Medische biologie
Voeding en spijsvertering
Spijsvertering gaat als volgt:
Mondholte
o Bevat de huig, tong en gebit
o Bevat ook een aantal speekselklieren:
o Onder tong, kaak en bij het oor
o Produceren samen 1-1,5 L speeksel per dag
o Hierin zitten: Enzymen (helpen bij de vertering) en
Antistoffen en Lysozymen (deze 2 zijn van belang
om ziektekiemen weg te houden en om de mond gezond te houden). ->
zorgen ervoor dat er een bepaalde manier van afweer ontstaat.
Slikken
1. Bolus tegen harde gehemelte, tong trekt zich terug, bolus wordt pharynx
(keelholte) ingeduwd, zachte gehemelte omhoog.
2. Strottenhoofd komt omhoog, epiglottis (strottenklepje) sluit glottis
3. Bolus komt oesophagus (slokdarm) binnen, peristaltische contracties,
onderste kringspier laat bolus door.
4. Bolus komt maag binnen. Onderste oesophagus sfincter sluit.
o Duurt ongeveer 9 seconde
Braken (emesis)
o Kan veroorzaakt worden door mechanische prikkeling (vinger in keel) of door
chemische prikkeling (giftige stoffen)
o Aantal delen die hiervoor gevoelig: zachte gehemelte, pharynx, oeophagus,
maag, begin dunne darm
o Braakcentrum in het verlengde merg. Hier zit een stukje dat pikkels kan
ontvangen en waardoor het braakreflex wordt getriggerd.
o Bij overgeven:
o Ga je meer slijm/speeksel produceren -> spijsverteringskanaal wordt
beschermd.
o Pylorissfincter (kringspier tussen 12-vingerige darm en maag) ontspant
o Peristaltische golven en krachtige uitademing
o Inhoud van duodenum en begin jejunum naar maag gestuwd
o Maaginhoud wordt naar buiten gestuwd
o Toegang naar de neusholte geblokkeerd
,Slokdarm – Oesophagus
o Bevat veel glad spierweefsel
o Bevat meerlagig plaveisel epitheel weefsel
(werkt beschermend)
o Heeft aantal kringspieren:
o Bovenste oesophagus sfincter (ook wel
keelholtekringspier)
o Onderste oesophagus sfincter (kringspier)(middenrif
heeft ook functie)
o (ook wel gastro-oesofageale sfincter genoemd)
Maag – ventriculus – gaster
o Functie
o Tijdelijke opslag (eten)
o Kneding
o Chemische afbraak (de vertering vindt alvast plaats bijv. van eiwitten)
o Productie van intrinsieke factor (stofje wat je nodig hebt om
vitamine B12 op te kunnen nemen)
o Maagwand geplooid
o Maag heeft een sterkte musculatuur (daardoor kan alle kanten op
bewegen)
o Longitudinale laag (lengte)
o Circulaire laag (rondom)
o Schuine laag
Peritoneum (buikvlies)
o Kan gaan ontsteken
o Visceraal peritonium (laag over de organen heen)
o Pariëntaal peritoneum (bekleed de buikholte)
o Darmen loggen niet los in de buik en omvatten het visceraal peritonium, dat
vouwt eromheen en vervolgens krijg je dubbele laag van het buikvlies en dat
heet mesenteria
o Mesenteria hangt vast aan de achterkant van de buikwand
o Buikvlies heeft 2 speciale stukken:
o Omentum minus: stuk buikvlies dat zich bevindt tussen de maag en de
lever
o Omentum majus: flap die in de buikwand bovenop de darmen ligt en
dekt de darmen af
, duodenum =
Dunne darm 12-vingerige darm
o Belangrijkst voor de resorptie van voedingsstoffen
jejunum =
o Totaal ongeveer 6 meter lang
nuchtere darm
o Delen:
o Duodenum: 12-vingerige darm
o Jejunum: nuchtere darm
o Ileum: kronkeldarm (langste stuk)
o Veel verteringsactiviteit in dunne darm
o Pancreassap – alvleesklier -> komt in 12-
vingerige darm ileum
o Gal (door lever geproduceerd en opgeslagen in = kronkeldarm
galblaas) – galblaas -> komt in 12-vingerige
darm
o Darmsap
Histologie (weefselleer)
o Oppervlakte vergroting door: (belangrijk om de voedingsstoffen op te nemen)
o Plooien, richels in de submucosa
o Villi (darmvlokken)
o Microvilli
o Als je de voedingsstoffen opneemt dan komt dat in het capillair netwerk
o Capillair netwerk komt uit in het haarvatnetwerk en dat komt uit in de
poortader en die gaat naar de lever
o Dit heet het first-pass effect
o Weefsel bevat ook nog glad spierweefsel
Dikke darm – colon
o Bestaat uit een aantal delen:
o Blinde darm – cecum
o Appendix vermiforme
o Colon ascendes (opstijgende deel)
o Colon transversum (horizontale deel)
o Colon descendens (afdalende deel)
o Colon sigmoïdeum
o Rectum
o Anus
o Functies:
o Onttrekking van water
o Productie van vitamine K
o Opslag van ontlasting
Ontlasting
o Twee sluitspieren:
o M. Sphincter ani internus
▪ (interne anale sfincter)
▪ Werkt reflexmatig
o M. Sphincter ani externus
▪ (externe anale sfincter)
▪ Samenknijpen
, Stofwisseling = metabolisme
o 2 varianten:
o Anabolisme:
▪ Opbouwen
▪ Kleine deeltjes worden opgebouwd tot grote
moleculen
o Katabolisme
▪ Afbreken
▪ Bv. Koolhydraat afgebroken en daar krijg je
energie uit
▪ Energie maakt je lichaam uit ATP
Nutritie (voeding)
o Gezonde voeding: bevat alle voedingsstoffen die nodig zijn om de
homeostase te handhaven, dus om je lichaam in evenwicht te laten blijven
o Ondervoeding: een ongezonde situatie die ontstaat wanneer te weinig, of te
eenzijdig voeding ingenomen wordt.
o In voeding heb je een aantal categorieën:
o Brandstoffen zijn stoffen waar je energie uit kan krijgen -> uit vetten de meeste
o Bouwstoffen zijn stoffen om je cellen op te bouwen
o Beschermde stoffen zorgen er bijvoorbeeld voor dat de afweer goed
functioneert.
Brandstoffen
o Je hebt in je lichaam allemaal hoeveelheden reserves zitten:
o Glycogeen (keten van glucosemoleculen)
▪ Die suikerreserve zit opgeslagen in je spieren en lever
▪ Glycogeen kan je afbreken en dan krijg je glucose en daar kun je
energie uit halen.
▪ De energie eruit halen gebeurt voornamelijk in de mitochondria
o Vetten
▪ Kun je afbreken tot vetzuren en glycerol
▪ Vetzuren zijn de staarten van het vet
▪ Glycerol is de kop van het vet
o Eiwitten
▪ Worden als laatste afgebroken
▪ Kan je aminozuren van maken
o Voedingsstoffen komen in de dunne darm terecht
o Worden vervolgens afgebroken door bv. Zetmeel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isasmolders. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.