100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Biologia voor Jou VWO4 H2 samenvatting $3.80   Add to cart

Summary

Biologia voor Jou VWO4 H2 samenvatting

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Biologia voor Jou VWO4 H2 samenvatting

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • 2
  • February 14, 2022
  • 5
  • 2019/2020
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Biologie hoofdstuk 2
2.1
De term ‘nano’ wordt gebruikt om hele kleinen dingen te beschrijven. Deze grootheid staat gelijk
aan 10-9. Het onderzoek naar de chemische processen in cellen is moeilijk waardoor het gebruik van
nanotechnologie hierbij een uitkomst kunnen bieden. Het celmembraan scheidt het inwendige van
de cel van zijn omgeving. Stoffen kunnen alleen via het celmembraan de cel in of uit. Met behulp van
eiwitten in het celmembraan wordt de opname en afgifte van veel stoffen geregeld. In cellen vindt
zelfregulatie plaats door chemische reactie, waarmee de cel zichzelf in stand houdt en daardoor
ontstaan, veranderen en verdwijnen stoffen. Cellen van prokaryoten, protisten en meercellige
organismen functioneren zelfstandig door te reageren op hun omgeving. De cellen veranderen en
gespecialiseerde cellen ontstaan naar mate van de informatie uit de omgeving.

2.2
Om cellen met een microscoop te bekijken maak je eerst een preparaat van de cellen. Een preparaat
is een plaatje glas waarop een klein object dat nat gemaakt is geplaatst wordt met daarop nog een
stukje glas boven. Het object op de preparaat moet dun genoeg zijn om licht er door heen te laten.
Lichtmicroscopen zijn microscopen waarbij licht onder door het preparaat valt.
Een preparaat leg je op de tafel van de microscoop en je zet het vast met de preparaat klemmen.
Daarna stel je de microscoop in en je rekent de vergroting uit door de oculaire vergroting te
vermenigvuldigen met de objectieve vergroting. Methyleenblauw is een kleurstof die een preparaat
in kleurt zodat de celkern te zien is bijvoorbeeld.

Een elektronenmicroscoop wordt gebruikt als cellen structuren niet zichtbaar zijn met een
lichtmicroscoop. Hierbij richt men een elektronenbundel op het object waardoor het door het object
gaat (TEM). SEM is een methode om een object af te tasten met een elektronenbundel om
vervolgens beeld te krijgen.

2.3
Cellen van eukaryote organismen kunnen sterk verschillen, maar er zijn ook overeenkomsten. De
buitenste laag van een cel is het celmembraan. Dit bestaat het grootste deel uit vetmoleculen
waardoor het cytoplasma gescheiden van het milieu buiten de cel. Het cytoplasma is het inwendige
van de cel die uit water met daarin allerlei organellen en opgeloste stoffen bestaat. Binnen het
cytoplasma, kunnen ook plastiden voorkomen. Plastiden vormen een groep organellen dei bij
planten en sommige protisten voorkomen. We onderscheiden drie typen plastiden: chloroplasten
(bladgroenkorrels), chromoplasten (kleurstofkorrels en leukoplasten, waar de zetmeelkorrels horen.
Sommige plastiden kunnen overgaan in andere. Een protist is een eencellige eukaryoot.

Bij cellen van planten ligt om het celmembraan nog de celwand. Dit is een sterk omhulsel van een cel
dat voor stevigheid zorgt. De celkern ligt in de cytoplasma en bevat het DNA van de cel en regelt
alles in de cel. De buitenste laag van de celkern wordt gevormd door het kernmembraan.
Veel plantaardige cellen bevatten een grote centrale vacuole. Dit speelt een belangrijke rol bij de
stevigheid van plantaardige cellen maar ze kunnen ook kleurstoffen bevatten. De vacuole is
omgeven door het vacuolemembraan.

2.4
Bij eencellige organismen komt geen celspecialisatie voor, bij meercellige organismen wel. De cellen
van een organisme zijn uiteindelijk allemaal ontstaan uit één enkele cel. Bij mensen is dat de
bevruchte eicel, maar deze is nog niet gespecialiseerd en kan nog van alles worden.

