100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting Huisvesting- incl aanduiding belangrijke examenbegrippen - 3e bachelor diergeneeskunde UAntwerpen $6.97
Add to cart

Summary

Volledige samenvatting Huisvesting- incl aanduiding belangrijke examenbegrippen - 3e bachelor diergeneeskunde UAntwerpen

2 reviews
 63 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van onderdeel Huisvesting van het vak Dierhgiëne, huisvesting en dierenwelzijn. De belangrijke begrippen voor het examen zijn groen gemarkeerd.

Preview 4 out of 91  pages

  • February 7, 2022
  • 91
  • 2020/2021
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: paulinebruyns • 2 months ago

review-writer-avatar

By: jack9 • 2 year ago

avatar-seller
HUISVESTING




Schooljaar 2020-2021

,DEEL 1 KLIMAATBEHEERSING
- Voorbeeld: Ecoli Mastitis op een melkveebedrijf:
• Mastitis trad op tijdens of na het kalven.
• Ecoli → via faeces.
• Door de mastitis → economisch verlies + dier heeft er veel last van.
• Deze afkalfstal was nooit proper en er was een soort stenen afstapje die de
stal scheidde van de rest. De boer vond het teveel werk om de stal telkens te
reinigen, maar doordat hij dit niet deed, bleven de koeien mastitis krijgen.
• Als DA kan je twee dingen doen:
1. Je kan de koe met mastitis antibiotica geven → maar de boer moet elke
druppel registreren en daarbij als je het blijft geven, krijg je resistentie.
2. Je kan kijken waar misschien een preventieve oplossing gevonden kan
worden → advies geven om het stenen afstapje af te breken. Zo kan je
makkelijker met een kruiwagen de stal in en kost het minder tijd om
schoon te maken.

INLEIDING
- Voor WO I: stal = beschutting → ging toen niet om productiefactoren.
- Na WO II: huisvesting = productiefactor.
• Eerst enkel in pluimveehouderij, dan varkenshouderij en pas sinds mid ’80
ook in rundveesector. Nu ook bij sport- en gezelschapsdieren (dierenwelzijn,
prestatie).

- Streven naar selectie en specialisatie in de veehouderij: huisvesting evolueert
noodgedwongen mee.

- Huisvesting is deel van de bedrijfsvoering en moet 4 factoren overdekken:
1. Economische: je moet investeren in de huisvesting, daarna zullen de dieren beter
presteren en zal je winst hoger zijn. Er is een uitbatingskost van verlichting,
ventilatie, verwarming. Of veel arbeidskosten om het hele kot te reinigen. Je kunt
er zelf voorbeelden van genereren hoe huisvesting invloed heeft op de
economische van de veehouder.
2. Ecologische: emissie normen. Huisvesting bepaalt mee in hoe verre je aan de
emissienormen voldoet. Stikstofemissie en geur in de omgeving. Ruimtelijke
inplanting: je mag niet zomaar overal een stal bouwen.
3. Ergonomische: correct arbeid kunnen uitvoeren.
4. Ethologische




1

, Stal moet betaald worden → investeringskost, afschrijvingskost, uitbatingskost.
• Investeringskosten = hoeveel betaal je als je de stal aankoopt. Je moet een
investering doen die zorgt voor maximale productieresultaten.
• Afschrijvingskosten = je schrijft een stal meestal binnen 20 jaar af (stal wordt
elk jaar minder waard). Je gaat dan je investeringskost delen door dat aantal
jaar en dat bedrag moet je elk jaar dan van je loon afhalen → dit zorgt dat je
uiteindelijk weer een nieuwe stal kaan aanschaffen.
• Uitbatingskosten = vervangingskosten of recurrente kosten (= kosten die
jaarlijks terugkeren).
o Typische recurrente kost in een huis → gas/water/licht.

- Emissies → geurhinder.
- Ruimtelijke inplanting → niet in fosfaatgevoelige zones je bedrijf meer uitbreiden.

- Psychologie van werknemer veehouder is totaal verschillend.

- Neus op de hoogte van de dieren → als je stalklimaat wilt inschatten (ammoniakgeur
→ irriteert neusslijmvlies, gevoelig voor virale infecties).

- Rol DA → advies zal enkel overkomen als je het simpel houdt en je over komt alsof je
er verstand van hebt.

- Dit is een koeienstal → maar kunnen ook geiten inzitten (vaak in oude koeienstallen
gehuisvest) of biologische varkens.




2

, H1 - EIGENSCHAPPEN VAN STALLUCHT EN -WAND
1.1 VOCHTIGE LUCHT
- Absolute luchtvochtigheid = massa waterdamp uitgedrukt per massa droge lucht.
• 1 m3 lucht = 1,250 kg.

Absolute vochtgehalte mag nog 30% stijgen alvorens we condensatie krijgen (bij
een relatieve vochtigheid van 70%).

Watergehalte absolute lucht hangt af van de temperatuur van de lucht. Daarom beter
relatief dan absoluut.

- Relatieve luchtvochtigheid = een verhouding die aangeeft hoeveel waterdamp lucht
bevat ten opzichte van de maximale hoeveelheid waterdamp die de lucht kan
bevatten → hoeveelheid waterdamp die de lucht kan bevatten is beperkt.
• Verzadigde lucht (100%) bevat de maximale hoeveelheid waterdamp →
evenredig met de temperatuur.
• Als men lucht afkoelt → bereiken verzadigingspunt = dauwpunt (= temp
waarop condensatie begint).
o Badkamer verwarmen tot 20 graden: er komt mist na het douchen.
Verwarmen tot 50 graden: je vergroot de opname mogelijkheid, de
hoeveelheid vocht is hetzelfde. Door het warmer te maken zal de
relatieve vochtigheid dalen van 70 naar 30 procent. Er is hierna geen
mist. De condensatie is nog niet bereikt, er kan nog meer vocht binnen
gebracht worden. In een sauna kun je eindeloos water gieten en er zal
geen mist komen. Je ziet geen waterdamp in de oven nadat je een
brood hebt gebakken. Oven open: lucht is afgekoeld en er komt een
mist naar buiten omdat de opslagcapaciteit verkleind is.
o De luchttemperatuur moet hoger zijn dan het dauwpunt → anders
mistvorming en druppels op de vacht.
• Dampspanning / verzadigingsdampspanning bij die temp = relatieve
vochtigheid (%)
• Toepassing: drogend vermogen → was droogt beter bij een luchtvochtigheid
van 55% dan bij 95%.
• Toepassing: condensatie → als warme lucht ineens wordt blootgesteld aan
koude lucht daalt de temperatuur en daarmee ook de maximale hoeveelheid
waterdamp die gebufferd kan worden. Er zal dus water overblijven = condens.

- Soortelijk gewicht:
• Koude lucht is zwaarder dan warme lucht.
• Vochtige lucht is lichter dan droge lucht.




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller diergeneeskundemasterstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.97  3x  sold
  • (2)
Add to cart
Added