100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Economie van de diergezondheidszorg $7.07   Add to cart

Summary

Samenvatting Economie van de diergezondheidszorg

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hierbij mijn samenvatting Economie van de diergezondheidszorg. Ik heb deze gemaakt in het schooljaar . Ik heb dit vak in 1 keer gehaald met een 12/20! Er staat ook nog een samenvatting Epidemiologie van de diergezondheidszorg online die ik heb gemaakt, en ik plaats ook nog een bundel online met de ...

[Show more]

Preview 4 out of 40  pages

  • February 10, 2022
  • 40
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Daantje Lange



Huisvesting van de dieren: deel 1
H1: Fysische elementen van de massa- en energiebalans in de stal
1.1 Vochtige lucht
1.1.1 De absolute en relatieve vochtigheid
- De absolute vochtigheid is de massa (g) aan waterdamp per massa (kg) droge lucht.
- De hoeveelheid waterdamp die de lucht kan bevatten, is begrensd. Verzadiging als in de lucht
de maximaal mogelijke hoeveelheid waterdamp aanwezig is. Deze maximale vochtigheid zal
ook overeenkomen met een maximale partiële dampspanning. Naarmate de lucht warmer is,
kan hij meer waterdamp bevatten. Bij het dauwpunt bereikt de lucht het verzadigingspunt bij
afkoelen. Bij deze temperatuur zal ook condensatie optreden.
- De verhouding van de aanwezige waterdampspanning tot de bij die temperatuur horende
verzadigingswaterdampspanning noemt men de relatieve vochtigheid. Meestal gegeven door
een %. Dit is zowel een maat voor het drogend vermogen van de lucht, als voor de kans op
condensatie op koude oppervlakken.

1.1.2 Het soortelijk gewicht
- Uitgedrukt in kg/m3, afhankelijk van temperatuur en hoeveelheid vocht dat aanwezig is.
- Koude lucht is zwaarder dan warme, vochtige lucht is lichter dan droge
- Soortelijk gewicht = 1 / soortelijk volume

1.1.3 De enthalpie van vochtige lucht
- Enthalpie = de energie-inhoud van vochtige lucht in vergelijking met deze van droge lucht bij
nul graden.
- Lucht is combinatie van droge lucht (zonder waterdamp) en waterdamp.
- Energie-inhoud: combinatie van: voelbare (sensibele) warmte en verborgen (latente) warmte.
- Latente warmte = energie die nodig is geweest om water om te zetten in waterdamp.
- Droge lucht van een bepaalde temperatuur heeft dus een lagere enthalpie dan vochtige lucht
van dezelfde temperatuur.




- Je kunt hierbij principe evaporatieve koeling gebruiken: water komt als nevel in de lucht, van
warme droge lucht naar vochtige lucht. Verdamping onttrekt warmte aan omgeving,
temperatuur daalt. Lucht voelt kouder aan maar is wel vochtiger. Vooral bij lucht met lage RV.
- Cooldownsysteem bij melkvee: verneveling van water vermindert gevolgen van hittestress.




Pagina 1 van 40

, Daantje Lange


1.1.4 Het diagram van Mollier
- Luchttemperatuur op de Y-as met absolute vochtigheid op de X-as.
- Veranderingen in stallucht kunnen ontstaan door verwarmen of koelen (verticaal) en/of
bevochtigen of drogen (horizontaal).
- Isenthalpische verandering is deze waarbij de energie-inhoud (enthalpie) van de vochtige lucht
niet verandert. (bij verdamping plassen of evaporatieve koeling bijv.)
- We meten de stallucht meestal met een gewone thermometer (droge bol thermometer)
waarmee we de drogeboltemperatuur meten, maar kunnen ook met natte bol thermometer
meten.
- Met de waarden van de droge- en natteboltemperatuur, kan men aan de hand vna het diagram
van Mollier de relatieve vochtigheid van de lucht bepalen, alsook de dauwtemperatuur.
- Het effect van temperatuur op soortelijk gewicht is belangrijker is dan het effect van relatieve
vochtigheid.
- Vereenvoudigde vorm van diagram van Mollier:




- Echte diagram van Mollier




Pagina 2 van 40

, Daantje Lange


1.2 De stalwanden
1.2.1 Het materiaal
- Mate waarin warmte doorheen stalwand stroomt zal onder andere afhangen van het soort
materiaal van de wand. Hierbij warmtegeleidingscoëfficiënt λ (hoeveel warmte per m2
doorheen een 1m dik materiaal stroomt bij een temperatuurverschil van 1K en een tijdspanne
van 1 seconde). Hoe lager, hoe minder geleiding, hoe beter isoleert.