, Cellen die nog niet (volledig) zijn gespecialiseerd noemen we stamcellen. Stamcellen kunnen zich in
een specifiek celtype ontwikkelen. Stamcellen van een embryo groeien uit tot allerlei verschillende
cellen. Hierbij spreken we van embryonale stamcellen. Allerlei organen bezitten stamcellen die
kunnen uitgroeien tot verschillende bloedcellen. Deze stamcellen worden adulte (volwassen)
stamcellen genoemd. Met behulp van stamcellen hopen onderzoekers manieren te vinden om
beschadigde cellen of zelfs hele organen te vervangen.

Een groep cellen met dezelfde vorm en functie noemen we een weefsel. Deze cellen beïnvloeden
elkaar en werken samen. De vorm van de cellen in een weefsel heeft erg veel te maken met de
functie. Dekweefsel omsluit delen van een organisme of het hele organisme. Met dekweefsel wordt
een groep weefsels aangegeven met een aantal gemeenschappelijke kenmerken. Afhankelijk van het
soort organisme en de plaats in een organisme zijn er onderlinge verschillen.

Bij veel weefsels liggen de cellen niet direct tegen elkaar aan, maar komt tussencelstof voor. De
celwand bij planten is tussencelstof. De tussencelstof kan dienen ter versteviging. De tussencelstof
bestaat uit veel vezels waardoor het weefsel enigszins kan vervormen. Het soort tussencelstof hangt
dus samen met de functie van het weefsel.

Een orgaan is een deel van een individu met een of meer functies. Een organenstelsel bestaat uit een
aantal organen die samen een bepaalde functie uitoefenen. Een voorbeeld is de verteringsstelsel.

2.5
De kern speelt een centrale rol in de zelforganisatie en zelfregulatie van de cel. De kern is omgeven
door het kernmembraan en bevat kernplasma. Tijdens een celdeling worden chromosomen
zichtbaar, die op dat moment bij de meeste cellen twee DNA-moleculen bevatten. Het DNA bevat de
erfelijke informatie en de informatie voor de bouw van duizenden eiwitten. In het kernmembraan
bevinden zich kernporiën. Een kernporie bestaat uit een groep eiwitten die het transport van
stoffen in en uit het kernplasma regelen.

Eerst ontstaat aan het DNA een ‘boodschapper’-molecuul. Dit molecuul wordt vanuit het
kernplasma, via een kernporie, vervoerd naar het cytoplasma. In het cytoplasma bevindt zicht het
endoplasmatisch reticulum. Dit is een ingewikkeld netwerk van dubbele membranen, waaruit ook
het kernmembraan bestaat. De membranen liggen bijna tegen elkaar aan en de membranen staan
met elkaar in verbinding. Het endoplasmatisch reticulum vervult een functie bij het transport van
moleculen in de cel.

Op de membranen van het endoplasmatisch reticulum bevinden zich ribosomen. Ribosomen zijn
kleinen bolvormige organellen en ontstaan bij eukaryoten in een deel van de kern dat de nucleolus
heet. Ribosomen komen ook vrij in het cytoplasma voor, en ook in die van prokaryoten. Prokaryoten
bezitten wel DNA, waardoor boodschappermolecules gevormd worden en dus komen in het
cytoplasma ribosomen voor. Het boodschappermolecuul uit de kern wordt in het cytoplasma naar
een ribosoom vervoerd. Eiwitten die worden gevormd door ribosomen komen in het cytoplasma
terecht als deze vrij in het cytoplasma liggen. De eiwitten komen in de ruimte tussen de membranen
van het endoplasmatisch reticulum als de ribosomen aan het endoplasmatisch reticulum bevinden.
Deze eiwitmoleculen hebben nog niet hun uiteindelijke vorm.

Van het endoplasmatisch reticulum snoeren zich blaasjes af. Veel van deze blaasjes versmelten met
het golgisysteem. Het golgisysteem bestaat uit opeengestapelde platte blaasje en hier snoeren zich
ook weer blaasjes af. Hierin krijgen de eiwitmoleculen hun uiteindelijke vorm en sommige blaasjes
versmelten vervolgens met het celmembraan en geven de eiwitten buiten de cel af.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vladpopa. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.80
  • (0)
  Add to cart