100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Middeleeuwen (Rosenwein, aantekeningen van hoorcollege's en artikelen) $5.97   Add to cart

Summary

Samenvatting Middeleeuwen (Rosenwein, aantekeningen van hoorcollege's en artikelen)

2 reviews
 307 views  11 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak 'Middeleeuwen'. Bevat aantekeningen van hoorcolleges, werkcolleges, overige aantekeningen, samenvatting van het handboek 'A Short History of the Middle Ages' van Rosenwein en samenvattingen van alle relevante artikelen voor dit vak. Kortom: alles wat je nodig hebt en moet l...

[Show more]

Preview 3 out of 49  pages

  • June 4, 2015
  • 49
  • 2014/2015
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: maxgeerlings • 6 year ago

review-writer-avatar

By: Shukri • 6 year ago

avatar-seller
Maaike de Kleijn Samenvatting Middeleeuwen 11 juni 2015


Week 1 – Bisschoppen in het post-Romeinse Westen
Hoorcollege 1 – Introductiecursus Middeleeuwen
BEGRIP – Het begrip ‘Middeleeuwen’ is in de 14 e en 15e eeuw bedacht door de humanisten,
waaronder Petrarca en Gibbon. De Klassieke periode werd als voorbeeld genomen en de
Middeleeuwen werden gezien als een periode van barbarij en verval. Deze periode werd dan
ook gezien als onbelangrijk. Het begrip ‘klassiek’ heeft altijd een positieve klank gehad,
terwijl alles was slecht is, juist met ‘Middeleeuwen’ wordt geassocieerd. De humanist Edward
Gibbon (1737-1794) ziet de Late Oudheid als een periode van afname en verval. Volgens
Peter Brown is dit juist een periode van creativiteit en verandering. Er bestaat hier vandaag
de dag nog steeds discussie over. Ook Rosenwein neemt afstand van de gedachte van de
Middeleeuwen als een periode van verval. Zij spreekt liever van een transformatieproces en
volgens haar bestaan de Middeleeuwen uit twee periodes, die worden gescheiden rond het
jaar 1000. In de Verlichting werden de Middeleeuwen als een periode van bijgeloof en
verdwijning van de ratio gezien. Tijdens de Romantiek kreeg het een positievere
beeldvorming, omdat de Middeleeuwen als authentieker dan de Klassieke Tijd werd gezien.
Men ging op zoek naar haar eigen wortels, die vaak in de Middeleeuwen werden gevonden.
DE ROMEINEN EN BARBAREN – Een barbaar is een niet-Griekssprekend persoon, die
onbeschaafd is en onderworpen moest worden. Het is een van buitenaf opgelegd etiket,
waarmee er een tegenbeeld van de Romeinen wordt geschetst. De barbaren waren geen
nomadische, maar sedentaire samenlevingen. Er bestonden geen biologische verschillen
tussen verschillende volken of Romeinen en barbaren, maar er waren wel culturele
verschillen. Groepen verliezen hun oude identiteit en vormen een nieuwe. Etnische
identiteiten zijn flexibel. Volkeren komen op, maar verdwijnen even snel. Dit proces van