Hieruit opmaken: best isolerende
materialen zijn deze die het meest
lucht bevatten en het minst water.




- Er moet voor de opbouw van een wand gestreefd worden naar een compromis: lucht = goed
isolerend, zwaar materiaal = stevig & warmte-opslag. Compromis kan gevonden worden in
materiaal zelf, of er kan gebruik gemaakt worden van verschillende materialen voor de
opbouwstructuur van een wand. Hierbij moet het capacatieve gedeelte (warmteopslag) langs
de warme kant worden geplaatst. Hierbij dus samengestelde wanden.

1.2.2 De enkelvoudige samengestelde wand
- Convectie en stralingsverschijnselen worden samengevat in de warmteovergangscoëfficiënt
(α) die gelijk is aan de hoeveelheid warmte die per m2 in 1 seconde overgaat van een fluïdum
naar een vast lichaam wanneer het temperatuurverschil 1K bedraagt.
- Er wordt vooral gewerkt met warmteovergangsweerstanden (R-waarden, zijnde de reciproque
van de α-waarden).
- Warmtedoorgang φ kan berekend worden wanneer men de λ-waarde, de dikte van de wand,
de R-waarden en de temperatuurverschillen kent.




Hoe hoger U, des te slechter de
wand isoleert (hoe meer de
warmte wordt doorgelaten)




- De U-waarde is de warmtedoorgangscoëfficient van een wand. Het is een maat voor de
hoeveelheid warmte die per m2 en per seconde door een wand vloeit bij een
temperatuurverschil van 1K.
- Beton, cementmortel en koper hebben hoge U-waarde, polyamide, polyporpyleen een
polyester hebben een lage U-waarde.

Pagina 3 van 40

, Daantje Lange


- De U-waarde kan behalve voor een enkelvoudige wand (muur, raam) evenzeer gebruikt
worden om de warmtedoorgang door een samengestelde wand (bestaande uit meerdere
verschillende lagen) te berekenen. Als er ook lucht tussen zit, spreekt men van een spouwmuur
(hierbij is de luchtlaag de spouw).
- Als er een luchtlaag aanwezig is, wordt rekening gehouden met de thermische weerstand van
de luchtlaag.
- Temperatuurverloop door samengestelde wand:

De linkerwand heeft een grotere
warmtecapaciteit en zal
temperatuurschommelingen in de stal
meer bufferen dan de rechterwand.

Je verkiest links omdat je rechts meer
warmte verliest (zal sneller opwarmen
maar ook sneller afkoelen)

Linker muur heeft bufferend effect
eens deze is opgewarmd.


1.2.3 De stal
- De stal wordt gevormd door een aantal wanden. Men kan gebruik maken van een eenvoudig
gewogen gemiddelde U-waarde om de warmteverliezen of -winsten te berekenen.
- Het dakoppervlakte maakt vaak 2/3 uit van de totale wandoppervlakte. Heeft dus het grootste
effect op de U-waarde. De temperatuur is bovenaan ook meestal hoger dan elders in de stal.
U-waarde voor het dak moet dus laag blijven (<0,5).
- Goede dakisolatie is gunstig om warmteverliezen in de winter te beperken (warmte binnen
houden), maar ook om warmteoverlast in de zomer (door zonnestraling) te beperken (warmte
buiten houden).

1.3 De massabalans in een stal
- Worden vaak beperkt tot de vochtbalans en een CO2-balans. Het gaat om een stationair
regime (in ‘’balans’’) met als enig transportmiddel de ventilatiestroom.
- De vocht- en CO2-productie in een stal worden in sterke mate door de dieren bepaald.
- Vocht- en CO2-productie in functie van de concentratie in de stal:



Hieruit afleiden dat een te vochtige stal veroorzaakt kan worden door een: te hoge
buitenvochtigheid, te hoge vochtproductie, te laag ventilatiedebiet.

1.4 De energiebalans in een stal
- De energiebalans (of warmtebalans) van een stal geeft aan dat onder stationaire
voorwaarden alle geproduceerde warmte gelijk is aan de warmte die verloren gaat. Kan
geschreven worden door: Gemiddelde U-waarde (te hoog = slechte isolatie)
Wandoppervlakte t.o.v. dierwarmteproductie (te groot = onderbezetting)
Ventilatiedebiet (te hoog = minimumventilatie overschreden)
Buitentemperatuur (te laag = lager dan ontwerptemperatuur)
Verwarming (te laag = onvoldoende of slecht werkende verwarming)

- 2/3 warmteverliezen door ventilatie, 1/3 wandverliezen waarvan 2/3 door dak


Pagina 4 van 40

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daantjelange. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.07
  • (0)
  Add to cart