Samenvattingen van alle lessen histologie en histopathologie (enkel de eerste les over hart en circulatie ontbreekt). Behaalde cijfer na het leren van deze samenvatting: 16/20
Functies lymfocyten
1. Onderscheidt maken tussen cellen die van het lichaam zelf zijn en lichaamsvreemde stoffen
2. Lichaamsvreemde stoffen inactiveren en vernietigen
Immuuncompetent = met specifieke immuunreactie op lichaamsvreemde stoffen/ organismen
reageren
Perifere lymfoïde organen:
• Lymfeklieren
• Milt
• Lymfo-epitheliale organen
o GALT: tonsillen, platen van Peyer en appendix van maag-darmkanaal
o BALT: langs luchtwegen
o MALT: BALT en GALT samen
Basis van perifere lymfoïde organen = reticulumcellen en reticulumvezels
MALT heeft ongekapseld lymfoïd weefsel terwijl milt en lymfeklieren wel een kapsel hebben
2. Immuunreacties
Lymfoïd systeem reageert op antigeen met specifieke immuunreactie
Epitoop/antigene determinant = deel van het antigen dat verantwoordelijk is voor het uitlokken van
een reactie van het lymfoïde systeem
Immunogenen = antigenen die een respons van het immuunsysteem kunnen teweegbrengen
Kleinere moleculen die zich niet als immunogeen gedragen kunnen zich als hapteen aan een
dragermolecuul hechten en zo toch een immuunreactie teweegbrengen
Zowel bij humorale als bij cellulaire immuunrespons leidt herkenning van het AG -> activatie van
lymfocyten
Antigenen worden herkend door specifieke receptoren aan het oppervlak van lymfocyten
Afhankelijk van het AG en het type APC (antigenpresenterende cel) -> humorale (B-cel) of cellulaire
(T-cel) respons
• Bij humorale immuunrespons transformeren B-lymfocyten tot plasmablasten die zich verder
differentiëren tot rijpe plasmacellen
• Bij cellulaire immuunrespons transformeren T-lymfocyten tot T-lymfoblasten die verder
differentiëren tot T-effectorcellen
, 2.1. Humorale respons
• B-lymfocyten herkennen met hun oppervlakte receptoren het AG
o Oppervlaktereceptoren: immuunglobulinemoleculen
• Individuele B-lymfocyten vormen 1 antilichaammolecuul (immunoglobine) met 1 specificiteit
o Specificiteit = AG bindende delen van het antilichaammolecuul hebben een
ruimtelijke structuur waar in slechts 1 type epitoop met complementaire structuur
past
• Alle B-lymfocyten samen hebben verschillende AG bindende configuraties -> veel AG kunnen
binden
o Verschil in affiniteit (bindingsneiging) tussen verschillende soorten
immuunglobulinen en 1 epitoop
• Bij B-lymfocyten worden enkel de lymfocyten geactiveerd waarop een AG bindt
1. B-lymfocyten herkennen AG
2. B-cellen transformeren tot plasmablasten -> plasmacellen
OF proliferatie van B-lymfocyten die zonder te differentiëren tot plasmacellen als B-
geheugencellen in het bloed worden afgegeven en bij hernieuwd contact met AG snel
reageren
3. plasmacellen secreteren immuunglobulinen -> lichaamsvloeistoffen
2.2. Cellulaire respons
1. T-lymfocyte herkennen AG
2. T-lymfocyten transformeren tot T-lymfoblasten -> T-effectorcellen
OF T-lymfocyten prolifereren tot cytotoxische T-cellen die lymfokinen uitscheiden -> de cel-
contacten tussen geïnfecteerde cellen vernietigen met granzymen en perforinen → apoptose
2.3. Cytokinen
Cytokinen = peptiden/glycoproteïnen
-> worden door T-lymfocyten geproduceerd (vandaar T-lymfokinen), macrofagen, endotheelcellen,
fibroblasten en granulocyten
Chemokinen = cytokinen die de migratie van leukocyten naar de plaats van de ontsteking reguleren
3. Immuunglobulinen
Immuunglobulinemolecuul:
• 4 polypeptideketens
o 2 zware ketens (onderling verbonden door disulfidebruggen)
o 2 lichte ketens (elk verbonden met een disulfidebrug aan een zware keten)
• Elke keten heeft een variabel deel en een constant deel
o Bindingsplaats voor AG -> variabel deel
o Fc regio: hier kunnen geen AG binden -> constant deel
• Elk Ig-molecuul heeft 2 Fab fragmenten (lock and key met het AG)