verval en ontstaan van nieuwe stammen noemt men ethnogenese. De barbaarse koning
Clovis gedroeg zich als een Romeinse keizer. Hij imiteert de Romeinse cultuur met recht in
het Latijn en wil deel uitmaken van de Romeinse samenleving. Er worden verdragen
gesloten tussen barbaren en Romeinen. Er is ook kritiek op de transformatiethese, omdat
deze te rooskleurig en geweldloos zou zijn.
DE ROMEINEN EN HET CHRISTENDOM – Constantijn was officieel geen christen, maar hij
was deze religie wel gunstig gezind. Na de Slag bij de Milvische brug formuleerde hij in 313
het Edict van Milaan, waarin het christendom als godsdienst in het Romeinse Rijk werd
toegestaan. Ook steunt hij het geloof actief door een nieuwe hoofdstad met christelijk
karakter te stichten, in 325 het Concilie van Nicaea bijeen te roepen en kerken te bouwen.
Hij was revolutionair, omdat de Romeinen en christenen elkaar tot die tijd als tegenstanders
hadden gezien. De christenen moesten zich ineens met het rijk identificeren. Religie was een
zaak van algemeen belang en behoorde niet alleen toe aan een stad of elite. Het ging niet
alleen om rituelen, maar ook om bepaald gedrag en ethiek. Het is dus niet alleen religieus,
maar ook klassiek filosofisch van aard. Dit is ook te zien aan de vergelijkbare rol van
geschriften. Toch is er ook een groot verschil. De filosofische geschriften werden geschreven
door een geletterde elite, terwijl christelijke boeken van een matige literaire kwaliteit waren.
De kerkvaders maakten de religie acceptabel voor de elite. Voor opgeleide Romeinen bleef
de Bijbel primitief door haar schrijfstijl. Augustinus van Hippo blikt terug op zijn eerste
kennismaking met de Bijbel, waarin hij haar vorm als slecht achtte. Zijn belangrijkste werken
waren de Confessiones (intellectuele biografie, waarin hij religie met filosofie verbond) en De
civitate dei (reactie op de plundering van Rome door de Visigothen, waarin hij de
geschiedenis van de kerk en de wereld met elkaar verbond). Ambrosius van Milaan (333-
397) kwam uit een hooggeplaatste familie en had veel bestuurlijke en retorische ervaring. Hij
ging op zoek naar de symbolische betekenis van de Bijbel en schreef een commentaar op
het scheppingsverhaal (Exameron). Hij behield nauwe contacten met het hof en bemoeide
zich met de politiek. Hij was de eerste die boetedoening van de keizer eiste en kwam
daarom in conflict met meerdere keizers. Ambrosius maakte het ambt van bisschop
belangrijk. Hiëronymus (342-420) was retorisch goed geschoold en leefde een ascetisch
leven. Hij kreeg een belangrijk visioen over Cicero en Christus. Hij leerde zowel Latijn als
Hebreeuws en was de auteur van de Vulgaat: de eerste goede Latijnse vertaling van de

