Samenvatting Uitgebreide pathofysiologische analyse van het ziektebeeld Diabetes Mellitus type 1 en 2 (zie beschrijving).
33 views 0 purchase
Course
Pathofysiologie
Institution
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
In het bestand worden de volgende punten beantwoord:
1. Epidemiologie van de aandoening
2. Etiologie van de aandoening
3. Normale, gezonde anatomie van het orgaansysteem
4. Normale, gezonde fysiologie van het orgaansysteem
5. De pathofysiologie van de aandoening
6. Klachten, symptomen, klinis...
THEMA DIABETES MELLITUS
Inleiding ziektebeeld Diabetes Mellitus
Bron: Hulpboek medische kennis
Diabetes mellitus noemen we ook wel suikerziekte. Het is een aandoening waarbij de hoeveelheid
glucose in het bloed te groot is door een afwijking in de stofwisseling. Het overschot aan glucose
wordt uitgeplast. De urine bevat dus glucose, hieraan ontleent de ziekte de naam. (diabetes =
doorheen gaan – mellitus = honingzoet). Het probleem in de stofwisseling ontstaat als gevolg van een
gebrek aan insuline of een verminderde gevoeligheid van de cellen voor insuline. Het is een
chronische ziekte.
We onderscheiden twee typen diabetes mellitus
Diabetes mellitus type 1: De alvleesklier kan weinig of geen insuline maken. Deze vorm ontstaat
vaak al op jongere leeftijd, meestal in korte tijd. Er is een absoluut tekort aan insuline. De patiënt zal
insuline moeten spuiten, omdat er anders een levensbedreigende ontregeling optreedt. We noemen
DM1 daarom ook wel insulineafhankelijke DM.
Diabetes mellitus type 2: De alvleesklier kan wel insuline maken, maar te weinig om in de behoefte
van het lichaam te voorzien. Deze vorm ontstaat vooral bij ouderen en bij mensen met obesitas. De
klachten ontstaan geleidelijker dan bij DM1. Deze vorm van diabetes wordt niet altijd meteen herkend.
Er is een relatief tekort aan insuline. Om te kunnen overleven zijn DM2-patiënten niet afhankelijk van
insuline; daarom noemen we DM2 insulineonafhankelijke DM.
Bron: Dieetbehandelingsrichtlijnen
Diabetes mellitus type 1:
Destructie van insulineproducerende bètacellen van de eilandjes van Langerhans, waardoor een
absoluut tekort aan insuline en hyperglykemie ontstaat, ontwikkelt zich in korte tijd, wordt meestal bij
kinderen en jongvolwassenen gediagnosticeerd.
Diabetes mellitus type 2:
Insulineresistentie en bètaceldisfunctie (disfunctionerende bètacellen en verminderd aantal
bètacellen), waardoor er hyperglykemie optreedt, de ziekte kan lange tijd ongemerkt verlopen,
aangezien mild verhoogde bloedglucosewaarden in het algemeen geen klachten veroorzaken.
Overige typen diabetes:
• erfelijke vormen te weten MODY (Maturity-Onset Diabetes of the Young) en MIDD
(Maternally Inherited Diabetes and Deafness);
• LADA (Latent Autoimmune Diabetes in Adults), een vorm die geleidelijk ontstaat;
• Diabetes mellitus ten gevolge van andere aandoeningen zoals aandoeningen van het
exocriene pancreas, endocrinologische aandoeningen.
1. Wat is de epidemiologie van deze aandoening? Gebruik gezondheidsindicatoren zoals
incidentie, prevalentie, levensverwachting, verl oren levensjaren, mortaliteit.
Bron: Hulpboek medische kennis
DM is een ziekte die veel voorkomt en het aantal patiënten neemt toe.
Ze verwachten dat in 2025 ongeveer 1,3 miljoen mensen DM hebben.
Van de diabetes patiënten heeft ongeveer 10% DM1 en 90% DM2. Waarschijnlijk is het totaal aantal
patiënten veel groter, omdat DM niet altijd direct klachten geeft en sommige patiënten nog niet
herkend zijn. Vooral factoren als vergrijzing en de toename van het aantal mensen met overgewicht
spelen een rol bij de toename van het aantal patiënten met DM2. Ook gerichte vroege opsporing
draagt hieraan bij. Het aantal mensen met DM1 neemt eveneens toe. De oorzaak hiervan is niet
bekend.
