Samenvatting van de hoofdstukken 2 tot en met 5 van het boek 'ontwikkelingspsychologie voor leerkrachten basisonderwijs' (druk 4, 2019). Deze samenvatting is gebruikt voor het maken van de toets, passend bij dit boek, in het eerste leerjaar van de pabo.
Hoofdstuk 2
De complexiteit van de mens blijkt uit het feit dat er geen theorie is die op een algemeen geldende
manier alle ontwikkelingsverschijnselen in het gedrag van kinderen verklaart. Betekenis geven aan
gebeurtenissen gebeurt voor een belangrijk deel in narratieven (ervaringen die in verhalen en
aansprekende beelden vorm worden gegeven). Het is niet voldoende om afstandelijke informatie op
te nemen, maar het gaat ook om jouw betrokkenheid en nieuwsgierigheid.
Om goed te kunnen handelen moet je je bewust worden van je eigen pedagogisch
invoelingsvermogen. Vanuit jouw individuele levensgeschiedenis ontstaan ideeën etc.. die
voortdurend opnieuw bewerkt worden. Daarbij hoort autobiografische reflectie. Dit is niet
vrijblijvend terugkijken op gebeurtenissen en daarover sappige verhalen, het is reflectie in de diepte.
Door expliciet terug te blikken op ervaringen uit het verleden. De bedoeling van het werken met
autobiografische reflectie is meer inzicht te krijgen in de persoonlijke interpretaties waarmee je naar
de beroepswerkelijkheid kijkt. Hierdoor kun je jezelf verder ontwikkelen. Door ze te delen met
anderen kun je je bewust worden van de opvattingen die je hebt over jezelf en jouw
beroepsuitoefening. Het gaat dus om de eigen wijze waarop je leerstof en ervaringen integreert.
Hoe leer je kinderen kennen?
Observaties kunnen veel duidelijk maken. Doelgerichtheid onderscheidt observeren van gewoon
kijken. Wanneer je observeert leg je doelbewust het accent op een bepaald aspect van het gedrag
dat je vervolgens letterlijk beschrijft.
Observeren = doelgericht en systematisch waarnemen van gedragingen en uitingen van één of meer
personen of van een gebeurtenis met de bedoeling om wat je ziet samen te vatten.
Observaties moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:
- Observeren moet gericht en bewust gebeuren;
- Observeren moet zo objectief mogelijk gebeuren. (geen interpretaties).
Globaal gezien kun je de verschillende observatiemethoden die er bestaan onderverdelen in:
- Longitudinale observatie. Observatie over langere periode.
- Cross-sectional observatie. Observatie van verschillende kinderen in dezelfde periode op
hetzelfde aspect; er ontstaat dan een ontwikkelingslijn van gedrag in verschillende
leeftijdsfasen.
- Transversale observatie. Verschillende kinderen van dezelfde leeftijd worden op hetzelfde
aspect geobserveerd om verschillen en overeenkomsten te vinden.
De kwaliteit van de relatie tussen de leerkracht en de groep blijkt belangrijk te zijn voor de sociaal-
emotionele ontwikkeling van kinderen. Dit zou je een algemene leervoorwaarde kunnen noemen.
Interactieanalyse is een voorbeeld van een techniek waarbij de gebeurtenissen tijdens een les
geobserveerd en vastgelegd worden. Een voorbeeld is VICS: verbale interactie categorieën systeem.
Je turft bijvoorbeeld om de twee seconden welke actie er gaande is. Je kunt ook observeren met een
beperkt doel.
Ook via een sociogram kun je veel te weten komen over verhoudingen binnen bv de schoolklas. Je
stelt vragen of laat de kinderen een vragenlijst invullen. Daarna kun je de gegevens verwerken en
ontstaat er een sociogram. Als je het via papier wilt verwerken kun je een sociomatrijs maken. Dit
kan ook online
, Sociomatrijs
Een sociogram is een grafische weergave van een tabel.
