100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Levensloop Lesbrief Vwo bovenbouw $5.93   Add to cart

Summary

Samenvatting Levensloop Lesbrief Vwo bovenbouw

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Ik heb hoofdstuk 3 tot en met 7 samengevat aan de hand van de kennen/kunnen vragen. Begrippen zijn ook uitgelegd. Uitgebreide berekeningen. LWEO. VWO 4. Levensloop.

Preview 3 out of 21  pages

  • February 11, 2022
  • 21
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Economie Levensloop H3
Kennen en kunnen

Wat staat er in de collectieve arbeidsovereenkomst?
In de cao worden in de eerste plaats het loon en de normale arbeidstijd geregeld en
daarnaast vakantieregelingen, pensioen, overuren en reiskostenvergoedingen.
Wat houdt het meeliftersgedrag in voor de vakbeweging?
De arbeidsvoorwaarden die de vakbonden afdwingen bij de werkgevers gelden voor
alle werknemers, ook voor de niet-leden van de vakbond. De niet-leden betalen
echter geen contributie.
In hoeverre kan collectieve dwang een oplossing bieden voor het
meeliftersgedrag?
Door collectieve dwang is het verplicht om bij een vakbond te zijn aangesloten. Dit
zorgt er voor dat als vakbonden iets afdwingen bij werkgevers dat er geen niet-leden
zijn die er van mee profiteren, want iedereen is aangesloten bij de vakbond.
Wat zijn de verschillende belastingstelsels en wat zijn daarvan de gevolgen
voor de inkomensverdeling?
Progressief stelsel: de inkomens worden genivelleerd, de relatieve
inkomensverschillen tussen rijken en armen wordt kleiner. Het gemiddeld
heffingstarief stijgt bij een stijgend inkomen. Er is sprake van nivelleren.
Degressief stelsel: je betaalt procentueel minder als je inkomen stijgt. De relatieve
inkomensverschillen worden groter. Het gemiddeld heffingstarief daalt bij een
stijgend inkomen. Er is sprake van denivelleren.
Proportioneel stelsel: je betaalt procentueel evenveel als je inkomen stijgt. De
relatieve inkomensverschillen veranderen niet. Het gemiddeld heffingstarief is bij elk
inkomen hetzelfde.
Wat is het marginale heffingstarief?
Het marginale heffingstarief geeft aan hoeveel procent inkomensheffing je moet
betalen over het extra verdiende inkomen?
Wat is de vlaktaks?
Een belastingstelsel waarbij er slechts één marginaal belastingtarief bestaat.
Iedereen betaalt hetzelfde procentuele tarief over het extra verdiende inkomen.
Wat is het gemiddelde heffingstarief?
Het gemiddelde heffingstarief geeft aan hoeveel procent van het inkomen je moet
afdragen aan de belasting.
Gemiddelde heffingstarief = (inkomensheffing: bruto looninkomen) x 100%.
Wat is box 1?
Box betreft het belasten van inkomen verdiend uit arbeid en woning.
Hoe bereken je de inkomensheffing?
1. Je bepaalt eerst het bruto jaarinkomen uit arbeid. Voor mensen in loondienst is
dat het brutoloon.