De kwaliteit van leven kan door DM sterk worden aangetast door klachten en complicaties als
moeheid, duizeligheid en coma. Behalve acute klachten en ontregeling geeft onbehandelde DM een
grotere kans op allerlei complicaties op langere termijn, bijvoorbeeld hartinfarct en beroerte. Dit is
echter afhankelijk van hoe lang de diabetes aanwezig is en van een al dan niet juiste behandeling
(juiste instelling van de bloedglucose). Het is dus belangrijk dat patiënten met diabetes mellitus snel
worden opgespoord en goed worden behandeld.
1
,Bron: Volksgezondheid en zorg
• Er zijn ruim 1.1 miljoen mensen met diabetes.
• In bijna alle leeftijdsgroepen komt diabetes meer voor bij mannen dan bij vrouwen.
• Bijna 1,6 miljard euro voor zorg aan diabetespatiënten.
• In totaal maken de uitgaven voor de diabeteszorg 1,8% uit van de totale zorguitgaven voor de
gezondheidszorg in Nederland. Het grootste aandeel (38% van de zorguitgaven wordt besteed
aan genees- en hulpmiddelen).
Ziektelast
• In de top tien van ziekten die in 2018 de grootste ziektelast veroorzaakten, neemt diabetes de
derde plaats in.
o Bij mannen staat diabetes op de derde plaats en bij vrouwen op de zevende plaats.
• Ziektelast is uitgedrukt in DALY’s (Disability Adjusted Life Years). De DALY is een samengestelde
maat voor gezondheidsverlies en is opgebouwd uit twee componenten: de jaren verloren door
vroegtijdige sterfte en de jaren geleefd met de ziekte, rekening houdend met de ernst van de
ziekte.
• Veruit het grootste deel (85%) van de door diabetes veroorzaakte ziektelastwordt gevormd door
de jaren geleefd met diabetes (ziektejaarequivalenten). De ziektelast blijft net als de andere
ouderdomsziekten stijgen. Dit komt vooral omdat door de vergrijzing de prevalentie van de meeste
aandoeningen toeneemt. Hoe vaker een ziekte voorkomt, hoe hoger de totale ziektelast van die
ziekte in de bevolking.
Preventie diabetes type 1
Diabetes type 1 lijkt (nog) niet te voorkómen. Preventie van de auto-immuun reactie tegen de
bètacellen (de cellen die insuline produceren) is nodig, bijvoorbeeld door middel van immuuntherapie.
Dit is waar verschillende studies zich op richten. Andere studies naar de preventie van type 1 diabetes
focussen op omgevingsfactoren, bijvoorbeeld het tijdstip van introductie of het weglaten van de
introductie van koemelk in het voedingspatroon van zuigelingen.
Levensverwachting
Verschil in levensverwachting voor mensen met en zonder diabetes
De levensverwachting van mensen met diabetes hangt af van de mate waarin hun bloedglucose
onder controle is en van het al dan niet optreden van complicaties als hart- en vaatziekten en
nierproblemen. Voor zowel mannen als vrouwen van 45 jaar met diabetes type 1 is de resterende
levensverwachting ongeveer 13 jaar lager dan de levensverwachting voor mensen zonder diabetes.
Het verschil in levensverwachting is op 65-jarige leeftijd minder groot, maar bedraagt voor mannen
nog steeds acht en voor vrouwen ruim negen jaar. Bij mannen van 45 jaar met diabetes type 2 is de
levensverwachting bijna vier jaar lager dan voor mensen zonder diabetes. Voor vrouwen is dit verschil
ruim vier jaar. Het verschil in levensverwachting neemt op 65-jarige leeftijd af tot ruim twee jaar voor
mannen en bijna drie jaar voor vrouwen.
Sterfte
• In 2020 ongeveer 2.800 mensen overleden aan diabetes
o In 2020 overleden 2.796 personen met diabetes als onderliggende doodsoorzaak. Het betrof
1.446 mannen (16,7 per 100.000 mannen) en 1.350 vrouwen (15,4 per 100.000 vrouwen). De
sterfte aan diabetes neemt toe met de leeftijd.
Sterftecijfers diabetes mellitus onvolledig
o Veel sterfgevallen zijn het gevolg van complicaties van diabetes, waarbij diabetes in het verleden
vaak niet als doodsoorzaak werd geregistreerd. Het besef dringt door dat diabetes een belangrijke
2
, rol speelt bij andere ziekten (zoals hart- en vaatziekten) en de sterfte als gevolg van deze ziekten.
