I. Fenomenen van vloeiendheid en onvloeiendheid
1. Wat is vloeiendheid
2. De normale ontwikkeling van vloeiende spraak
3. Niet-vloeiendheid
3.1. Onderscheid normale onvloeiendheden en stotterverschijnselen
3.1.1 Normale onvloeiendheden
3.1.2 Stotteren
- overte verschijnselen (kernverschijnselen, secundaire gedragingen)
- coverte verschijnselen (cognitie, emotie, attitude)
3.2. Attitudes tegenover afwijkende vloeiendheid
3.3. Stotteren en comorbiditeit
II. Etiologie: theorieën en verklaringsmodellen
1. theorieën en verklaringsmodellen van vloeiendheidsstoornissen
2. smal- en breedspectrumbenaderingen voor vloeiend
2.1. Inleiding
2.2. ESCG: rationale & historiek
2.3. ESCG-methodiek: het gedragstherapeutisch proces
III. Taxatie van vloeiendheidsstoornissen
1. aanmelding en interview
2. bepaling van stotterernst
I. Fenomenen van vloeiendheid en onvloeiendheid
1. Wat is vloeiendheid
Starkweather 1984
Voormalige begripsomschrijving: vloeiendheid is een afwezigheid van stotteren/niet stotteren
Deze definitie voldoet niet:
1. stottergedrag varieert qua vloeiendheid (is er niet heel de tijd):
- Intravariabiliteit: mensen die stotteren, vertonen verschillende maten van vloeiendheid op
verschillende tijdstippen
- Intervariabiliteit: mensen die stotteren verschillen ook onderling in de mate van
vloeiendheid
- Grootste deel van spraak bij mensen die stotteren is stottervrij
- Ook de niet-gestotterde tijd varieert qua vloeiendheid:
Vb.: snelheid: mensen die stotteren, praten doorgaans wat trager dan leeftijdsgenoten van
hetzelfde geslacht
Vb.: continuïteit: mensen die stotteren, vertonen dezelfde normale onvloeiendheden dan
mensen die niet stotteren
Vb.: mensen die niet stotteren, praten bij momenten vloeiender en minder vloeiend onder
invloed van gezondheid, vermoeidheid, stress, mate van stelligheid, …
2. Vanuit therapeutisch standpunt is deze definitie weinig realistisch want moeilijk (onmogelijk)
haalbaar
- realistischer: de therapiedoelstelling ‘vloeiend stotteren’ verwijst naar een minder
moeizame, minder abnormale, minder gefragmenteerde en kortere wijze van niet-
vloeiendheid
, 3. Vloeiendheid is niet te beschrijven in twee extremen (geen dichotome variabele): vloeiendheid
en onvloeiendheid
- continue variabele: men kan minder of meer vloeiend praten, als een uiting van
verschillen in relatieve inspanning (of moeiteloosheid) waarmee de spraak wordt
geproduceerd
ASHA guidelines 1999
Definitie vloeiendheid: Fluency is the aspect of speech production that refers to the continuity,
smoothness, rate and effort with which phonologic, lexical, morphologic, and/or syntactic language
units are spoken
Starkweather 1984
Definitie vloeiendheid:
1. het praten verloopt met een zekere snelheid (rate)
2. de klanken volgen elkaar vloeiend op (continuity)
3. er is een normaal ritme in de spraak (rhythm – smoothness)
4. de spreker ervaart relatief weinig inspanning (effort)
Starkweather & Givens-Ackerman 1997
Definitie vloeiendheid: Vloeiende sprekers zijn diegenen die zonder merkbare inspanning lange
reeksen van syllaben kunnen produceren, door een adequate combinatie van snelheid en continuïteit
Snelheid
= aantal units per tijdseenheid (woorden/minuut of syllaben/seconde)
Normaal spreektempo (volwassenen):
- conversatie: 116-164 woorden per minuut (gem. 162-230 syllaben per minuut)
- monoloog: 114-173 woorden per minuut
- lezen: 148-190 woorden per minuut (gem. 210-265 syllaben per minuut)
Voordeel: duur en aantal van pauzes en onvloeiendheden liggen hier in vervat = wijze om therapie-
effect te meten
Continuiteit
Verwijst naar de vloeiende opeenvolging en aaneenschakeling (transitie) van klanken en syllaben =
de afwezigheid van discontinuïteiten (onvloeiendheden).
