Hierbij mijn samenvatting van Cijfers Spreken voor het vak Onderzoek en Statistiek. Door mijn zelfgemaakte samenvatting heb ik een 8 weten te halen. Het is een duidelijke samenvatting waar kort vertelt wordt wat het begrip betekent, zodat je het makkelijk in je hoofd kan stappen. Ook staan er voorb...
Wat is onderzoek?
Onderzoek is de doelgerichte activiteit om voor het helpen oplossen van een onderkend probleem
kennis op te doen die nieuw is.
Wat is goed onderzoek?
Een onderzoek moet objectief zijn, controleerbaar zijn, herhaalbaar zijn en systematisch zijn.
Paragraaf 1.4.
Kennis in de psychologie komt voort uit onderzoek. In de psychologie is helaas alleen nog veel
onbekend en er is nog steeds veel discussie. Het is dus belangrijk om als psycholoog onderzoeken te
kunnen begrijpen en beoordelen.
Paragraaf 1.5 en 1.6.
Fases onderzoekproces:
1. Verhelderen van de achtergrond en de doelstelling.
2. Formuleren van een probleemstelling.
3. Ontwikkelen van de onderzoeksopzet.
4. Verwerven van gegevens.
5. Verwerken en analyseren van gegevens.
6. Interpreteren van gegevens (conclusie trekken).
7. Evalueren en terugkoppeling naar het probleem.
8. Rapporteren.
Het verloop van een onderzoek wordt ook wel onderzoekscyclus genoemd. Deze verloopt zelden
rechtlijning, dus het is niet zo dat je netjes elke stap op de juiste volgorde volgt. Soms moet je van
stap 2 terug naar stap 1, omdat je toch nog niet tevreden bent met wat je had.
Doelstelling = wat wil ik bereiken?
De doelstelling kan nooit een vraag zijn. Heb je alle informatie om je doelstelling te kunnen bereiken,
dan hoef je geen onderzoek erin te doen.
Probleemstelling = de start van het onderzoek.
Onderzoeksvraag = de vraag waarop het onderzoek antwoord moet geven.
De probleemstelling moet altijd in een vraagvorm zijn, het moet scherp zijn, het moet concreet zijn
en het moet ondubbelzinnig zijn. Bedenk een probleemstelling die niet al te groot is. Je moet de
vraag wel kunnen beantwoorden, dus moet je zelf de vraag beperken.
Paragraaf 1.7.
Kwalitatief onderzoek = onderzoek waar je ja of nee kan beantwoorden. (letters).
Kwantitatief= onderzoek waar cijfers uitkomt. (nummers).
Paragraaf 2.1.
Objecten vinden = Wie of wat?
Variabelen vinden = Wat wil ik meten?
Meetwaarden vinden = hoeveelheid achterhalen.
, Objecten verschillen van elkaar wat betreft een variabele, want het ene object heeft waarde 1 en het
andere object heeft waarde 2.
De afhankelijke variabele is afhankelijk van de onafhankelijke variabele.
Voorbeeld:
Vooropleiding = onafhankelijk.
Cijfer onderzoek en statistiek = afhankelijk.
Je opleiding die je hebt gedaan kan niet veranderen en het cijfer kan wel verschillen van de opleiding
die je gedaan hebt.
Paragraaf 2.2 en 2.3.
Meten: elke toekenning van een waarde op een variabele aan een object.
Definiëren: het vastleggen van een betekenis van een begrip.
Operationaliseren is je onderzoeksvraag definiëren totdat je je onderzoeksvraag daadwerkelijk kan
onderzoeken.
Je moet dus:
- Je variabele definiëren.
- Een instrument kiezen.
Voorbeeld:
Klantvriendelijkheid = het wel of niet glimlachen naar een klant toe. Hoe lang de wachtrij is enzo.
Operationalisaties hebben een driedelig doel: ze maken onderzoeksgegevens interpreteerbaar,
onderling vergelijkbaar en herhaalbaar.
Wanneer een variabele niet direct waarneembaar is, moet deze op indirecte wijze worden gemeten.
Dat gebeurt dan met behulp van andere variabelen, die indicatorvariabelen of indicatoren heten.
Noemerproblemen: een verkeerde keuze maken van je noemer, waardoor je voor verwarring kan
zorgen en het tot fouten kan leiden.
Een onderzoeker heeft met de variabelen van zijn probleemstelling een bepaalde bedoeling. Voordat
het echter zover is dat hij zijn meetresultaten kan verwerken, vinden er een paar vertaalslagen
plaats. Allereerst moet een onderzoeker voor zijn variabele-zoals-bedoelt meestal 1 of meerdere
indicatoren bedenken. Die indicatoren moeten weer operationeel worden gedefinieerd om te
kunnen worden gemeten. Tot slot moet dan nog de feitelijke meeting plaatsvinden. Deze levert pas
de gegevens op waarmee de onderzoeker werkt. Deze gegevens betreffen de variabele-zoals-
gemeten.
- Variabele-zoals-bedoelt.
- Indicatoren.
- Operationalisatie.
- Variabele zoals gemeteen.
Paragraaf 2.4 en 2.5.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thirzakooi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.75. You're not tied to anything after your purchase.