Sociogram
Met behulp van de sociometrische methode kun je twee soorten relaties onderzoeken:
1. De relaties op basis van vriendschap (wie is jou beste vriendin?)
2. De relaties op basis van samenwerken aan een taak (werksociogram)
De gebruikswijze van een sociogram is een momentopname. Je krijg pas een goed beeld wanneer je:
- Je het gebruikt in samenhang met observatie en gesprek;
- De methode een aantal keer toepast;
- Let op de wijze waarop je hem toepast (twee verschillende momenten met andere
vraagstelling);
- De verzamelde gegevens nader onderzoekt (observatieplan);
- Met de gegevens daadwerkelijk iets doet om negatief gedrag om te buigen;
- Observeert of je ingrepen ook werkelijk effect hebben.
Gesprek:
Als je een gesprek bewust gebruikt om informatie te winnen, moet je je goed voorbereiden. Carl
Rogers (Amerikaanse psycholoog), noemt een aantal voorwaarden voor een goed gesprek, een
gesprek waarbij gesprekspartners tot hun recht komen:
1. Congruentie: de leerkracht is ‘echt’. Er moet overeenstemming zijn tussen wie hij is en wat
hij zegt (menen)
2. Empathie: inleven in de belevingswereld van de kinderen;
3. Positieve blik: je moet het kind aanvaarden zoals hij is en opstaan voor gevoelens en
gedachten.
Delfos stelt de volgende eisen aan een goed en open gesprek (basale kenmerken):
Alle deelnemers voelen zich prettig (respect);
Het kind kan zijn mening en gevoelens vertellen zonder geleid of misleid te worden door een
volwassenen. De volwassene bepaald niet de richting van het gesprek;
Het kind geeft informatie. Er wordt geen informatie uit hem getrokken.
,Om tot een goed gesprek te komen zijn enkele communicatievoorwaarden te formuleren:
- Ga op dezelfde ooghoogte zitten als het kind;
- Kijk naar het kind terwijl je spreekt;
- Wissel het wel en niet maken van oogcontact af terwijl je spreekt;
- Stel het kind op zijn gemak;
- Luister en laat dit ook merken;
- Laat met behulp van voorbeelden zien dat wat een kind zegt, effect heeft;
- Vertel het kind dat het je moete zeggen wat het vindt of wat het wil, omdat je het niet kunt
weten als het kind niks vertelt;
- Probeer spelen en praten te combineren;
- Signaleer dat je het gesprek afbreekt en later voortzet wanneer je merkt dat het kind
afhaakt;
- Wanneer je een moeilijk gesprek hebt gehad, zorgt dan dat het kind daarna tot zichzelf kan
komen.
Verder is het belangrijk om een aantal basisregels in de gaten te houden tijdens het gesprek.
Kinderen snappen niet altijd wat een volwassene zegt:
- Maak het doel van het gesprek duidelijk, in verband met gelijkwaardigheid;
- Laat weten wat jou intenties zijn (subdoelen, persoonlijke of emotionele intenties)
- Laat een kind weten dat je feedback nodig hebt;
- Laat het kind weten dat het mag zwijgen;
- Probeer te benoemen wat je voelt en volg wat je voelt, gebruik je intuïtie;
- Nodig het kind uit zijn mening te geven over het gesprek;
- Maak een grove inschatting van de mentale leeftijd van het kind.
Voorbereiding voor een gesprek
Spontaan open vraaggesprek Interview Hulpverleningsgesprek
Wil het kind dit gesprek? Neem ik het gesprek op? Wil het kind dit gesprek?
Is dit een gevoelig gesprek Met welk middel neem ik het Wil het kind dit gesprek allen
voor het kind? gesprek op? voeren of met andere erbij?
Moet ik het gesprek in deze Vindt het kind het opnemen Heeft het kind hierover al eens
situatie afmaken of een niet vervelend? Vraag om met een ander persoon
vervolg arrangeren? toestemming. gesproken?
Houd bij jouw voorbereiding de volgende stappen in de gaten:
- Voorstellen
- Introductie gesprekskader (bedoeling gesprek)
- Introductie vragen voorbereiden (wie ben jij, leeftijd, klas)
- Startvraag. Neutraal, veel antwoorden mogelijk (eventueel: materiaal)
- De romp, de fase waar het omgaat. Daarbij spelen twee zaken een rol: het onderwerp en het
onderhouden van een goede relatie en sfeer. Maak niet te opzichtig gebruik van een
vragenlijst en notities.
