Interview
Historische context bij H9 Feniks Geschiedenis VWO
- Course
- Level
Historische context bij H9 Feniks Geschiedenis VWO. Gaat over de Eerste en Tweede Wereldoorlog
[Show more]
Seller
Follow
pro_samenvattingen_jwz
Reviews received
Content preview
De Duitse eenheid komt tot standDuitsland was versnipperd in een groot aantal deelstaten en staatjes.
Otto von Bismarck, Rijkskanselier (leider van de regering) van het koninkrijk Pruisen,
wist alle staten bijeen te brengen door de Frans-Duitse oorlog (1870-1871).
Nadat Frankrijk verslagen was, riepen de Duitse vorsten op 18 jan 1871 in het paleis van
Versailles het Duitse keizerrijk uit. Door de plechtigheid in het buitenland te houden werd niet
een van de Duitse staten bevoordeelt (en krijgt Frankrijk een extra psychologische klap na
het verliezen van de oorlog). De Pruisische koning werd Wilhelm I, Bismarck werd
Rijkskanselier van het keizerrijk.
Staatsinrichting met grote macht van de keizer
Keizer mocht de Rijkskanselier benoemen en ontslaan en hij was militair opperbevelhebber.
De Rijkskanselier benoemde de ministers.
De Rijksdag werd via algemeen kiesrecht voor mannen gekozen en had beperkte macht: de
begroting, belastingmaatregelen en wetten goed- of afkeuren, maar niet de Rijkskanselier en
zijn ministers ter verantwoording roepen of tot aftreden dwingen. De Rijksdag kon zowel
door de Rijkskanselier als door de Bondsraad (zie hierna) ontbonden worden.
De Bondsraad was een serie afgevaardigden van elke deelstaat (gekozen door de
afgevaardigden van de deelstaten). Ze mochten beslissen over de begroting (???), wetten
en verdragen met andere landen goed of afkeuren (ministerie van buitenlandse zaken).
Politieke stromingen
- conservatieven en nationaal liberalen met aanhang van de elite van het volk
- de centrumpartij, (Centrum) met aanhang binnen het katholieke deel van het volk
(tot 1912 grootste partij van de Rijksdag)
- de socialisten, met aanhang van de arbeiders. Viel in 1917 uit elkaar in de
communisten en socialisten
De bevolking bestaat uit
De adel, officieren en hoge ambtenaren
- Ze beheersten de openbare mening
Grote fabrikanten en bankiers
- Had minder aanzien dan de andere groep maar verkeerde wel in dezelfde hoge
kringen
Werknemers in de dienstensector, lagere ambtenaren, kleine ondernemers
- Had weinig aanzien en voelde zich bekneld.
Boeren, arbeiders, lagere ambtenaren
- stonden onderaan de samenleving
, Alliantiepolitiek vs Wereldpolitiek
Bismarck wilde alleen alle Duitssprekende gebieden in Europa verenigen (alleen Polen niet).
Dit is de Alliantiepolitiek.
Keizer Wilhelm II wilde koloniën. Hij ging zich bezighouden met de Wereldpolitiek. Hier was
Bismarck het niet mee eens omdat hij wist dat dit Duitsland in conflict met Engeland en
Frankrijk zou brengen. Hij werd door Wilhelm II ontslagen. De vlootwet (1898) was een wet
die Wilhelm invoerde om de vloot te versterken en het toenemende militarisme baarde
Frankrijk en Engeland grote zorgen.
Het toenemende Militarisme vergrootte de kans op oorlog. Het idee dat een groot en sterk
leger noodzakelijk is voor het veilig stellen van vrede en invloed. Oorlog wordt als een
bruikbaar middel gezien om het vaderland te dienen.
Het toenemende Imperialisme leidde tot extra spanningen. Imperialisme is het streven naar
kolonies voor aanzien en grondstoffen (en een extra afzetmarkt).
Het toenemende Nationalisme leidde tot extra spanningen. Het gevoel dat jouw
land/bevolking beter is dan de andere landen en daarom het recht heeft om te heersen. Ook
de (overdreven) verheerlijking van de eigen geschiedenis (de Italianen die zich vergelijken
met de Romeinen).
Het nationalisme, militarisme en imperialisme leidde tot een wapenwedloop. Deze wapens
waren nodig voor het veroveren van koloniën, verdedigen van het vaderland en aanvallen
van anderen.
Er waren onderlinge Bondgenootschappen. Men dacht dat niemand elkaar durfde aan te
vallen als ze wisten dat andere landen hen zouden helpen bij een aanval. Ze waren dus
verdedigend bedoeld maar omdat de regeringen zich door deze bondgenootschappen veilig
voelden gedroegen ze zich onvoorzichtiger en was het risico op oorlog groter.
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië vormden de Triple Alliantie.
Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland vormden de Triple Entente. Rusland voelde zich
echter ook beschermer van de slavische volken ook al was er geen officieel verdrag.
De aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog (ook wel de Grote Oorlog) was de moord op
de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand en zijn vrouw. Oostenrijk was woedend.
De man die achter de aanslag zat was Gavrilo Princip en hij zat bij de organisatie “De
Zwarte Hand”, een nationalistische organisatie die onafhankelijk voor de Serviërs en
Bosniërs in Oostenrijk-Hongarije wilde. Oostenrijk-Hongarije dacht daarom dat Servië en
Bosnië achter de aanslag zaten. Oostenrijk-Hongarije zocht Duitsland voor hulp. Servië en
Bosnië waren slavische volken en waren bang voor represailles en zochten hulp bij Rusland.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pro_samenvattingen_jwz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
64438 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now