieke conditionering
We beginnen leven allemaal met dezelfde biologische reflexen, maar al spoedig ontwikkelen we een heel eigen
patronen onze reflexmatige reacties. Voor die persoonlijke invulling zorgt de klassieke conditionering.
Geconditioneerd reflexmatig gedrag behoedt ons voor verder gevaar. Door deze wijze van leren kunnen we
voortaan stimuli uit de weg gaan die schadelijk zijn. Nieuwe stimuli waarschuwen ons met een
vooruitgeschoven reactie, nog voor het eigenlijke schadelijke effect het lichaam leert ook positieve stimuli
onderscheiden.
De ontdekking van de klassieke conditionering wordt aan de Russische fysioloog Ivan Pavlov toegeschreven. Hij
beschreef een fenomeen dat hij de psychische reflex noemde en voortbouwde op de biologische en natuurlijke
reflex. Pavlov toonde aan dat het niet veel uitmaakt welke stimulus je koppelt aan het toedienen en bv voedsel.
Voor UCS : Voedsel UCR: Speeksel
Tijdens Neutrale stimuli (bv. Geluid) Eerst UCR/ later: CR
Na CS: geluid CR: Speeksel
Stimulus voor de biologische reflex, de onmiddellijke aanleiding voor de reactie heet de ongeconditioneerde
stimulus. De respons, de reactie is de ongeconditioneerde reactie.
Maar als er een associatie bestaat tussen bijvoorbeeld mosselen en misselijkheid komma die gebaseerd is op
ervaring, dan hebben die andere stimuli ook een effect. We noemen deze de geconditioneerde stimuli . De
reactie die door de geconditioneerde stimuli wordt opgeroepen, is dan de geconditioneerde reactie. Een
geconditioneerde reactie is niet helemaal identiek aan de geconditioneerde reactie. Meestal is de
geconditioneerde reactie wat minder sterk en komt later langzamer op gang dan de ongeconditioneerde
reactie
2.3. Operante conditionering
De Amerikaanse psycholoog Thorndike heeft een theorie ontwikkeld voor instrumenteel leren. Deze theorie
werd later door Skinner uitgewerkt tot de theorie van de operante conditionering. Dit gedrag is een soort
instrument om een verandering in de omgeving teweeg te brengen. Het gedrag zal bij een succesvolle ervaring
nog eens worden herhaald. Succes heeft te maken met de consequenties of gevolgen van het gedrag.
Er zijn twee belangrijke verschillen met de klassieke conditionering:
- In de operante conditionering gaat het bijna altijd over spontaan of willekeurig gedrag.
- In de operante conditionering gaat het om gedrag, dat een stimulus teweegbrengen, terwijl in de
klassieke conditionering de volgorde andersom is: een stimulus lokt een reactie uit.
Reinforcers
Een bekrachtiger, een reinforcer, versterkt het voorafgaande gedrag. Niet alle reinforcers hebben te maken
met lichamelijk welzijn, er zijn ook reinforcers waarvan men de waarde moet geleerd hebben: goede muziek,..
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jolienjoos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.