100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting van het vak goederenrecht (geslaagd 1ste zit) $8.63   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting van het vak goederenrecht (geslaagd 1ste zit)

2 reviews
 283 views  8 purchases
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van het vak Goederenrecht. Op het einde staat ook de antwoorden van het examen van vorig jaar.

Preview 4 out of 129  pages

  • February 10, 2022
  • 129
  • 2021/2022
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: KatInAuto • 1 year ago

review-writer-avatar

By: SV2019 • 2 year ago

avatar-seller
1 MAYA ARNAOUT



ZAKENRECHT
1 INLEIDING


1 SITUERING


 Tussen publiek- en privaatrecht
o Publiekrecht = regels over de werking van de overheid, verhouding tussen de overheden
en verhouding tussen overheid en burger
o Privaatrecht = regelt de verhouding tussen burgers onderling
 Burgerlijk recht bestaat uit drie onderdelen
 P&F gaat over niet-patrimoniale aangelegenheden
 FVR regelt de vermogensrechtelijke elementen van P&F
 Vermogensrecht gaat over patrimoniale elementen

 Drie subjectieve vermogensrechten
o Vorderingsrechten, persoonlijke rechten of verbintenissen: patrimoniale rechtsband
tussen personen waarbij de SA gehouden is om iets te presteren t.a.v. de SE (facere, non
facere of dare  iets doen, iets niet doen of iets geven)
o Zakelijke rechten: de patrimoniale rechtsband tussen een persoon en een goed
  heerschappij op een goed zelf
o Intellectuele rechten

 Goederenrecht
o Studie van zakelijke rechten
o Studie van het voorwerp van een zakelijk recht
o Onderscheid der goederen: waarop kunnen zakelijke rechten betrekking hebben

 Evolutie goederenrecht
o Onderging 3 evoluties: dematerialisering, vermaatschappelijking en socialisering, flexibilisering
 Dematerialisering: er kwam een toenemende aandacht naar roerende en onlichamelijke
goederen vb. zakelijke rechten op schuldvorderingen. In het nieuwe goederenrecht zien
we dat zakelijke rechten alle voorwerpen zijn die vatbaar zijn voor toe-eigening, met
inbegrip van de vermogensrechten (art. 3.7 juncto 3.41 BW)
 Vermaatschappelijking en socialisering: liberalisme en individualisme temperde, vooral
bij het zakelijk recht ‘eigendom’. Zo kwam er ruimte voor de theorie van rechtsmisbruik
en burenhinder.
 Flexibilisering en instrumentalisering: het denkkader van ancien regime wijzigde. Binnen
de grenzen is er plaats gemaakt voor wilsautonomie
 Zaak vs. goed
o Een zaak = een lichamelijke goed, dus vatbaar voor zintuigelijke waarneming
o Een goed = zaken of onlichamelijke goederen
 Bestaat enkel op papier, het is een juridische creatie
 Subjectieve rechten: intellectuele rechten, zakelijke rechten en verbintenissen
 Rechtsvorderingen zijn de procesrechtelijke pendant van subjectieve rechten
 Een zaak is een goed, maar een goed is niet per se een zaak
o Meer aandacht voor zakelijke rechten op onlichamelijke goederen

 BW had vroeger drie delen
o Personen = titularissen van eigendom
o Goederen en beperkingen van eigendom
o De wijze waarop eigendom kan verkregen worden

 Top drie artikelen
o Art. 544 BW: eigendom

,2 MAYA ARNAOUT

 Hoeksteen van privaatrecht
 Eigendom is van openbare orde
  combinatie van individuele eigendom met 1134 = vrij beschikken over
eigendom (contractvrijheid)  economisch mobilisme
o Art. 1134 BW: bindende kracht van RH + contractvrijheid (beschikkingsbevoegdheid)
o Art. 1382 BW: aansprakelijkheid (pendant van verantwoordelijkheid)

 Nieuw boek 3 Goederen
o Ontwerp op 27 februari 2019 goedgekeurd  geleid tot wet 4 februari 2020
o Vervangt boek 2 door Boek 3  hernummering met gewijzigde structuur
o Principieel aanvullend recht: wilsautonomie geldt behalve indien het om definities gaat of
de wet anders bepaalt (art. 3:1 BW)


2 WAT MOETEN WE KENNEN?

 Alles wat in de les wordt gezegd
 Handboek
o Overzicht op BB van welke randnummers je niet moet kennen


3 EXAMEN

 Gesloten boek
 Drie onderdelen: theorie, inzicht en toepassing
o 5-10 stellingen (waar of fout + motiveer)
o Niet meer plaats dan nodig om te antwoorden


4 STUDEREN ZELF

 Wetboek gebruiken tijdens het studeren
 Concretiseer de leerstof – inleven in de leerstof
o Vb. inbeelden dat jij appartementseigenaar bent en problemen krijgt.

