Samenvatting voedingsleer
Hoofdstuk 1
Een kwestie van kiezen
1.1 Schijf van vijf
Een van de belangrijkste hulpmiddelen van het voedingscentrum is de schijf van vijf. Als je
dagelijks genoeg voedingsmiddelen uit alle vakken van deze schijf eet en regelmatig varieert,
krijg je voldoende voedingsstoffen binnen.
1.2 De vakken van de schijf van vijf
Hoeveel je nodig hebt uit de schijf van vijf is afhankelijk van leeftijd en sekse. Dat niet alle
vakken even groot zijn heeft te maken met dat je uit de grotere vakken meer nodig hebt,
zoals bijvoorbeeld uit het vak van fruit. In de vakken staan alleen voedingsmiddelen die
belangrijke voedingsstoffen leveren. Als je toch een keer iets wilt eten wat niet in de schijf
valt zijn hier ‘’regels’’ voor. Neem elke dag 3 tot 5 keer iets kleins buiten de schijf, daarnaast
mag je 3 keer per week iets groots nemen.
Vak 1 groente en fruit
Je moet ongeveer 250 gram groente per dag en 2 stuks fruit. Dit heb je nodig om aan je
vitamines en mineralen te komen. Belangrijke vitamines zijn: C, foliumzuur en kalium. Er
zitten veel voedingsvezels in het vak waardoor ze je een verzadigd gevoel geven en goed zijn
voor de darmwerking. In groente en fruit zitten bijna geen calorieën maar zitten vol met
voedingsstoffen. Groente en fruit verlagen het risico op hart- en vaatziekten, darmkanker en
diabetes type 2.
Vak 2 brood, graanproducten en aardappelen
De producten uit dit vak vormen basisproducten. Een vrouw van 21 jaar mag ongeveer 4/5
sneetjes per dag. Een man van 21 mag ongeveer 6/8 sneetjes per dag. Pasta, aardappelen,
rijst en peulvruchten zijn de basis van een warme maaltijd. Er zitten veel vitamines B,
koolhydraten, eiwitten, vezels en mineralen in. Man en vrouw mogen 4/5 opscheplepels.
Bekijk tabellen blz. 6 en 7.
Vak 3 vis, peulvruchten, vlees, ei, zuivel en noten
Vlees is een belangrijke eiwitbron. Je hoeft niet elke dag vlees te eten. Eieren zijn een goede
vleesvervanger. Zuivel is ook belangrijk om binnen te krijgen. Met een dagelijkse portie
zuivel verklein je het risico op darmkanker. Yoghurt verlaagt de kans op diabetes type 2.
Zuivel levert ook calcium en vitamine B12.
Vak 4 dranken
Voedsel levert gemiddeld 1 liter water per dag. Om toch voldoende vocht binnen te krijgen
moet je daarnaast 1,5 tot 2 liter water drinken. Melk telt mee met dranken, al staat het in
vak 3. Zwarte en groene thee verlagen de bloeddruk en verkleinen het risico op een
beroerte; neem er 3 koppen per dag van.
Vak 5 smeer- ene bereidingsvetten
Alle vetten en oliën leveren vitamine E en belangrijke vetzuren. Halvarine, margarine en bak-
en braadproducten bevatten ook vitamine A, D. uit dit vak moet je vooral producten met
onverzadigde vetten kiezen. Per dag mag je 40 gram smeer- en bereidingsvetten gebruiken.
, Hoofdstuk 2
Voedingsvoorlichting en gedragsverandering
2.1 onbewust gedrag beïnvloeden
Voedingsgewoonten worden door verschillende factoren beïnvloed, zoals bijv. sociale
omgeving. Veel ongezond eetgedrag gebeurt vaak min of meer onbewust.
Nudging
Nudging is een manier om gedrag te veranderen. Een nudge wordt in gezet om van de
gewenste keuze de impulsieve keuze te maken.
Voedingslijst of een dieet
Elke dag maken we z’n 200 voedselkeuzes. Naar schatting is meer dan 70% van alle
voedelskeuzes het resultaat van dergelijke automatische en onberedeneerde processen.
Veel van de onbewuste keuzes lijden naar ongezond voedsel gedrag. Door gebruik te maken
van een voedingslijst of een dieet is dit te voorkomen. Een specifiek dieet volgen voorkomt
dat je continu stil moet staan bij wat, wanneer en hoeveel je gaat eten.
2.2 voorlichting geven
Je hebt 6 verschillende stappen bij het geven van een voorlichting:
1. Openstaan
2. Begrijpen
3. Willen
4. Kunnen
5. Doen
6. Blijven doen
Bekijk de tabel op blz. 14 van het boek.
Naast de genoemde stappenreeks dien je als voorlichter en begeleider ook oog te hebben
voor persoonsgebonden factoren. Je houdt hier rekening met voorkeuren, wensen en de
leefomstandigheden van degene die je begeleidt.
Hoofdstuk 3
Voedingsstoffen voor je gezondheid
3.1 de zes voedingsstoffen
Je hebt voedingsstoffen nodig om te functioneren en gezond te blijven. De voedingsstoffen
die je dagelijks nodig hebt zijn:
1. Koolhydraten
2. Vetten
3. Eiwitten
4. Mineralen
5. Vitamines
6. Water
3.2 koolhydraten
Er zijn verteerbare en onverteerbare koolhydraten. De verteerbare zijn zetmeel en suikers.
Deze komen voor in brood, granen, aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten. In het
spijsverteringskanaal worden koolhydraten omgezet naar glucose. Dit wordt weer
opgenomen in het bloed en levert het af aan de cellen, dus je geeft de cellen energie. De
overige koolhydraten worden opgeslagen in de pancreas en wordt omgezet in glycogeen. Als
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller madiekekroot321. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.62. You're not tied to anything after your purchase.