- Afronding. Je kunt terugkomen op de bedoeling van get gesprek of kort samenvatten.
-
Observatie, sociogram en gesprek geven samen het inzicht die nodig is voor het begrijpen van de
interactie tussen leeftijdgenoten.
, Sinds 2013 is de CITO eindtoets verplicht. Formatieve toetsen zijn vaak diagnostische toetsen die deel
uitmaken van het leerproces. Ze worden vaak niet beoordeeld met een cijfer. Bij summatieve toetsen
gaat het om het meten van kennis en vaardigheden op een bepaald moment. Meetellend voor een
beoordeling. De diagnose-instrumenttoetsen zijn ontworpen om een diagnose te stellen: hoe staat
een leerling er op dit moment voor. Het is bedoeld om de leerling verder te laten ontwikkelen. Via
jouw onderwijs probeer je oorzaken van een probleem op te sporen en daar aan te werken. Bij
diagnosticerend onderwijs probeer je tijdens het onderwijs rekening te houden met de
mogelijkheden en de behoeften van de verschillende leerlingen. er wordt op verschillende manieren
diagnostisch getoetst:
- Schoolvorderingentoets: het gaat om het inzicht krijgen in de vorderingen van leerlingen en
eventuele problemen te signaleren.
- Leesvoorwaardentoets: het gaat om het inzicht krijgen op de voorwaarden voor een specifiek
vak (in dit geval lezen).
- Functietoets: specifieke functies als motoriek, waarnemen etc. worden getoetst
- Intelligentie en persoonlijkheidstest: advies over vervolgonderwijs, maar ook te gebruiken bij
gedrags- en motivatieproblemen.
Het registreren van de persoonlijkheids- en sociale ontwikkeling moeilijk te evalueren blijft. Aan de
persoonlijke en sociale ontwikkeling kunnen leren ook het schoolsucces voorspellen: motivatie,
doorzetten etc.
Het portfolio is sterk in opkomst en ontwikkeling als een vorm van rapportage. Het proces en product
worden gevolgd. Er wordt duidelijk wat een leerling heeft gedaan, welke stappen hij heeft doorlopen
en met welk resultaat. Kenmerkend is, dat de leerling zelf het portfolio bijhoudt. Dit past bij het
zelfverantwoordelijk leren. Leerling en leerkracht bepalen samen het verloop van het leerproces.
Door video-interactie leer je veel over jezelf en over de leerlingen.
Begrippen uit de ontwikkelingspsychologie
De begrippen zijn onder te verdelen in drie koppen:
- Onderwijs didactische termen: leefwereld en belevingswereld;
- Ontwikkelingspsychologische termen: klassieke ontwikkelingspsychologie,
levenslooppsychologie, ontwikkeling-ervaring-rijping, ecologische benadering en narratieve
benadering;
- Termen uit de persoonlijkheidstheorie: identiteit en genderontwikkeling.
Een mens heeft een persoonlijke levensloop waarin hij zijn individualiteit uitdrukt. De mens groeit
cognitief, motorisch en sociaal-emotioneel naar zelfstandigheid. De ontwikkeling van de mens is
complex.
Leefwereld
Het gezin en de buurt waarin kinderen wonen is het belangrijkste milieu. De verschillen in sociaal
milieu die er zijn komen onder meer tot uitdrukking in taal en de samenstelling van de gezinnen.
Daarnaast spelen woonomstandigheden, aantal kinderen in gezing, betrokkenheid van de ouders,
verschil in inkomen en verschillen in culturele belangstellingen een rol.
Sociaal-culturele factoren: het geheel (van bovenstaande) sociaal-culturele factoren vormt ook de
leefwereld van het kind. Ze hebben invloed op de ontwikkeling van het kind. Je kunt onderscheid
maken tussen etnische, sociale en culturele verschillen en die invloed daarvan op het onderwijs. De
invloed van leeftijdsgenoten op kinderen is groot. Kinderen hebben eigen normen en een eigen
cultuur. Ze doen dat samen met andere kinderen. Ze houden van ‘op het randje’ uitdagen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleur02vandenberg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.56. You're not tied to anything after your purchase.