100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Portaal, ISBN: 9789046905760 Kennis Taal In De Bovenbouw $4.88   Add to cart

Summary

Samenvatting Portaal, ISBN: 9789046905760 Kennis Taal In De Bovenbouw

 28 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van het boek Portaal, als voorbereiding op de toets 'Kennis taal in de bovenbouw'.

Preview 3 out of 21  pages

  • No
  • 4,5,6 en 9
  • February 14, 2022
  • 21
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 4: Mondelinge taalvaardigheid
4.1 Achtergronden
Via mondelinge taalvaardigheden communiceer je met jezelf (intrapersoonlijke communicatie) en met
anderen (interpersoonlijke communicatie). Ook ben je in staat om nieuwe informatie en kennis op te
doen en te delen met anderen. Ten slotte ben je in staat om expressie te geven aan wat je denkt en
voelt.

De mondelinge taalvaardigheden ontwikkelen zich niet vanzelf: kinderen hebben een omgeving nodig
waarin ze taal horen en waarin ze kunnen experimenteren met taal.

4.1.1 Mondelinge taalvaardigheden: luisteren, spreken, gesprekken voeren
Luistervaardigheden
We spreken van luistervaardigheid wanneer de luisteraar in staat is wat hij hoort te begrijpen, te
interpreteren en te integreren in de eigen kennis of om te zetten in handelingen.
Bij luisteren wordt een geluidenreeks door je oren opgevangen en door je hersenen geanalyseerd tot
een reeks taalklanken waaraan een betekenis wordt toegekend. Als de taal ons bekend is, doen we
dat zonder erbij na te denken. Complexer is om al luisterend de structuur en de samenhang tussen
woorden, zinsdelen en zinnen te ontdekken en onthouden. Luisteren is een best complexe
vaardigheid. We leren ons focussen, de hoofdzaken van de bijzaken te scheiden, gericht te luisteren
en tussen de regels door te luisteren. Al deze aspecten worden deelvaardigheden van luisteren
genoemd.
Passief luisteren: de luisteraar luistert en hoeft geen rekening te houden met de ander.
Actief luisteren: de luisteraar laat op actieve wijze merken dat hij luistert, door bijvoorbeeld te knikken.

Spreekvaardigheden
Spreken bestaat uit meerdere elementen:
 Je moet de juiste klank kunnen produceren. Hierbij gaat het om de spreektechniek: een goede
uitspraak, een duidelijke articulatie en een begrijpelijke intonatie.
 Je moet weten welke klankenreeks bij welke betekenis hoort. Je moet woorden kennen om via
spraak iets duidelijk te kunnen maken.
 Je moet de woorden in logische zinnen kunnen plaatsen.

Een hogere trap van spreken is het vertellen van een logisch verhaal. Iedereen ontwikkelt binnen zijn
taalomgeving zijn eigen unieke taal en iedereen spreekt dan ook op een manier die heel eigen en
persoonlijk is.
De klankkleur, het accent en de woordkeus en vooral de non-verbale communicatie bepalen in
belangrijke mate hoe iemand beoordeeld wordt. Ook de status van de spreker is van invloed op de
waardering.

Gespreksvaardigheid
Een gesprek is een voortdurende wisselwerking tussen spreken en luisteren, waarbij de spreker
luisteraars worden en omgekeerd. Een belangrijke factor in de gespreksvaardigheid is de mate waarin
de spreker non-verbale communicatie gebruikt en de luisteraar die correct interpreteert.
Prosodische taal: intonatie, klankkleur, ritme en klemtoon.

Op school krijgen kinderen te maken met meer formele gesprekssituaties. Daarin is het doel van het
gesprek diverser en de inhoud van complexer. De non-verbale aspecten in een gesprek zijn minstens
zo belangrijk als de verbale aspecten.

4.1.2 De rol van de school bij mondelinge taalontwikkeling
Onderwijs in mondelinge taalvaardigheid is gericht op enerzijds het uitbreiden, verfijnen en verbeteren
van de dagelijkse taalvaardigheid van leerlingen en anderzijds het verwerven van schoolse
taalvaardigheden. Vaak gebeurt dat vanzelf, maar daarnaast zal de leerkracht situaties creëren waarin
de leerlingen instructie en oefeningen krijgen om bepaalde spreek-, luister- en gespreksvaardigheden
te trainen.

,Thuistaal versus schooltaal (CAT en DAT)
Op school komen vaker dan thuis situaties aan bod waarbij de context abstracter is op zich buiten de
eigen leefomgeving van het kind bevindt. Cummins spreekt in dit verband van Cognitief Academisch
Taalgebruik (CAT) in tegenstelling tot Dagelijks Algemeen Taalgebruik (DAT). Figuur 4.1 pagina 113

Leerlingen spreken, luisteren en voeren nog steeds gesprekken als ze de basisschool verlaten. De
school is belangrijk geweest voor de ontwikkeling van hun mondelinge taalvaardigheden: leerkrachten
hebben hen gestimuleerd en gemotiveerd om te spreken, te luisteren en gesprekken te voeren, ze
hebben gezorgd voor een goed taalaanbod en hebben feedback gegeven.
Aan de motivatie van leerlingen om goed te leren spreken en luisteren kan de school veel doen:
 Leerlingen de ruimte geven om te communiceren;
 Bevorderen dat leerlingen zich veilig voelen binnen de groep en de school, zodat zij geen
angst hebben om te spreken;
 Aansluiten bij het niveau van de leerlingen en proberen hen steeds verder te brengen in hun
ontwikkeling door aandacht te besteden aan onderwijs in spreken, luisteren en gesprekken
voeren.