,2. Er zijn twee bijtellingen en die tel je op bij het bruto jaarinkomen. - - - -
Eigenwoningforfait: eigenwoningbezitters moeten een bedrag bij hun inkomen
optellen dat afhankelijk is van de waarde van hun huis. Ligt de woningwaarde tussen
de 75.000 en 1.090.000 dat betaal je 0,6% over de waarde van de woning.
-´Auto van de zaak´: over privégebruik van een leaseauto moet je ook een bedrag
betalen. Het percentage dat je bij je inkomen optelt is 22% van de nieuwwaarde van
de auto. Voor een elektrische auto met een maximale cataloguswaarde van 45.000
geldt een bijtelling van 8%.
3. Er zijn ook uitgaven die je van het bruto jaarinkomen mag aftrekken, de
aftrekposten.
-Hypotheekrenteaftrek: de rente over een hypothecaire lening ter financiering van de
eigen woning. Het hypotheekrenteaftrek is in 2020 maximaal 46,0% (wordt in stapjes
verlaagd tot 37,10% in 2023). Dit percentage wordt berekend over het in een jaar
betaalde bedrag aan hypotheekrente.
-reiskostenaftrek: als je met het openbaar vervoer naar je werk gaat etc.
-giften voor goede doelen die hoger zijn dan 1% van het inkomen.
4. Als je de bijtellingen opgeteld hebt bij het bruto arbeidsinkomen en de
aftrekposten daarop in minder hebt gebracht, hou je het belastbaar inkomen over.
5. Over het belastbaar inkomen wordt aan de hand van het schijventarief het
heffingsbedrag berekend.
6. Hiervoor wordt het belastbaar inkomen opgedeeld in twee schijven met een
oplopend belastingtarief.
7. Over elke schijf wordt een heffing berekend die per schijf naar beneden wordt
afgerond op hele euro´s.
8. Het totaalbedrag aan heffing, het heffingsbedrag, is niet wat je moet betalen aan
de belastingdienst.
9. Er zijn heffingskortingen, een bedrag dat op het heffingsbedrag in mindering mag
worden gebracht.
- Algemene heffingskorting: deze korting bedraagt in 2021 2801 euro voor mensen
met een belastbaar inkomen niet hoger dan 20.939 euro. Deze heffingskorting wordt
bij een hoger inkomen geleidelijk minder tot nul vanaf belastbaar inkomen van
68.507 euro.
- Arbeidskorting: Hangt af van de hoogte van het arbeidsinkomen en loopt in 2021
geleidelijk op tot 4143 euro bij een arbeidsinkomen van 35.982 euro. Daarna wordt
de korting geleidelijk lager tot nul vanaf een arbeidsinkomen van 97.050 euro.
10. Nadat de totale heffingskorting in mindering is gebracht op het heffingsbedrag
houden we de inkomensheffing over. Dat is het bedrag dat uiteindelijk wordt betaald
aan de belastingdienst.

, Samengevat:
1. bruto-inkomen uit arbeid
2. + bijtellingen
3. - aftrekposten
—-----------------------------------
4. belastbaar inkomen ---> 5. belastingschijven —> 6.7.8. heffingsbedrag
9. - heffingskortingen

—----------------------------
= 10. inkomensheffing
Wat zijn de effecten van overheidsmaatregelen op de inkomensverdeling van
huishoudens?
Inkomstenbelasting: de druk van de inkomstenbelasting neemt toe bij stijgende
inkomens.
Indirecte belastingen: bij stijgende inkomens neemt de druk van indirecte
belastingen af.
Bijtellingen: inkomen kan lager of hoger uitvallen en dus ook de te betalen belasting.
Aftrekposten: inkomen kan lager of hoger uitvallen en dus ook de te betalen
belasting.
Uitkeringen: zorgt ervoor dat het inkomen hoger wordt.
Toeslagen: zorgt ervoor dat het inkomen hoger wordt.
Wat zijn de verschillende soorten inkomens?
Primaire inkomen: de beloningen voor het ter beschikking stellen van de
productiefactoren arbeid en kapitaal. Het arbeidsinkomen (loon en winst uit eigen
zaak) en het kapitaalinkomen (winst, rente, huur en pacht) samen opgeteld.
Bruto-inkomen: primaire inkomens, sociale uitkeringen en ontvangen toeslagen
samen opgeteld.
Secundair inkomen: het inkomen dat huishoudens uiteindelijk overhouden nadat de
overheid inkomstenbelasting en sociale premies heeft geheven en
inkomensoverdrachten heeft betaald heet het secundair inkomen of besteedbaar
inkomen. (Arbeidsinkomen + kapitaalinkomen + sociale uitkeringen + ontvangen
toeslagen) - (sociale premies + belastingen) = secundair inkomen.
Concretiseer de Gini-coëfficiënt of een ratio met behulp van ongelijke
verdeling van het primaire inkomen, het bruto inkomen en het secundaire
inkomen.
Hoe verder de lorenzcurven van de diagonaal liggen, hoe ongelijker de
inkomensverdeling. 3 lorenzcurven: primair inkomen, bruto inkomen en secundair
inkomen. 2 maten zijn gebaseerd op de lorenzcurve:
Gini-coëfficiënt: maatstaf voor inkomensongelijkheid. Inkomen:( inkomen +
huishoudens).
Ratio: andere maatstaf voor inkomensongelijkheid. Ratio is een verhoudingsgetal.
Zo heb je een indeling in percentielen ( 1%-groepen), decielen (10%-groepen),
kwintielen (20%-groepen) en kwartielen (25%-groepen).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller heidajade. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.93
  • (0)
  Add to cart