Hierdoor is de kwaliteit van de statistiek verbeterd. Toch zal er waarschijnlijk altijd sprake blijven
van onderrapportage, omdat de arts die de overlijdensverklaring invult niet altijd weet dat de
overledene diabetes had.
Preventie diabetes type 2
Preventie van diabetes type 2 richt zich vooral op leefstijlfactoren. In 2012 is preventie van diabetes
type 2 in de ‘Zorgstandaard diabetes’ opgenomen. Daarnaast bestaan vele initiatieven die zich richten
op een gezonde leefstijl en bereiken van een gezond gewicht. Deze initiatieven zijn voornamelijk op
hoogrisicogroepen toegespitst, zoals mensen met prediabetes, mensen met een hoog risico op hart-
en vaatziekten en mensen met overgewicht.
De bekendste Nederlandse leefstijlinterventie voor mensen met prediabetes vond plaats als onderdeel
van de studie ‘SLIM’ (Study on Lifestyle intervention and Impaired glucose tolerance Maastricht)
2. Wat is de etiologie en wat zijn risicofactoren voor deze aandoening?
Bron: Volksgezondheid en zorg & dieetbehandelingsrichtlijn 5
Oorzaken diabetes type 1 (insulineafhankelijke diabetes)
Type 1 diabetes mellitus ontstaat als gevolg van de afbraak en het verlies van insuline-producerende
cellen (bèta-cellen) van de alvleesklier (pancreas), waardoor een absoluut tekort van het hormoon
insuline ontstaat. Vaak zijn er nog wel wat functionerende bèta-cellen over, maar de kleine
hoeveelheid insuline die zij produceren is onvoldoende. Hierdoor hebben patiënten met diabetes type
1 insuline nodig als behandeling. Het immuunsysteem beschadigt de lichaamseigen bèta-cellen. Type
1-diabetes wordt daarom als een auto-immuunziekte beschouwd. De beschadiging wordt
veroorzaakt door interacties tussen genetische en omgevingsfactoren.
Type 1 diabetes ontstaat in korte tijd en het meest frequent bij kinderen tussen 5 jaar en de puberteit.
Ook bij volwassenen kan type 1 diabetes ontstaan. De aandoening ontstaat gewoonlijk acuut en kan
levensbedreigend zijn. Er is een ernstig tekort aan insulinesecretie als gevolg van vernietiging van de
eilandjes van Langerhans van de alvleesklier. Bij de meeste mensen met deze aandoening speelt er
een auto-immuunmechanisme een rol waardoor de eilandjes van Langerhans worden vernietigd. Bij
volwassenen is het beloop minder acuut en is insuline soms niet direct nodig.
Genen en omgevingsfactoren
Op elke lichaamscel is een eiwit met antigenen aanwezig. Deze antigenen helpen het immuunsysteem
om lichaamseigen cellen te kunnen onderscheiden van niet-lichaamseigen cellen. Bij diabetes type 1
zorgt een combinatie van de aanwezige genen voor het ontstaan van afwijkende typen eiwitten en
antigenen op de bèta-cellen. Het immuunssteem herkent de bèta-cellen niet als lichaamseigen, en
gaat antistoffen vormen die tot de afbraak van de bèta-cellen leiden. De omgeving kan echter ook een
rol spelen in het ontstaan van diabetes type 1, zoals bepaalde virussen, voeding en de darmflora (
Omgevingsfactoren
Oorzaak is niet bekend maar lijkt een combinatie van erfelijke aanleg en omgevingsfactoren.
Omgevingsfactoren die geassocieerd zijn met juist een verlaagd risico op diabetes type 1 zijn
borstvoeding, glutenvrij dieet in de eerste drie maanden na de geboorte en vitamine D-supplement in
de eerste twee levensjaren.
Oorzaken diabetes type 2 (niet-insulineafhankelijke diabetes)
Type 2 diabetes mellitus ontstaat als gevolg van stoornissen in de afscheiding van insuline en/of het
niet optimaal benutten van de aanwezige insuline door weefsels door ongevoeligheid voor insuline
(insulineresistentie). Dit leidt tot een relatief tekort aan insuline. Hierdoor ontstaat op den duur een te
hoog glucosegehalte in het bloed. Bij het ontstaan van diabetes type 2 spelen genetische en
omgevingsfactoren een rol. Waar bij diabetes type 1 genetische factoren de grootste rol spelen in het
ontstaan van de ziekte, zijn het bij diabetes type 2 met name de omgevingsfactoren. De genetische
aanleg is wel altijd aanwezig, maar vaak ontstaat diabetes type 2 pas na interactie met
omgevingsfactoren. Veel mensen met diabetes type 2 hebben meerdere risicofactoren tegelijk.
