100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Algemene economie en bedrijfsmanagement $7.10
Add to cart

Summary

Samenvatting Algemene economie en bedrijfsmanagement

2 reviews
 108 views  18 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een goede samenvatting als goede hulpmiddel hoofdstuk 1/2 paragraaf 3.2 paragraaf 4.2.1 hoofstukken 5 t/m 12 paragraaf 15.4, paragraaf 17.1 t/m 17.7 en 17.9

Last document update: 2 year ago

Preview 5 out of 45  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1/2 paragraaf 3.2 paragraaf 4.2.1 hoofstukken 5 t/m 12 paragraaf 15.4, paragraaf 17.1 t/m
  • February 14, 2022
  • March 24, 2022
  • 45
  • 2021/2022
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: kasendejoyce • 1 year ago

review-writer-avatar

By: Dianscholten9 • 2 year ago

avatar-seller
Algemene economie en bedrijfsmanagement samenvatting

,Hoofstuk 1 Markten en Ondernemers


Ondernemen betekent dat je in onzekere omstandigheden investeert en risico’s accepteert.


Marktwerking is onmisbaar, het houdt ondernemers scherp op het gebied van efficiëntie. We
onderscheiden drie markt vormen:

• Allocatieve efficiëntie: Doelgerichtheid. Produceren wat de markt vraagt. Of een
productie allocatief is geweest blijkt achteraf wanneer de markt door koopgedrag van
consumenten haar oordeel velt.
• Statische efficiency: Doelmatigheid. Produceren met de geringste mogelijke inzet
van arbeid, kapitaal en natuur.
• Dynamische efficiëntie: de toepassing en ontwikkeling van nieuwe producten en
technieken.
Hoe eenvoudiger een bedrijf stichten > meer experimenteercapaciteit
Pas als de markt bereid is om meer voor een product te betalen dan heeft gekost aan
ingekochte grondstoffen, brandstoffen of halffabricaten.> is er sprake van toegevoegde
waarde en is geproduceerd.




Intermediaire producten: producten waarbij er gebruik gemaakt wordt van productie van
andere bedrijven.
Kostprijs verlagende subsidies: verlagen de prijzen voor de afnemers en zijn bedoeld om
de aankoop van bepaalde producten of diensten te stimuleren. (Subsidie op toegang van
musea.
Indirecte belastingen: Belastingen die verband houden met bestedingen, zoals de BTW en
accijnzen. Ze worden ook kostprijsverhogende belastingen genoemd.
Omzet- intermediaire levering= som van de toegevoegde waarde
Som van toegevoegde waarde= waarde van het eindproduct. (Verkopen- de inkopen) van de
detaillist)
Nationale inkomen= som van de primaire inkomens= productie van Nederlandse bedrijven
in binnen- en buitenland.

,Binnenlands product= binnenlands inkomen= productie binnen de Nederlands
landsgrenzen door Nederlandse en Buitenlandse bedrijven.
Winst= verschil tussen de kosten en opbrengsten per product (de zogeheten winstmarge) de
hoeveelheid producten die is verkocht.
Winst en winstmarge wordt beïnvloed door; bedrijfstakgenoten> bedrijven die iets soort
gelijks aanbieden. Bedrijfskolomgenoten> leveranciers en afnemers. Deze twee begrippen
Concurreert op prijs en kwaliteit.


Onderlinge concurrente= interne concurrentie (doel grote marktaandeel) door productdifferentiatie
verminderd de interne concurrentie ook.
Externe concurrentie= Concurrentie tussen leveranciers en afnemers in de bedrijfskolom=
(Verdeling winstmarge).
Interne en externe: dreigende of potentiële concurrentie (invloed op de winst van bedrijven)


De intensiteit van Interne concurrentie door DEAMS en Douma:
- Concentratiegraad: wordt berekend door de omzet van een aantal bedrijven te delen door
de omzet van de gehele bedrijfstak. *(C4 betekent vier grootste bedrijven)
- De mate van productdifferentiatie : verminderd de interne concurrentie
- De ontwikkeling van de bedrijfstak
- De kostenstructuur
- De mate van overcapaciteit
- De uittredingsdrempel
- De mate van marktonzekerheid

Een hoge concentratiegraad: markt wordt verdeeld over weinig bedrijven.

