In deze samenvatting is alle stof opgenomen die belangrijk is voor het tentamen. De samenvatting is onderverdeeld in 4 delen: kwalitatief, correlationeel, experimenteel en integriteit, hierdoor is de stof makkelijk uit elkaar te houden.
SAMENVATTINGEN ‘KENNISMAKEN MET ONDERZOEKSMETHODEN EN STATISTIEK’
DEEL 1: KWALITATIEF ONDERZOEK
Empirisch onderzoek:
Baseer je theorieën/ideeën op het bewijs dat wordt vergaard door onderzoek. Om empirist te zijn moet je het
bewijs objectief kunnen interpreteren, strijd tegen de vooroordelen.
1. IDEE/THEORIE
Kenmerken van een goede wetenschappelijke theorie:
o Falsifieerbaar
Een theorie moet weerlegd kunnen worden met systematische waarnemingen
o Probalistisch
Uitspraken binnen een theorie gelden niet voor alle gevallen op elk moment in de tijd.
o Spaarzaam
Als een eenvoudige theorie volstaat, is het niet nodig deze complexer te maken.
2. ONDERZOEKSVRAGEN
Typen onderzoeksvragen:
o Fundamenteel (basic)
Met doel het verzamelen van kennis
o Toegepast (applied)
Met doel het zoeken van een oplossing voor een probleem
o Translationeel (translational)
De brug tussen fundamenteel en toegepast, hoe maak je gebruik van de kennis die is
verkregen door fundamentele onderzoeksvragen op toegepaste onderzoeksvragen.
Een onderzoeksvraag van kwalitatief onderzoek is te herkennen aan de volgende elementen:
SPI(C)E
Setting --> waar, in welke context
Perspective/People --> voor wie?
Interest --> wat?
(Comparison --> vergeleken met wie/wat?
, Evaluation --> met welk resultaat?
3. ONDERZOEKSONTWERP
Onderzoeksgegevens: wat en hoe?
o Kwalitatieve gegevens
Gegevens die bestaan uit woorden, uit bijv. interviews of beschrijvingen van observaties.
o Kwantitatieve gegevens
Gegevens die bestaan uit cijfers, verzamel middels gestandaardiseerde vragenlijsten en
testen of systematische observaties.
Voornaamste doel van kwalitatief onderzoek is:
o Sociale fenomenen te begrijpen vanaf hun natuurlijke context
Om empirische patronen te vinden
o Een startpunt kunnen zijn voor theorievorming
Ontwikkelen van een nieuwe theorie
Aanpassen of uitbreiden van bestaande theorie
Kwaliteit van kwalitatief onderzoek:
o Betrouwbaarheid (reliability) -> de vrijheid van meetfouten
o Validiteit (validity) -> juistheid van resultaten, overeenkomsten met de werkelijkheid
De 3 categorieën van kwalitatief onderzoek:
o Inductive research
Onderzoek dat begint bij de data waarna het overgaat naar het vormen van theorieën op
basis van de verkregen data. ‘Bottom-up’
o Abductive research
Het vormen van theorieën op basis van ‘verrassingen’ in empirisch data.
o Deductive data
Onderzoek waarbij de theorie of hypothesis de data en analyse bepaald. ‘ ’Top-down’
Voor inductive research is een methode ontwikkeld: Grounded theory, die suggereert dat kwalitatieve
onderzoekers van ‘the Ground’ moeten werken d.m.v. het extrapoleren van data.
Data over een bepaald onderwerp wordt verzameld en vanuit die data worden theorieën opgesteld.
o Gesprek waarin de interviewer vragen stelt aan de geïnterviewde over: ideeën, motieven, ervaringen
etc.
o De geïnterviewde is:
Informant, of (een geleerde in het onderwerp)
Respondent (spreekt uit eigen ervaringen, deel van de populatie)
o Het interviewer-effect is het effect dat de aanwezigheid van de interviewer heeft op de participanten
Kwaliteit van het kwalitatief interview:
o Betrouwbaarheid (reliabilty)
Verloop van het interview hangt af van de interviewer
Interviewer moet zich bewust zijn van de eigen rol
o Validiteit (validity)
Interviewer kan doorvragen op antwoorden van participanten
Interviewer moet zich bewust zijn van non-verbale signalen van de participanten.
De signalen geven informatie over hoe zeker en eerlijk de participant antwoorden geeft.
Belang van verstandhouding (rapport)
Typen interviews:
o Semi-gestructureerde interviews
Interviewer heeft voorbereide vragen, maar kan nog subvragen stellen
o Ongestructureerde interviews
Interviewer heeft geen vragen maar onderwerpen voorbereid die moeten worden besproken.
o Oral history
Een semi- of ongestructureerd interview waarbij de geïnterviewde wordt gevraagd naar een
specifieke tijd of periode.
Wordt gebruikt om geschiedenisverhalen te bewaren.
Nadeel: reactiviteit doordat geïnterviewde het zich nooit letterlijk kan herinneren.
o Life history interviews
Worden gebruikt om de levensloop (life course) in kaart te brengen.
Is ontworpen voor onderzoek in tegenstelling tot oral history dat niet is ontorpen voor
gebruik in onderzoek.
o Cognitive interviews
Ondersteunende interviews voor de surveys die onderzoekers hebben uitgevoerd.
Voordeel: hierdoor kunnen ze verklaringen of uitleg geven.
Stappenplan voor het uitvoeren van interviews:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LiladeWit. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.15. You're not tied to anything after your purchase.