• O.b.v. zware keten -> 5 klassen immuunglobulinen
, IgA IgD IgE IgG IgM
% in serum 10-15% 0,2% 0,002% 80% 5-10%
Plaats van Aan opp. van Opp. van B- Opp. van Opp. van B- Aan oppervlak
voorkomen B-cellen, cellen mestcellen en cellen, bloed, van B-cellen
darmlumen, basofiele lymfe (monomeer),
luchtwegen, granulocyten bloed
speeksel,
tranen, melk
Functie Afweer van Activering Allergische Neutraliseert Eerste AL
darmflora van B-cellen reacties: lysis AG, geproduceerd
van bevorderd in een primaire
parasitaire fagocytose, immuunreactie
wormen bescherming
van
pasgeborenen
Binding van angigeenbindingsplaats van een antilichaam met antigen veroorzaakt:
• Neutralisatie
• Agglutinatie (samenklonteren)
• Precipitatie (ontstaan van een neerslag)
Blootgestelde Fc deel bevordert na binding van AG-AL complex
• Activatie NK cellen
• Opsonisatie
• Complement
Immuuncompetent worden van T-lymfocyten
• Positieve selectie: overleving afhankelijk van binding aan MHC-molecuul:
-> ja -> overleving en verplaatsing naar medulla
-> nee -> apoptose
• Negatieve selectie: overleving afhankelijk van niet-herkennen van AG
-> geen herkenning lichaamseigen AG -> overleving en compete maturatie
-> herkenning lichaamseigen AG -> apoptose
• Selectief verlies van CD4- of CD8-expressie
-> Th lymfocyten -> behoud van CD4 eiwit (MH2 klasse)
-> CTL -> behoud CD8 eiwit (MH1 klasse)
Major histocompatibility complex (MHC)
-> ongeveer 20 verschillende MHC genen gekend
-> meer dan 2000 allelen van MHC genen geïdentificeerd dus vrij onwaarschijnlijk dat 2 individuen in
een populatie eenzelfde combinatie van MHC allelen hebben
MHC1:
-> HLA: human leucocyte antigen, alle kernhoudende cellen
-> 3 klasse 1 genen: B, C, A
MHC2:
-> B-cel, DC, macrofaag
-> 3 klasse 1 genen: DP, DQ, DR opgebouwd uit alfa en bèta
Antigeen-presenterende cellen
• B-cel
• Dendritische cel
, • Cel van Langerhans
• Macrofaag
Presentatie van endogeen antigeen-MHC-I complex aan celoppervlak
Presentatie van exogeen antigeen-MHC-II complex aan celoppervlak
Synthese MHCI in RER-> golgi-apparaat -> kleine vesikels -> opp. cel
Synthese MHCII in RER -> golgi-apparaat -> fusie met gefagocyteerde micro-organismen ->
fagosomen versmelten met lysosomen -> afbraak in partikels die met MHCII binden ->
EXAMEN: bespreek cellulaire elementen en cellulaire afweerreactie
• AG presenterende cel die antigeen opneemt
• Antigeen wordt afgebroken -> kleine partikels worden in MHCII complex en epitoop
geetaleerd op celopp. Van antigeenpresenterende cel
• Dit complex wordt door beperkte populatie van Th cel herkend
o Epitoop moeten herkend worden door Thcel receptor
o MHCII moet kunnen binden op CD4 receptor van Th cel
• IL2 zorgt ervoor dat Th cellen in aantallen vermeerderen
• IL2, IL6 en IFN-gamma zorgen voor vorming CTL -> interageren met geïnfecteerde cellen en
breken deze af m.b.v. perforines
o CTL bindt via T-cel receptor het epitoop
o MHCI bindt op CD8 receptor van CTL
EXAMEN: bespreek humorale elementen en humorale afweerreactie
Humorale immuunreactie
• AG presenterende cel die antigeen opneemt
• Antigeen wordt afgebroken -> kleine partikels worden in MHCII complex en epitoop
geetaleerd op celopp. Van antigeenpresenterende cel
• Dit complex wordt door beperkte populatie van Th cel herkend
o Epitoop moeten herkend worden door Thcel receptor
o MHCII moet kunnen binden op CD4 receptor van Th cel
• IL2 zorgt ervoor dat Th cellen in aantallen vermeerderen
• Cytokines: IL2, IL4, IL5, IL6 en IFNgamma zorgen ervoor dat Th -> Bcel
o B-cel differentieerd tot
▪ B-geheugencel -> reageren sneller bij 2 de infectie
▪ Plasmacel -> vorming van AL
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AVL2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.65. You're not tied to anything after your purchase.