Structuur betoog
Introduceren en benoemen van het toepasselijke leerstuk. Beschrijf dan de relevante theorie
aan de hand van de toepasselijke wetsartikelen, relevante literatuur en jurisprudentie en
benoem (indien aanwezig) ook de daarin opgenomen voorwaarden waaraan je gaat toetsen.
Benoem vervolgens de relevante feiten en pas daarna de theorie en eventueel de gevonden
voorwaarden toe op die feiten (dat is ‘toetsen’). Besluit het antwoord met een conclusie die,
als je het goed hebt gedaan, logisch volgt uit het voorgaande.
Rechtsmacht (jurisdictie)
Extraterritoriale rechtsmacht: wanneer een strafbaar feit volledig BUITEN Nederland wordt
begaan, maar Nederland wel jurisdictie heeft. Kan onder andere op grond van nationaliteit
(de verdachte moet een Nederlander zijn).
- Actief persoonlijkheidsbeginsel (art. 7 Sr).
o In art. 7 lid 1 Sr staat het beperkt actief personaliteitsbeginselen. De
voorwaarden waaraan getoetst moet worden zijn:
1. Nederlander die zich in het buitenland schuldig maakt aan een
strafbaar feit.
2. Het feit door de Nederlandse strafwet als misdrijf wordt beschouwd.
3. Het feit moet in het land waarin het feit is begaan strafbaar zijn
gesteld.
o Bij de in art. 7 lid 2 Sr genoemde feiten is dubbele strafbaarheid niet vereist.
2. Art. 7 Sr ziet op de gedraging, niet op de dader. Hooguit rechtvaardigingsgronden
kunnen hier een rol spelen, schulduitsluitingsgronden spelen hier geen rol.
Wijzigen van wetgeving (art. 1 lid 2 Sr)
Verandering in delictsomschrijving
1. Er is sprake van wetgeving (materiele uitleg: mag ook uitleggen aan de hand van
andere rechtsgebieden. Dus niet alleen wetswijziging aangaande de strafbepaling,
maar ook andere relevante wetswijzingen die doorwerken in de strafrechtelijke
normstelling. Bijv HR Incest).
o Bijv tuchtrecht is geen wetgeving zoals bedoeld in art. 1 Sr, want dat is geen
burgers algemeen verbindend.
2. Er is sprake van een verandering in die wetgeving (beperkte uitleg materiële leer)
o Doe je door te kijken naar de verandering .... (Ten tijde van de berechting is er
nieuwe wet en de ten laste legging is op basis van oude wetgeving. Ga je
kijken of de wetgever anders is gaan denken over de strafbaarheid van het
eerder begane gedrag.
HR Gewijzigde Warenwetregeling: op basis van oude wetgeving
veroordeeld, maar wet is gewijzigd ten tijde van de berechting. De
wetgever is dus anders gaan kijken naar strafbaarheid. Bij berechting
levert het geen strafbaar feit op, omdat de wetgeving de norm heeft
verruimd (mocht nu meer nitraat inzitten), dus voldoet hij nu wel aan
de wetgeving. Speelt bij 2e materiele vraag.
Tijdelijke wijzigingen is niet van toepassing hierop.
3. De verandering van wetgeving is gunstiger voor de verdachte (HR Lex Mitior).
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SerenaD. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.