4.2 Visies
Het is belangrijk dat een team van leerkrachten zich ervan bewust is welke plaats mondeling
taalonderwijs in de school heeft, welke doelen men wil bereiken en welke aanpak daarbij wordt
gekozen.
De mondelinge taalvaardigheid krijgt in het Nederlandse taalonderwijs vaak te weinig expliciete
aandacht.
Het is van belang dat een leerkracht doelgericht aandacht besteedt aan mondelinge taal. Ook
wanneer hij taal als middel gebruikt, moet hij zich ervan bewust zijn wat dit betekent voor de
taalontwikkeling van leerlingen. De leerkracht moet mondelinge taal betekenisvol en functioneel
maken in een rijke, sprankelende taalomgeving. Naast de lessen die hij inzet om een bepaalde
vaardigheid te trainen, zal hij veel situaties creëren waarin alle leerlingen taalruimte krijgen, zodat ze
leren met verschillende taaltaken om te gaan. Door gerichte, constructieve feedback krijgen leerlingen
de kans hun taal te ontwikkelen in interactieve situaties waarin niet centraal staat wat zij nog niet
kunnen, maar hoe ze hun vaardigheden kunnen uitbreiden. Dit kan in een omgeving waarin alle
leerlingen zich veilig voelen om zich te uiten.

4.3 Doelen en inhouden
4.3.1 Kerndoelen
In de kerndoelen staat vermeld welk aanbod scholen moeten leveren om het leerlingen mogelijk te
maken een goed niveau te bereiken.
1 De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren die informatie, mondeling of
schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
2 De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie,
het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.
3 De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief te of
opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren.
10 De leerlingen leren bij de doelen onder ‘mondeling taalonderwijs’ en ‘schriftelijk taalonderwijs’
strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen.

4.3.2 Referentieniveaus
Het referentiekader beschrijft wat de leerlingen aan het eind van de basisschool bereikt moeten
hebben. Tabel 4.1 pagina 116 + Tabel 4.2 pagina 117
De referentieniveau geven elke basisschool krachtige bouwstenen om het onderwijs in mondelinge
taalvaardigheid in te richten.

, 4.3.3 Leerlijnen
Tussendoelen mondelinge communicatie
Het Expertisecentrum Nederlands heeft globale leerlijnen opgesteld voor de onderbouw, de
middenbouw en de bovenbouw. Deze ‘tussendoelen mondelingen communicatie’ bestaan uit acht
leerlijnen met elk verschillende subdoelen voor onder-, midden- en bovenbouw:
 Deelname aan gesprekken;
 Interactief leren;
 Mondeling taalgebruik;
 Woordenschat;
 Begrijpend luisteren;
 Vertellen en presenteren;
 Reflectie op communicatie;
 Reflectie op taal.

Leerlingen leren bij mondelinge taalvaardigheden:
 Omgaan met diverse mondelinge taaltaken gericht op communiceren, conceptualiseren en
expressie geven;
 Verschillende interactieve vaardigheden voor gespreksvoering;
 Verschillende monologische vaardigheden om te vertellen en te presenteren;
 Verschillende receptieve vaardigheden om doelgericht te luisteren en te kijken hoe ze kunnen
reflecteren op communicatie.

4.6 Praktijk: het oudere kind
4.6.1 Inhouden
Tabel 4.7 Pagina 142

4.6.2 Didactiek
Mondelinge taal kan zowel een middel zijn bij andere onderwijsactiviteiten als het hoofddoel van de
onderwijsactiviteit. De taalvisie bepaalt welke didactiek een leerkracht volgt. Uitgangspunten didactiek
in het mondeling taalonderwijs:
 Zorg voor verbinding;
 Neem alle leerlingen serieus;
 Streef heldere doelen na;
 Zet de taalgroeimiddelen bewust in;
 Gebruik spelsituaties om in gesprek te gaan met leerlingen;
 Gebruik materialen;
 Stimuleer alle leerlingen;
 Stimuleer het taalgebruiksbewustzijn;
 Geef positieve feedback;
 Houd rekening met verschillen in taalgebruik;
 Wees je ervan bewust dat jij een model bent voor leerlingen;
 Evalueer systematisch.
Voor het oudere kind zijn er nog een aantal uitgangspunten:
 Werk doelgericht aan de taaltaken en vaardigheden;
 Gebruik een duidelijke kapstok;
 Hanteer een herkenbaar lesmodel;
 Bied strategieën aan; Tabel 4.8 pagina 146
 Benoem de luister- en kijkdoelen;
 Verrijk met coöperatieve werkvormen;
 Gebruik metacommunicatie -> de manier waarop feedback wordt gegeven, heeft invloed op
het leerproces van een leerling;
 Reflecteer op bedoeling, proces en effect;
 Evalueer systematisch;
 Stimuleer het taalgebruiksbewustzijn.
4.6.3 Praktijkvoorbeelden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller puckvanderplaat. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.88
  • (0)
  Add to cart