100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Anatomie en fysiologie - H18 Het urinaire stelsel $3.24   Add to cart

Summary

Samenvatting Anatomie en fysiologie - H18 Het urinaire stelsel

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van H18 Het urinaire stelsel uit het boek Anatomie en fysiologie, van Martini & Bartholomew - vijfde editie.

Preview 2 out of 10  pages

  • No
  • H18
  • February 9, 2022
  • 10
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
H18: Het urinaire stelsel
18.1 Het urinaire stelsel dat uit de nieren, de urineleiders, de urineblaas en de urinebuis
bestaat, heeft drie belangrijk functies
1. Excretie → verwijdering van organische afvalstoffen uit lichaamsvloeistoffen
2. Eliminatie → lozing van deze afvalstoffen naar buiten
3. Homeostatische regeling van het volume en de concentratie opgeloste stoffen in het
bloedplasma

Nieren voeren de uitscheidingsfuncties uit doordat ze urine vormen: een vloeistof die water, ionen
en kleine opgeloste stoffen bevat > stroomt via de urinewegen: gepaarde buizen (urineleiders) >
naar de urineblaas: gespierde zak voor de tijdelijke opslag van urine > via de urinebuizen wordt het
naar buiten gevoerd
Mictie → proces van het lozen van urine

Hormonale functies urinaire stelsel:
- Reguleren van het bloedvolume en de bloeddruk, door (1) volume van het water aan te
passen dat met de urine verloren gaat, (2) afgeven van erytropoëtine en (3) afgifte renine
- Reguleren van de concentratie Na+ Ka+ Cl- en andere ionen
- Bijdrage aan het stabiliseren van de pH van bloed, door verlies H + en HCO3- in urine te regelen
- Behoud van waardevolle voedingsstoffen, zoals glucose en aminozuren

18.2 De sterk doorbloede nieren bevatten functionele eenheden, de zogenoemde
nefronen, waarin filtratie, terugresorptie en afgifte plaatsvindt
Nieren liggen retroperitoneaal: achter het buikvlies (peritoneum), linker ligt lager
Worden op hun plaats gehouden door:
1. Het bovengelegen buikvlies
2. Contact met aangrenzende organen
3. Ondersteunende bindweefsels
Nieren zijn bedekt door een dicht, vezelig nierkapsel en verpakt in een zacht kussen van vetweefsel
Wandelende nier → nier waarvan de ophangbanden zijn beschadigd, ureters en bloedvaten kunnen
draaien of geknikt raken

Nier: 10 cm lang 5,5 cm breed en 3 cm dik, wegen samen <300 gram
Nierpoort: instulping, plaats waar de ureter/nierader uittreden & nierarterie/-zenuw binnenkomen
Nierkapsel: bedekt het oppervlak van de nier en omgeeft de renale sinus
Vezelig kapsel: omgeeft buitenkant nier en bekleedt renale sinus, een inwendige holte
Nierschors (cortex): buitenste
Niermerg (medulla): binnenste, bevat 6-18 kegelvormige nierpiramiden → vormen urine
Nierpapil: uiteinde nierpiramide, steekt uit in renale sinus → voert urine via buizen af naar een
komvormige holte: calix minor. 4-5 calices minores vormen samen de: calices majores
vormen samen het nierbekken: groot, trechtervormig compartiment → verbonden met
ureters; door deze buizen loopt de urine uit de nier naar de blaas
Columnae renales: banden van schorsweefsel, lopen tussen aangrenzende nierpiramiden naar de
renale sinus door
Nefronen (niereenheden): microscopisch kleine structuren in de nierschors, hier begint de
urinevorming. Iedere nier heeft er ca. 1,25 miljoen


Bloedtoevoer

, 1.200 ml bloed door nieren / min
a. renalis (nierslagader): ontspringt aan de buikaorta, zorgt voor bloedtoevoer
nierarteriën verdelen zich in renale sinus in takken > voorzien arteriae interlobulares renis
(interlobulaire arteriën) van bloed → lopen tussen nierpiramiden naar buiten, buigen langs
grenslijnen tussen schors en merg als de aa. arcuatae > uit deze kleine slagaders ontspringt een
aantal interlobulaire arteriën → voorzien schors van bloed
Afferente arteriolen → vertakken vanuit de interlob. art., voeren bloed naar capillairen van de
afzonderlijke nefronen

Efferente arteriol → voert bloed weg van nefron > bloed stroomt naar capillairnet rond de
nierbuisjes: peritubulaire capillairnet dat rond de proximale en distale tubulus contortus ligt
Corticale nefronen, bevinden zich grotendeels in de schors
Juxtamedullaire nefronen (nabij het niermerg): peritubulaire capillairen zijn verbonden met vasa
recta: lange rechte capillairen, evenwijdig aan de lis van Henle, diep in het merg → zorgen dat nieren
geconcentreerde urine kunnen vormen
> bloed komt in interlobulaire venen > monden uit in venae arcuatae, interlobulaire venen en vv.
renales (niervenen)

Nefron (niereenheid): basale functionele eenheid in de nier, bestaat uit:
 Nierlichaampje: ronde structuur, bestaande uit nierkapsel (kapsel van Bowman), komvormig
compartiment dat een capillairnetwerk (glomerulus) bevat
Door filtratie ontstaat een eiwitvrije oplossing: voorurine → komt in de:
 Nierbuis: 5 cm, bestaat uit 2 gekronkelde segmenten (in schors) die via U-buis (in merg) zijn
verbonden, belangrijkste onderdelen: proximale tubulus contortus (PCT), lis van Henle en
distale tubulus contortus (DCT)
Mondt uit in verzamelbuis: begin van het verzamelsysteem, loopt schors uit en daalt af in merg,
vloeistof gaat via verzamelbuis richting van verzamelkanaaltje > vloeistof heet dan urine > gaat dan
naar calices en nierbekken

! Belangrijk: De nieren verwijderen afvalstoffen uit het bloed, ze spelen ook een rol bij de regeling
van het bloedvolume en de bloeddruk, de concentraties van verschillende ionen en van de pH van
het bloed. Nefronen zijn de functionele eenheden van de nieren.

Functies nefron
- nierlichaampje: hier vindt filtratie plaats
- nierbuis: terugresorptie bruikbare organische moleculen en 90% van het water, en afgifte van
achtergebleven afvalstoffen

Nierlichaampje bestaat uit:
o glomerulus (haarvatennet)
glomerulusmembraan: scheidt glomerulus van dekweefsel met capillairen
o kapsel (kapsel van Bowman)
kapselholte: komt voorurine in terecht, mondt uit in nierbuis
Dekweefsel rondom capillairen bestaat uit podocyten → lange celuitlopers (pedikels) die rond de
afzonderlijke capillairen zijn gewikkeld
Capillairen worden gefenestreerd genoemd: (fenestra = ‘venster’) endotheelcellen bevatten poriën
Stoffen bereiken de kapselholte wanneer ze het filtratiemembraan passeren:
- de poriën van de endotheelcellen (capillairen)
- de vezels van de basaalmembraan en
- de filtratiespleten tussen de smalle uitstulpingen van de podocyten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annedeckers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

61001 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.24
  • (0)
  Add to cart