Samenvatting van alle verplichte jurisprudentie van het vak goederenrecht van de premaster rechtsgeleerdheid. Voor het tentamen heb ik een 7,5 gehaald.
HR 12 januari 1968, NJ 1968, 274 (Teixeira de Mattos) (Voorbeeld van verschil
verbintenissenrecht en goederenrecht. Bewijzen van eigendom)
Feiten:
Texeira de Mattos is een bank. Dit arrest speelde zich af in de tijd dat er in een bank nog een
grote kluis stond. Een van de dingen die je in bewaring kon geven bij een kluis waren
effecten. Effecten zijn aandelen en obligaties. Een aandeel was een stukje papier, want dat
was handiger om te verhandelen. Het betreft dus een stukje waardepapier.
1
, In dit geval gaat het om certificaten. Mulder had 3 certificaten in bewaring gegeven bij de
bank en Pijnenburg 1. Het heeft goederenrechtelijke en verbintenisrechtelijke aspecten.
Want, die certificaten werden in bewaring gegeven aan de bank, het was geen overdracht,
want het was niet de bedoeling dat de bank eigenaar zou worden van die certificaten. De
gedachte was: dit zijn waardevolle stukjes papier, ik heb ze liever in de bankkluis liggen. In
de overeenkomst van bewaarneming stond: bank, jij bewaart die stukken en als ik ze terug
wil hebben, dan wil ik ze ook terugkrijgen en mee kunnen nemen. Die bank zegt: dat is goed,
maar dat gaat je geld kosten.
In de overeenkomst stond ook dat die effecten een bepaald nummer hebben. Hieraan
kunnen de certificaten worden herkend. Een van de verplichtingen die de bank op zich had
genomen was om die nummers te noteren. Is hier vooral verbintenissenrecht, want het gaat
om de bewaarovereenkomst met over en weer rechten en verplichtingen.
De bank gaat failliet. Curator gaat in de kluis van de bank kijken. In die kluis vindt hij onder
meer 4 certificaten. Mulder had er 3 tegoed en Pijnenburg 1, dus Mulder en Pijnenburg
melden zich bij de curator en zeggen: ‘Mogen wij onze certificaten terug hebben?’
Die curator zei daarop: ‘Ja, maar we hebben hier te maken met een faillissement. Ik kan die
certificaten wel aan je afgeven, maar niet op basis van die verplichting van de overeenkomst
die zegt dat ik de certificaten moet afgeven. Curator: ‘Dit is een verbintenisrechtelijke
aanspraak tot afgifte van 4 stukken papier, maar dat heeft ook een geldswaarde, namelijk de
waarde van die 4 stukken papier. Dus dan zet ik jullie voor de waarde van die certificaten op
de lijst. Wat ik in ieder geval niet ga doen is, op basis van die verbintenisrechtelijke
aanspraak die je hebt op basis van de bewaargevingsovereenkomst, de certificaten afgeven.
Dat is in strijd met faillissementsrecht.’
Mulder en Pijnenburg zeggen dat het hun certificaten zijn, dat zij eigenaar zijn, dus een
goederenrechtelijk recht! Op het moment dat jij eigenaar bent, dien jij hetgeen waarover jij
eigenaar bent mee te krijgen. (Goed opletten dus op het verschil goederenrecht VS
verbintenissenrecht. Want in zo’n geval geldt: als jij eigenaar bent, valt het niet in de boedel
en is het van jou en kun je het meenemen. Eigendom kun je bij iedereen opeisen, óók bij een
curator!)
De curator zegt: Je moet bewijzen dat je eigenaar bent van de 3 stukjes papier die in de kluis
liggen en van dat ene stukje wat in de kluis ligt.’ Mulder en Pijnenburg kijken naar de
gesloten overeenkomst met de bank, waarin staat dat de bank de nummeradministratie bij
had moeten houden. Dus, geef maar de nummeradministratie, dan kunnen wij bewijzen dat
dat onze certificaten zijn die in de kluis liggen. Waarop de curator zegt dat de
nummeradministratie niet is bijgehouden en dat er dus geen bewijs is van wie die
certificaten zijn.
Uiteindelijk loopt de zaak dus verkeerd af voor Mulder en Pijnenburg, omdat ze niet kunnen
bewijzen dat die 4 certificaten die in de kluis liggen, dat dat die 4 certificaten zijn die zij ooit
hebben ingeleverd. Die voorraad van effecten is tussendoor gewijzigd geweest en dat er ook
certificaten tussen lagen die van de bank zelf waren. En dat het dus eigenlijk min of meer
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SerenaD. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.58. You're not tied to anything after your purchase.