Uitgebreide samenvatting voor de landelijke kennisbasistoets taal
26 views 0 purchase
Course
Kennisbasis Nederlands / Taal
Institution
Katholieke Pabo Zwolle (KPZ)
Book
Basiskennis taalonderwijs
Uitgebreide samenvatting voor de landelijke basiskennistoets taal. Deze samenvatting is gebaseerd op de literatuur van het boek basiskennis taalonderwijs van Huizenga (2020). De samenvatting doorloopt alle noodzakelijke hoofdstukken uit dit boek voor de landelijke kennisbasistoets taal.
Ik heb de...
Hoofdstuk 2: Taalonderwijs en taal
2.1 Taalonderwijs
We geven apart onderwijs in taal omdat:
- Schriftelijke taalvaardigheid leren kinderen niet spontaan.
- Niet alle kinderen kunnen zich zelfstandig een bepaald niveau van taalvaardigheid eigen
maken.
- Op school leer je een ander soort taalgebruik dan in het dagelijks leven.
- Bepaalde taalvormen leer je alleen met behulp van het taalonderwijs.
- Als je kinderen plezier in het lezen van boeken wilt bijbrengen, dan moet je daar apart
aandacht aan besteden.
Het taalonderwijs is onder verdeeld in de volgende domeinen, waarin in de volgende hoofdstukken
meer aandacht wordt besteed. Je hebt:
- Mondelinge taalvaardigheid; hierbij staat spreken en luisteren centraal.
- Woordenschat; hierbij gaat het om aanleren van de betekenis van nieuwe woorden en
uitdrukkingen.
- Beginnende geletterdheid; hierbij gaat het om het vermogen om schriftelijke taal te begrijpen
en te gebruiken.
- Voortgezet technisch lezen; het gaat hierom het ontcijferen van letters en het hardop lezen
van woorden.
- Begrijpend lezen; hierbij gaat het om het begrijpen van de tekst.
- Stellen; hierbij gaat het om schrijven van teksten.
- Jeugdliteratuur; het gaat om boeken in een ruime zin.
- Taalbeschouwing; hierbij leer je kinderen reflecteren om de taalvorm en de manier waarop
je taal gebruikt.
- Spelling; hierbij leren de kinderen woorden correct schrijven en het hanteren van
spellingregels.
2.2 Het taalsysteem
Je het verschillende functies van taal;
De communicatieve of sociale functie
We gebruiken taal als een communicatiemiddel als we iets vragen, onze mening geven of uitleggen
wat de kortste route naar het station is. een spreker wil een boodschap doorgeven aan een hoorder.
Je hebt daarbinnen weer verschillende taalfuncties;
- Zelfhandhaving: je komt op voor jezelf en beschermt jezelf.
- Zelfsturing: je ordent met woorden je handelen en kondigt je plannen aan.
- Sturing van andere: je beïnvloed het gedrag of het handelen van anderen.
- Structurering van het gesprek: je gebruikt taal om de gespreksverloop te beïnvloeden.
De conceptualiserende of cognitieve functie
Je gebruikt de taal als hulpmiddel of je gedachten te ordenen en greep te krijgen op de werkelijkheid.
Hieronder vallen de volgende cognitieve taalfuncties:
- Rapporteren: je kunt hierbij dingen benoemen, etiketteren, beschrijven en vergelijken.
- Redeneren: je kan een gebeurtenis chronologisch ordenen, conclusies trekken een relatie
leggen tussen middel en doel, maar ook relaties tussen oorzaak en gevolg of probleem
oplossen.
- Projecteren: je probeert je te verplaatsen in de gedachten en gevoelens van iemand anders.
De expressieve taalfunctie
Je kan taal ook gebruiken om te experimenteren, om hun gevoelens te uiten of om iets te zeggen dat
anderen nog niet eerder gezegd hebben.
,Je hebt de verschillende niveaus van taal:
Niveau Regels voor;
Fonologisch niveau Uitspraak
Morfologisch niveau Opbouw van woorden
Syntactisch niveau Volgorde van woorden
Semantisch niveau Betekenis
Pragmatisch niveau Gebruik
Orthografisch niveau Spelling
, Hoofdstuk 3: Mondelinge taalvaardigheid
3.1 Taalverwerving
Er zijn 3 hoofdstromingen die hun theorieën hebben over hoe taal verworven wordt;
1. Behaviorisme:
Dit is een stroming die er van uit gaat dat kinderen taal leren door imitatie. Kinderen bootsen
de taal in hun omgeving na.
2. Creatieve constructietheorie:
binnen deze theorie gaat men ervan uit dat kinderen taal niet imiteren, maar zelf over een
aangeboren taalvermogen beschikken waarmee ze op een creatieve manier zinnen kunnen
bouwen.
3. Interactionele benadering:
hierin wordt benadrukt dat het taalaanbod van de omgeving en de interactie tussen een kind
en andere moedertaalsprekers belangrijk is bij het leren van een taal.
De taalontwikkeling van een kind begint op fonologisch niveau met het vormen van spraakklanken.
Kinderen ontwikkelen zich op het morfologisch niveau, waarbij het gaat om de manier waarop
woorden worden gevormd. Ook op het semantisch niveau, waarbij het gaat om de betekenis van
woorden, ontwikkelen kinderen zich. Op het syntactisch niveau leren kinderen de regels die er zijn
voor het combineren van woorden.
In het taalverwervingsproces onderscheiden we de volgende twee perioden:
1. De prelinguale periode (van 0 tot 1 jaar)
2. De linguale periode, die vervolgens weer onder te verdelen is in:
o De vroeglinguale periode (van 1 tot 2,5 jaar)
o De differentiatiefase (van 2,5 tot 5 jaar)
o De voltooiingsfase (van 5 tot 9 jaar)
Naast je moedertaal kan je ook een tweede taal spreken. Als een kind de tweede taal tegelijk leert
spreken als de moedertaal spreek je van simultane tweetaligheid. Dit moet altijd gebeuren voor het
3e levensjaar. Wat echter vaker voorkomt is successieve tweetaligheid. Kinderen leren een tweede
taal nadat ze een eerste taal hebben geleerd. Bij successieve tweetaligheid leert een kind de tweede
taal met de kennis die hij heeft van zijn eerste taal, hierdoor kunnen er interferentiefouten
voorkomen. Een voorbeeld hiervan is dat een Turks kind geen lidwoorden gebruikt, omdat hij deze
niet kent vanuit zijn eerste taal.
3.2 Spreek- en luisterstrategieën
Een spreekstrategie is een manier van spreken die iemand hanteert om en bepaald spreekdoel te
bereiken. Bij het bepalen van je spreekdoel zijn de volgende stappen van belang:
- Oriënteren op de inhoud
- Doel en publiek bepalen
- Plannen
- Presenteren
- Reflecteren op doel en inhoud.
Naast spreekstrategieën kennen we ook luisterstrategieën. We kennen de volgende 4 verschillende
luisterstrategieën:
1. Globaal luisteren:
je luistert globaal naar de spreker en probeert de informatie die hij verteld te begrijpen. De
volgt de lijn van het gesprek, maar laat de details achterwegen.
2. Intensief luisteren:
Bij intensief luisteren probeer je ook de details van het verhaal in je op te nemen.
3. Kritisch luisteren:
hierbij probeer je tijdens het luisteren een mening te vormen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marissawullems. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.