Examenmatrijs Arbeidsmarkt, re-integratie en
scholing.
De kandidaat beschrijft de begrippen ruime en krappe arbeidsmarkt.
Ruime arbeidsmarkt → Het aanbod is groter dan de vraag naar werk. Er zijn meer
werkloze dan banen.
Krappe arbeidsmarkt → Er zijn meer banen beschikbaar dan dat er werkloze op
zoek zijn naar een baan. Meer banen dan werkloze.
De kandidaat beschrijft de begrippen hoogconjunctuur en
laagconjunctuur.
Hoogconjunctuur → Het gaat goed met de economie, de economie groeit en er
zijn weinig mensen zonder werk.
Laagconjunctuur → Het gaat minder goed / slecht met de economie,
consumenten geven weinig uit, er is een hoge werkloosheid.
De kandidaat beschrijft de begrippen kwantitatieve of kwalitatieve
discrepantie op de arbeidsmarkt.
Kwantitatieve discrepantie → Er zijn verschillen in de samenstelling van het vraag
en aanbod. De vraag naar werkzoekende komt niet overeen met het aantal
werkzoekende.
Kwalitatieve discrepantie → Heeft te maken met de aard van de werkzaamheden
en de eisen die een werkgever daar aan een werknemer stelt. “verkeerde
opleiding”
De kandidaat beschrijft de verschillende soorten werkloosheid (frictie-,
seizoens-, kwalitatieve structuur-, kwantitatieve structuur-,
conjunctuurwerkloosheid).
Frictiewerkloosheid → Ontstaat door de tijd die mensen nodig hebben om na een
ontslag een andere baan te zoeken. Het is kortdurend.
Seizoenswerkloosheid → Banen die verbonden zijn aan een seizoen. Denk aan
skileraar, ijswinkel, badmeester.
Structuurwerkloosheid → Dit ontstaat als beroepen blijvend verdwijnen. Dat kan
komen door dat taken en beroepen worden overgenomen door computers/robots.
Maar ook door groepen die lastig aan het werk komen, denk aan mensen die
arbeidsongeschikt zijn.
Conjunctuurwerkloosheid → Een vorm van werkloosheid die ontstaat als het
slecht gaat met de economie.
Kwantitatieve structuur → Er zijn te weinig arbeidsplaatsen voor de hele
beroepsbevolking. Oorzaken kunnen zijn: mechanisatie/automatisering, bedrijven
die verplaatsen naar het buitenland. Het aantal werkzoekende stijgt hierdoor.
Kwalitatieve structuur → Tegelijkertijd werkeloosheid en onvervulde vacatures
doordat mensen niet de juiste diploma’s hebben.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kyravneerbos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.