,Maaike de Kleijn Samenvatting Middeleeuwen 11 juni 2015


Bijbel. Alle kerkvaders hadden een uitstekende scholing in de retorica gehad en de
Bijbelboeken becommentarieerd met een diepere filosofische betekenis.
Rosenwein – Prelude: The Roman World Transformed (300-600)
In de 3e eeuw was het Romeinse rijk als een sjaal rondom de Middellandse Zee gedrapeerd.
Dit was het Rijk van ‘decline and fall’ volgens Edward Gibbon, maar hierin heeft hij geen
gelijk. Veel Romeinen zagen de val natuurlijk niet positief tegemoet, maar het was een
logische uitkomst van omstandigheden. De barbaren waren daarentegen erg blij met het
overnemen van dit rijk en hun eigen aanpassingen. Dat het Rijk te groot was om door één
man bestuurd te kunnen worden, werd duidelijk in de crisis van de 3 e eeuw. Er werd een
grotere verdediging ingezet tegen de invasies van barbaren, maar er waren niet genoeg
mensen. Ook waren er grote problemen met de opvolging. Het primaat van de provincies
werd verstevigd bij de noodzaak van voedsel en wapens voor het leger. Het gehele rijk werd
gemilitariseerd. Diocletianus en Constantijn brachten de crisis tot een einde door het rijk op
te splitsen. De joden in Palestina werden steeds onrustiger onder de Romeinse dominantie
en begonnen te experimenteren met nieuwe vormen van moraliteit en leefstijlen. Dit groeide
uit tot het christendom, waar de Romeinse elite eerst niets mee te maken wilde hebben. Toch
had het ook zijn aantrekkelijke kanten door de educatie. Voor mensen in provincies was het
fijn, omdat zij zich toch nooit echt Romeins hadden gevoeld. Christenen werden vooral in
crisistijden vervolgd. Ondertussen organiseerde de Christelijke samenleving zich en in 313
werd het geloof officieel getolereerd in het Edict van Milaan. Constantijn was de eerste keizer
die zich bekeerde, waarna er nog velen zouden volgen. Theodosius maakte het zelfs de
staatsgodsdienst in 325 in het Concilie van Nicaea. In de 4 e en 5e eeuw voerden de
christenen onderling een hevige strijd over de inhoud van het geloof. De kerkvaders
speelden een belangrijke rol binnen deze discussies. Ten eerste was er een discussie tussen
Athanasius en de Ariërs over de natuur van de drie-eenheid, waarbij Athanasius won. De
periode van 350 tot 450 kan ook wel de ‘eeuw van de strijdende doctrines’ worden genoemd.
Kerkvader Augustinus schreef belangrijke werken die antwoord gaven op de vragen die over
het geloof werden gesteld. Zijn belangrijkste werk is City of God, waarin hij de nieuwe
christelijke samenleving vorm gaf. In het geloof werd de Eucharistie en heiligen erg
belangrijk. Heiligen waren een voorbeeld voor de bevolking en speelden een bemiddelende
rol tussen God en de christelijke bevolking. Net zoals Christendom vanuit de provincies naar
het centrum van het rijk kwam, zo kwamen ook provinciale kunstvormen naar het centrum.
Hierin stond natuur centraal, omdat de provincies steeds belangrijker werden geacht. In de
kunst zie je in de 4e eeuw dus ook meer interesse in provinciale kunstvormen ontstaan.
Hoewel deze vorm van kunst niet Christelijk was, werd het wel snel door de christenen
overgenomen. In dezelfde periode vielen de barbaren het rijk aan. De Gothen vanuit het
gebied rondom de Zwarte Zee vielen het rijk aan, maar werden al snel in het Romeinse leger
opgenomen. Deze alliantie viel uiteen met de komst van de Hunnen uit Azië. In 378 vielen de
Visigothen Rome aan en namen Spanje in. Zij hadden zo’n grote invloed op het Romeinse
Rijk, dat sommige historici dit punt al als het einde van het Romeinse rijk zien. Ook andere
barbaarse groepen vielen in deze periode het rijk aan. Rond het jaar 500 was het Romeinse
Rijk al geen sjaal meer rond de Middellandse Zee, maar een mozaïek. Alleen het oosterse
deel van de sjaal bleef intact. Wat er nieuw was aan de zesde eeuwse ‘orde’ was minder de
opkomst van barbaarse groepen, maar vooral het verval van steden en de opleving van het
platteland, de dominantie van de rijken en de domesticatie van het christendom. In het
oosten kwam het Byzantijnse Rijk op. De barbaren stonden niet enorm negatief tegenover de
Romeinen. Het enige punt van verschil was het Arische geloof. Veel barbaren namen
Romeinse dingen over, zoals hun wetten in het Latijn. In de vierde eeuw vonden Romeinen
het al heel normaal om onder barbaarse koningen te leven. De middenklasse verdween door
het nieuwe belastingenstelsel. De verschuiving van stad naar platteland bracht een nieuw
lokaal gevoel met zich mee. De lange afstandshandel met het Mediterrane gebied nam af.
Kloostergemeenschappen namen toe en monniken werden gezien als een verwezenlijking
van deugden. In het oosten kwam ook een nieuwe orde, maar deze was minder verschillend
dan in het westen. Er bleven hier autoritaire leiders bestaan, maar het was geen Romeins
Rijk in het klein. Het was veel soberder.