(HHI): sommeert de kwadraten van alle marktaandelen.

Wanneer intern een scherpe concurrentie heerst, is
de machtpositie tegenover afnemers zwak.
Potentiële concurrentie neemt toe> als het
eenvoudig is om over te stappen.

Potentiële concurrentie bemoeilijkt door:
- Strategisch = lage prijzen ‘stay-outprijzen’,
productdifferentiatie en overstapkosten- en
moeite.
- Structurele drempels= uittreding barrières, schaalvoordelen, klantentrouw
- Tijdelijke drempel=
Conjuncturele situatie

,Constante kosten: Kosten die niet variëren, kapitaal en marketingkosten.
Variabele kosten: variëren wel mijn productie, grondstof brandstof.
Als je boven gemiddelde presteert, kan het zijn dat je dat hebt gerealiseerd door innovatie en
groei van je marktaandeel. De kwaliteit van je rendement is dan hoog en duurzaam.
Je rendement kan ook tijdelijk hoger uitvallen door een gunstige valutakoersontwikkeling of
door een strak saneringsbeleid. De kwaliteit van je rendement is dan minder hoog en ook
minder duurzaam.
In een economie waarin je toenemende mate op kwaliteit moet concurreren, leidt dit vroeg of
laat tot een lager rendement.
1.6 Wanneer het totaal toe- en uitreden bedrijven wordt gerelateerd aan het aantal bedrijven,
levert dat een percentage op van turbulentie.
Als de som van toe en uittredende bedrijven toeneemt, neemt de turbulentie toe.
Hoog turbulentie kan ook komen door: bestaan van eendagsvliegjes en dus op aanwezigheid
van matige ondernemers.
Een laagconjunctuur is eigenlijk het tegenovergestelde van een hoogconjunctuur. In een
laagconjunctuur gaat het slecht met de economie. Consumenten geven weinig uit, en
producenten hebben moeite om hun producten te verkopen. Dit heeft de volgende gevolgen:
-De inflatie zal dalen
-De werkloosheid is hoog.
In een hoogconjunctuur bevindt de conjunctuurlijn zich boven de trendlijn. De
geaggregeerde vraag is dan hoger dan de productiecapaciteit. Een hoogconjunctuur is een
periode waarin het goed gaat met de economie. Consumenten geven gemakkelijk geld uit en
producenten verkopen veel. Dit heeft een aantal gevolgen:
-Hierdoor gaat de prijs van producten omhoog: er ontstaat inflatie.
-De werkloosheid is laag., lonen omhoog
Als de toetredingsdrempel hoog is, zijn er slechts weinig aanbieders dit tot deze markt zullen
toetreden. Wanneer deze toetredingsdrempel lager is wordt het makkelijker om tot deze
markt toe te treden.
Vormen van Ondernemerschap
Een zzp’er is een ondernemer volgende criteria:
- Zonder rechtspersoon
- Ontplooit als zelfstandige ondernemende activiteiten
- Geen personeel en geen medeondernemers in dienst
- Geen ondersteuning van familieleden uit dezelfde activiteiten,
- Voornaamste product is arbeid (kennis en vaardigheden) en geen goederen.


Directeuren-grootaandeelhouders DGA;
- Mede-eigenaar van een onderneming
- Minimaal 5% aandelen

, Een spin-off= bedrijf met steun van moederbedrijf door ex-werknemer.




Mail supplier functie: hoofdaannemer die complete subsystemen aflevert.


Voordelen van kleine bedrijven:
- Snel reageren op marktsignalen
- Veel innovaties
- Specialisatie op bepaalde terreinen
- Uitvindingen zijn voldoende voor winst
- Flexibel, en minder beslissingslagen werken.


SWOT is gericht op lange termijn.




Hoofdstuk 2 Het ondernemingsstructuur en structuur van de
Nederlandse economie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller R2001. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.10. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51292 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.10  18x  sold
  • (2)
Add to cart
Added