- stille en opgevulde pauzes: adempauzes, structurele pauzes (<250 ms.), idiosyncratische
en intentionele pauzes
- meten: tellen van de frequentie of tijdsduur van pauzes en discontinuïteiten (vb.
Proportioneel tegenover de totale spreektijd)
- soorten onvloeiendheden
Ritme
Verwijst naar patronen (timing en duur) in de beklemtoning van syllaben: mate waarin beklemtoning
van syllaben en woorden overeenkomt met de norm
= het kunnen aanhouden van een (waarneembaar) gepast patroon van ‘beats en pauzes’ aan een
aanvaardbare snelheid
- taalspecifiek: elke taal heeft zijn typisch ritme
- veel varianten binnen eenzelfde taal: taalregio’s, dialecten, …
Inspanning
Heeft te maken met het subjectieve gevoel dat de vlotte spraakproductie moeite of extra aandacht
kost of net gemakkelijk, zonder inspanning verloopt: mentale en musculaire inspanning
, Taalvloeiendheid en spraakvloeiendheid
Spraakvloeiendheid: vloeiende motorische spraakproductie
Taalvloeiendheid: woordvinding en zinsformulering
- Semantische vloeiendheid: vlotheid waarmee men woorden kan oproepen uit een pool
van lexicale items (lexicon)
- Syntactische vloeiendheid: vlotheid waarmee sprekers complexe zinnen opbouwen die
linguïstisch complexe structuren bevatten
- Pragmatische vloeiendheid: vlotheid waarmee men kent en kan uitvoeren wat men wil
zeggen in reactie op een gamma van situatieve elementen
- Fonologische vloeiendheid: het gemak waarmee men binnen betekenisvolle en complexe
taalunits lange en complexe klankketens kan produceren
- Spraakonvloeiendheid ≠ taalonvloeiendheid
Mensen kunnen stotteren en tegelijk talig wel vloeiend zijn: ze kunnen ernstig stotteren
(spraakonvloeiendheid vertonen) en tegelijk beschikken over een groot aanbod aan productieve
woordenschat en deze ook gebruiken (semantische vloeiendheid), complexe zinnen construeren
(syntactische vloeiendheid), de vaardigheid gebruiken om te weten welke uitingen binnen de uniciteit
van een conversatie en de situatieve context gepast zijn (pragmatische vloeiendheid) en kennen en
kunnen hanteren van hoe klanken kunnen geproduceerd worden en gecombineerd in betekenisvolle
zinnen (fonologische vloeiendheid)
= Stotteren is geen stoornis in taalvloeiendheid
2. De normale ontwikkeling van vloeiende spraak
Peuter en kleuterjaren: gelijktijdige ontwikkeling van spraakklanken, inhoud en structuur van de
moedertaal
= een dynamisch proces
Ontwikkelen niet altijd aan dezelfde tijd + taal en articulatie zijn aan elkaar gerelateerd; verandering in
een van de variabelen kan een verandering in andere in de hand werken of bemoeilijken
- kinderen ontwikkelen ook een mate van vloeiendheid in hun spraak en kan worden gezien
als de bekwaamheid om bij het spreken klanken, syllaben en woorden vlot en moeiteloos
met elkaar te verbinden (smooth transitioning between speech segments)
- wederzijdse invloed tussen de capaciteit om vloeiende transities te maken tussen
klanken, syllaben en woorden en de spraak- en taalvaardigheid van een kind → soms kan
de aard van interactie bij het jonge kind leiden tot spraakonvloeiendheden
- onvloeiende spraak is merkbaar in de ontwikkelde spraak van alle jonge kinderen
- onvloeiendheid is dan een normaal onderdeel van spraak- en taalontwikkeling: wanneer
de spraak- en taalcapaciteiten van een kind verbeteren, zal ook de vloeiendheid dat doen
1. Wanneer wordt afwijkende vloeiendheid abnormaal?
2. Vanaf welke mate van afwijkende vloeiendheid kunnen we spreken over stotteren?
3. Kunnen we een kind diagnosticeren als stotterend, gegeven het feit dat onvloeiendheid een
verwacht en relatief normaal onderdeel vormt van spraak- en taalverwerving?
3. Niet vloeiendheid
Ham 1990:
De vloeiendheid is afwijkend wanneer de inspanning voor planning en uitvoering overmatig is,
wanneer onvloeiendheden optreden aan een frequentie en/of in een mate die niet past bij de leeftijd
van de spreker, of wanneer het spreekritme atypisch is of van die aard dat het de spraakproductie
belemmert of verstoort.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LV4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.