, Maaike de Kleijn Samenvatting Middeleeuwen 11 juni 2015




Werkcollege
Kerkvaders zijn de grondleggers die aan de basis van het geloof staan. Er bestaan vier
kerkvaders voor het westelijke rijk van ongeveer 380 tot 420. Zij leverden een intellectuele
bijdrage aan het geloof. Augustinus was de belangrijkste kerkvader, omdat hij de meest
invloedrijke filosoof is gebleken, die veel over ethiek heeft geschreven.
Er bestaat een transformatieproces tussen de Romeinen en barbaren, waardoor grote
ontwikkelingen werden geïmiteerd door de barbaren. Etnogenese is de vorming van volkeren
en is een ingewikkeld proces. Vroeger werd gedacht dat er enorme volksverhuizingen
plaatsvonden, maar later is deze hypothese verlaten: er waren wel immigranten, maar er
bestond vooral een vorming van nieuwe volkeren.
Een heilige is iemand die zo voorbeeldig heeft geleefd, dat deze na de dood de status van
heilige krijgt. Vaak gaat dit gepaard met spectaculaire verhalen en heeft deze persoon
wonderen verricht. Na de dood hebben de graven nog steeds genezende krachten.
Kunst verandert met de tijd en Rosenwein probeert het esthetische element van de
Romeinse kunst onderuit te halen. Het doel van de kunst was om de symbolische en
hiërarchische orde af te beelden. De belangrijkste ontwikkelingen worden samengevat in de
eerste alinea!
De Era of Competing Doctrines bestaat van 323 tot 451. Er vinden in deze periode
verschillende discussie plaats over de inhoud van het Christendom, zoals het Concilie van
Nicaea. Vooral de verhouding van Jezus tot de drie-eenheid en de vrije wil zijn punten van
discussie. Een concilie is een algemene kerkvergadering over geloofskwesties. Als je niet de
juiste richting uit dacht, zou je de gratie van God missen en omdat deze barbarij werd
toegestaan, zou het orthodoxe karakter van het geloof verloren gaan. Deze periode ontstaat
na het Edict van Milaan (313), omdat het Christendom toen als voorkeursreligie werd
aangenomen. Vanaf toen werd er dus ook nagedacht wat deze religie zou inhouden en wie
dat moest bepalen. Nadat het Christendom door Theodosius als staatsreligie werd
aangenomen, werd de publieke uitoefening van andere religies verboden.
1. Waarom geeft Rosenwein dit hoofdstuk de titel ‘The Roman World Transformed’?
Er ontstaat een verandering van een scarf naar een mozaïek rond de Middellandse Zee. Er
was dus sprake van een verandering, en niet van ‘decline and fall’. Er was dus geen breuk,
maar een langzame transformatie, die al begon met de soldatenkeizers en die eindigde rond
750. Verschillende elementen zetten zich namelijk door, waardoor continuïteit ontstaat. Het
Rome van Diocletianus was al heel anders dan het Rome van Augustus.
2. Welke drie belangrijke ontwikkelingen stelt ze vast voor deze periode?
 Politiek: provincialisatie, waarin de keizer in Rome wordt afgezet en er een
onafhankelijker bestuur ontstaat in de vorm van een krimpende overheid.
 Sociaal-cultureel: opkomst van het christendom.
 Economisch: belastingen verdwijnen door de komst van barbaren en er ontstaat
ruralisatie door beperkingen in de stad. Veel mensen trekken naar latifundia. De
middenklasse verdwijnt, omdat veel rijken veel rijker worden en de onderste
middenklasse naar armen vervalt.

Gregorius van Tours – Historiën (426-435)
1. Reconstrueer wat er nu precies is gebeurd in de kerk van Tours.
Gregorius was bisschop van Tours en auteur van de Historiën, die als belangrijkste bron van
deze periode geldt. In dit fragment beschrijft Gregorius de lotgevallen in de kerk van Tours
rond het jaar 584: Koningin Fredegunde had haar schatmeester Eberulf na de dood van
koning Chilperic gevraagd bij haar te blijven, maar daar was hij niet op ingegaan. Zij legde
daarom al de schuld bij Eberulf, waarna hij naar Tours vluchtte. Dit brengt Gregorius in een
moeilijk parket: aan de ene kant moet hij garant staan voor de in zijn kerk gevluchte Eberulf,
aan de andere kant brengt dit hem in conflict met koning Guntram, die zijn broer Chilperic wil

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maaikedekleijn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.97  11x  sold
  • (2)
  Add to cart