Ontwikkelingspsychologie: de studie van de ontwikkeling van de mens op lichamelijk,
cognitief, emotioneel en sociaal gebied. Relevantie: bij onderzoek en werken met
kinderen altijd rekening houden met de ontwikkelingsfase.
- begrijpen hoe biologische en culturele processen de menselijke ontwikkeling
beïnvloeden
- ontwikkelen van effectieve manieren om het welzijn en de gezondheid van
kinderen te waarborgen
- context van ontwikkeling
- historische context
Een theorie is een verzameling denkbeelden die gebruikt kan worden als leidraad voor
het verzamelen en interpreteren van feiten. Een vereenvoudigde beschrijving van de
werkelijkheid.
Functie: onobserveerbare mechanismen of processen te beschrijven en die relateren
aan observeerbare gebeurtenissen → verklaren
Een theorie is gekleurd door (vaak impliciete) aannames/ uitgangspunten:
● endogeen
● exogeen
,AANTEKENINGEN ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE 2
● constructivistisch
Die uitgangspunten beïnvloeden:
● Wat onderzocht wordt: domein
● Hoe het onderzocht wordt: onderzoeksmethode
● Hoe gegevens geïnterpreteerd worden: centrale thema’s
Een goede theorie is toetsbaar en kan worden aangepast.
Objectiviteit: verzamelen en analyseren van gegevens is niet gekleurd door de
vooroordelen van de onderzoeker.
Repliceerbaarheid: andere onderzoeker krijgt met dezelfde procedures dezelfde
uitkomsten.
Betrouwbaarheid: gelijke uitkomsten bij herhaalde metingen en gelijke uitkomsten bij
verschillende beoordelaars.
Validiteit: meten wat je beoogt te meten.
Vier centrale thema’s in ontwikkelingspsychologie:
1. bronnen van ontwikkeling
Het relatieve belang van nature en nurture → nature: invloed van genetisch gestuurde
biologische aanleg van het individu. Nurture: invloed van de sociale en culturele
omgeving op het individu.
2. plasticiteit
In hoeverre kan de ontwikkeling beïnvloed worden? Kritieke periode: Een periode
waarin een specifieke gebeurtenis of ontwikkeling moet plaatsvinden om de
ontwikkeling normaal te laten verlopen. Sensitieve periode: Een periode in de
ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis of ervaring een groot effect heeft
3. continuïteit/discontinuïteit
Is (een aspect van) de ontwikkeling continu of discontinu? Continu: kwantitatieve
verandering, bijv. in grootte, frequentie, hoeveelheid (bijv. toename van lengte)
Discontinu: kwalitatieve verandering, bijv. in aard of uiterlijk van gedrag (bijv.
overgang kruipen – lopen). Ontwikkeling van de mens wordt gekenmerkt door
kwantitatieve én kwalitatieve veranderingen.
Discontinue ontwikkeling: stadia. Kenmerken van een stadium:
● kwalitatieve verandering
● in een relatief korte tijd
● verandering van meerdere aspecten van ontwikkeling (lichamelijk, cognitief,
sociaal en emotioneel)
● veranderingen vormen een samenhangend patroon
4. individuele verschillen
Hoe komt het dat individuen verschillen van elkaar? ▪ In welke mate zijn
eigenschappen stabiel?
, AANTEKENINGEN ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE 4
Grand theories van de ontwikkelingspsychologie:
1. Psychodynamische theorieën
Onderzoeken de invloed van universele biologische driften en levenservaringen op
ontwikkeling(stadia).
Freud: biologische driften en psychoseksuele stadia
Erikson: culturele, sociale factoren en psychosociale stadia
2. Behaviorisme
Het veranderen van gedrag door het leggen van verbanden tussen gedrag en de
consequenties ervan. Ontwikkeling is het gevolg van leren.
Watson: klassiek conditioneren
Skinner: operant conditioneren
Bandura: modeling, self-efficacy
3. Constructivistische theorie
Een kind construeert actief zijn eigen werkelijkheid, gebaseerd op zijn eigen ervaringen
→ cognitieve ontwikkeling
Piaget: cognitieve ontwikkelingsstadia en experimenten, interviews
4. Sociaal-culturele theorie
Biologische en sociale factoren zijn bronnen van ontwikkeling, maar ook cultuur. De
bijdrage van genen en omgeving is indirect, loopt via cultuur.
Vygotsky: zone van de naaste ontwikkeling
Moderne theorieën over de ontwikkeling:
1. Evolutionaire theorieën: overleving en reproductie → gedrag
2. Information-processing theorieën: informatieverwerking in het brein, geheugen
3. Systeemtheorieën: dynamische systeemtheorie en ecologische systeemtheorie
Onderzoeksopzet
● longitudinaal design
○ dezelfde kinderen op meerdere meetmomenten volgen over de tijd
● cross-sectioneel design
○ een groep kinderen op hetzelfde moment onderzoeken
● cohort-sequential design
○ een aantal groepen kinderen van verschillende leeftijden (cohorten)
volgen over de tijd
● microgenetisch design
○ bepaald gedrag van hetzelfde kind intensief bestuderen op meerdere
meetmomenten gedurende een korte periode
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jillbijlsma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.64. You're not tied to anything after your purchase.