Interacties tussen risicofactoren spelen een rol bij het geleidelijk opbouwen van ongevoeligheid voor
insuline (insulineresistentie) en bijbehorende hoge glucosegehalten in het bloed.
Genetische factoren
3
, De genen die van invloed zijn op het ontstaan van type 2 diabetes spelen veelal een rol bij de vorming
en het functioneren van bèta-cellen in de alvleesklier, maar zijn ook van invloed op 'nuchtere'
glucosegehalten en het ontstaan van overgewicht. Het risico op het ontwikkelen van diabetes type 2 is
groter wanneer familieleden ook diabetes type 2 hebben. Wanneer één van beide ouders diabetes
type 2 heeft, is dit risico 40%, en voor beide ouders zelfs 70%. Obesitas, een grote risicofactor voor
diabetes type 2, speelt een rol bij de erfelijkheid van diabetes type 2.
Verschillende leefstijlfactoren van invloed op ontstaan diabetes type 2
Verschillende leefstijlfactoren zijn risicofactoren voor diabetes type 2. Overgewicht is één van de
grootste risicofactoren. Het risico op diabetes type 2 wordt groter naarmate het overgewicht toeneemt,
maar ook naarmate het overgewicht langer duurt. De belangrijkste risicofactor voor diabetes type 2 is
echter de hoeveelheid buikvet. Het verband tussen overgewicht en/of te veel buikvet en diabetes type
2 wordt deels verklaard door vrije vetzuren die de bèta-cellen kunnen aantasten.
Andere leefstijlfactoren die van invloed zijn op het ontwikkelen van diabetes type 2 zijn: lichamelijke
inactiviteit, ongezonde voeding (te veel verzadigd vet en onvoldoende voedingsvezels), roken en het
eten van bewerkt vlees. Matig gebruik van alcohol lijkt daarentegen het risico op diabetes te
verminderen. Ook slaapduur kan invloed hebben op het ontwikkelen van diabetes type 2. Zowel te
kort als te lang slapen wordt geassocieerd met een verhoogd risico op diabetes type 2.
Risicofactoren diabetes type 2
Risicofactoren
Persoonsgebonden factoren
Genetische factoren Diverse genen, deels onbekend welke
Familiegeschiedenis Hoger risico bij 1e graads familielid met diabetes
Etniciteit Hoger risico in bepaalde etnische groepen
Overgewicht • Ernstig overgewicht (obesitas)
• Abdominale vetverdeling
Leefstijlfactoren
Beweeggedrag Lichamelijke inactiviteit
Voeding • Teveel verzadigd vet
• Onvoldoende voedingsvezels
• Bewerkt vlees
Roken
Bron: Waugh & Grant (2018): Ross en Wilson Anatomie en Fysiologie in gezondheid en ziekte
DM type 1 DM type 2
Begin leeftijd Doorgaans kinderjaren Volwassenheid en latere leven
Lichaamsgewicht bij begin Normaal tot laag Zwaarlijvig
Optreden van symptomen Weken Maanden/jaren
Hoofdzakelijk oorzaken Auto-immuun Obesitas, gebrek aan
beweging
Insulinebehoefte Altijd Bij 20% van de gevallen
Ketonurie Ja Nee
Complicaties bij diagnose Nee Tot 25%
Erfelijke factoren Zelden Veel voorkomend
3. Beschrijf de normale, gezonde anatomie (bouw en samenstelling) van het betreffende
orgaan(-systeem) (gebruik ook plaatjes)
Bron: Hulpboek medische kennis (anatomie en fysiologie van DM)
Een goed begrip van DM vereist inzicht in de normale regulatie van de bloedglucoseconcentratie, ook
wel de bloedsuikerspiegel genoemd. Het gaat hierbij om de volgende punten:
➢ Glucose is een belangrijke brandstof voor lichaamscellen.
➢ Hersencellen kunnen alleen glucose gebruiken als brandstof.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lorenaagus. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.60. You're not tied to anything after your purchase.