5 OPMERKINGEN

 Vragen stellen tijdens het college, tijdens de pauze of nadien
 Geen vragen mailen

,3 MAYA ARNAOUT



D EE L 1 : Z A KE N I N H E T A L G E M E E N

HOOFDSTUK 1: VERMOGENSLEER


1 BEGRIP


Vermogen = juridische algemeenheid van alle in geld waardeerbare rechten en plichten (art 3:35 BW)

 Niet-patrimoniaal: familierecht (recht om te huwen, adoptierecht), persoonlijkheidsrechten
(recht op privacy, recht op fysieke integriteit), ouderlijk gezag
 Patrimoniaal: zakelijke rechten, verbintenissen en intellectuele rechten

2 SAMENSTELLING


 In geld waardeerbare activa = de vermogensrechten (zakelijke, schuldvorderingen en intellectuele
eigendomsrechten)
o  alle zaken vatbaar voor beslag en verkoop
 In geld waardeerbare passiva = de plichten
o  de schulden
 Niet in geld waardeerbaar? Valt niet in het vermogen vb. persoonlijkheidsrechten

Johnny is garagist. Hij heeft een huis, een bedrijfsgebouw (zakelijk recht), buitenverblijf in vruchtgebruik
(zakelijk recht). Hij verhuurt een woning (vorderingsrecht op huurder tot betaling van de huurprijs). Hij is
autohandelaar (schuldvorderingen op zijn klanten).
Zijn vermogen bestaat ook uit de passiva: hij heeft voor onderdelen van wagens facturen nog niet betaald.
Dan is hij SA van verbintenissen. Wanneer hij nog een lening van een woning moet afbetalen, dan is hij SA
van een vorderingsrecht.

3 KLASSIEKE VERMOGENSLEER (DRIE PRINCIPES)


 drie principes eigen aan een vermogen, te verklaren door het onlosmakelijke verband tussen vermogen en
rechtssubject (RP of NP)

(1) elke persoon heeft een vermogen (zolang hij persoon is; onvervreemdbaarheid van het vermogen)
 Een rechtssubject in het algemeen is een mogelijke drager van r&p
o = het wezen waaraan het objectieve recht rechten en plichten kan toekennen. De
originaliteit en uniciteit van een rechtssubject is het mogen hebben van r&p  elk
rechtssubject heeft een vermogen. Hij heeft een rugzakje, ook al zit er niks in. Dit
kadertje heeft hij zolang hij persoon is en dus mogelijke drager van r&p.
 Het vermogen is onvervreemdbaar en onlosmakelijk met een persoon verbonden
o Vermogensbestanddelen uit het vermogen halen kan wel
o Juridisch kader heb je sowieso, behoudens bij algemene rechtsopvolging na overlijden
(voor NP) of fusie of splitsing (voor RP). Het vermogen kan geheel of in delen overgaan
op erfgenamen. Ze worden dan de algemene rechtsverkrijgers. Dan gaat het vermogen
wel over.

 elk persoon heeft een vermogen, want hij is een rechtssubject

(2) enkel personen zijn rechtssubjecten (RP en NP), dus enkel personen hebben een vermogen.

, 4 MAYA ARNAOUT



(3) Een persoon heeft maar één vermogen (art. 3:35, tweede lid BW)
 Vermogen vorm één eenheid waarbij alle vermogensbestanddelen en schulden in één globale universaliteit
worden genomen
 Art. 7-8 Hyp. W uit het principe van eenheid en ondeelbaarheid van het vermogen
o = SA staat met al zijn activa in voor zijn passiva
o Het vermogen is gemeenschappelijk onderpand van de SE (art. 3:36 BW)
o Je kunt het dus niet delen of voorbehouden aan iemand

A verkoopt een auto aan B. B betaalt de wagen nog niet integraal. Er komt een vonnis, B moet betalen. Dan
kan men beslag leggen op eender welk goed van B, niet per se de wagen. Omdat het vermogen een en
ondeelbaar is, een schuldvordering rust op het hele vermogen, niet op de individuele bestanddelen.

o Het vermogen is een juridische algemeenheid
  de passiva rust op het vermogen zelf
 Art. 8 en 9 Hyp. W.: gelijkheidsbeginsel m.b.t. de SE
o De SE zijn in beginsel gelijk, tenzij wettige redenen van voorrang

(4) het vermogen is dynamisch
 Goederen kunnen bij het vermogen komen en ook weggaan
 Tenzij bij de actio pauliana

4 VERMOGENSSPLITSING


1 INLEIDING

 = vermogensonderdelen afzonderen van eenheid en ondeelbaarheid en beschermen tegen de SE
o Vb. nieuwe RP creëren door een vennootschap op te richten
o  geen uitzondering op de eenheid en ondeelbaarheid Je creëert een extra vermogen,
want een RP is een rechtssubject en dus mogelijke drager van rechten en plichten
 Vereist dat er een wettelijke grondslag voor de splitsing is (art. 7-8 Hyp. W.)


2 UITZONDERINGEN OP DE EENHEID EN ONDEELBAARHEID (kort gezien in de les PPT)


2.1 ONBESLAGBARE GOEDEREN

 Vb. Art. 1408 Ger. W.: opsomming van onbeslagbare goederen, omdat ze noodzakelijk zijn, vb.
studiemateriaal, beddengoed, kledij, …
 Vb. Art. 73 wet 25 april 2007: onbeslagbaarheid van de gezinswoning
o Zelfstandigen kunnen een verklaring afleggen bij de notaris over onbeslagbaarheid van
zakelijke rechten op de gezinswoning. Als je een beroep uitoefent en een rechtspersoon
opricht, vb. vennootschap, dan is er aansprakelijkheidsbeperking, want er is een andere
persoon die kan aangevallen worden. Bij een eenmanszaak is dit niet. De SE kan dus met
uw woning gaan lopen
o  verklaring afleggen i.p.v. verplichten dat elke zelfstandige een RP opricht om zijn gezin
te beschermen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mayalibaneesje. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.63. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67163 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.63  8x  sold
  • (2)
  Add to cart