Samenvatting microbiologie
HST 1: De ontwikkeling van de microbiologie
De transitieperiode
De spontane generatie
- 4de eeuw voor Christus: Aristoteles
- Basis van spontane generatie
o Levend materiaal gaat dood, maar de ‘levenskrachten’ verdwijnen niet.
o Dood materiaal kan spontaan levend worden en zich opnieuw voortplanten.
- Voorbeelden:
o Witte zemelen ‘ontstonden’ uit oude vodden
o Vlees bracht wormachtige maden voort
De gouden jaren van de microbiologie
Louis Pasteur (1822-1895)
- Begin 1860
o Bouillon in reeks flessen met zwanennek
o Bouillon koken + laten openstaan aan lucht en elke ‘levenskracht’
- Tegenstanders Pasteur: m-o moeten ontstaan, doordat de levenskrachten vrije toegang
hebben tot de fles
- Dat gebeurde niet = bewijs dat Pasteur gelijk had
o S-vormige bocht van nek ving m-o uit lucht op
M-o kwamen niet in fles
Geen groei van m-o in bouillon
o Kolf omdraaien + bouillon tot in bocht laten vloeien en daarna opnieuw rechtzetten:
groei verschijnt binnen enkele uren
- Bovenste lijn:
o Broth of bouillon = vloeibare voedingsbodem met voedingsstoffen voor bacteriën.
o Steriele broth: helder troebelheid = bacteriën in gegroeid
2
, - Tweede lijn:
o Doden van bacteriën door warmte toe te voegen.
o Flessen toe doen er verschijnt geen leven
- Onderste lijn:
o Zwanennek, er kan langs hier lucht binnen naar de steriele broth. Maar de micro-
organismen bleven in het onderste gedeelte gevangen zitten. Ze konden niet naar de
broth waardoor er geen leven verscheen.
o Draaien van de fles = wel groei. weerleggen spontane generatie
Robert Koch (1843-1910)
- Postulaten van Koch
o = gids om specifieke organismen te relateren aan specifieke ziekten
1) Dezelfde m-o (verwekkers) moeten geïdentificeerd worden bij alle gevallen van de ziekte
2) De m-o moeten geïsoleerd en opgegroeid worden in zuivere cultuur
3) De ziekte moet opnieuw ontstaan in proefdieren die met deze reincultuur worden
geïnoculeerd
4) Dezelfde m-o moeten gevonden worden in ieder experimenteel ziek gemaakt dier en
opnieuw uit dit dier kunnen worden geïsoleerd.
HST 2: De morfologie en cytologie van bacteriën
De morfologie
- Monomorf: de bacteriën behouden 1 enkele vorm
- Pleomorf: de bacteriën kunnen verschillende vormen aannemen, bijvoorbeeld omwille van
gewijzigde milieuomstandigheden
- Involutie vormen = natuurlijke verouderingsvormen, opzwellen of vertakken
Staafvormig
- Bacillen
- Streptobacillen: bacillen in lange ketens
- Diplobacillen: bacillen komen in een paar voor
- Kokkenbacillen: zeer korte bacillen
Bolvorming
- Kokken
- Monokokken: alleenstaande kokken
- Diplokokken: kokken die samen blijven in paar na reproductie
- Streptokokken: kokken bestaande uit ketens van diplokokken
- Tetraden: kokken per vierr
- Microkokken: kokken in kleine groepjes
- Echte kokken: grampositief, flagellair immobbiel en niet sporulerend
Spiraalvormig
- Spirillen: vorm van kurkentrekker
o Rigide celwand en haarachtige uitstulpingen (flagella)
Helpen bij bewegen
o Gramnegatief, niet sporulerend en niet buigzaam
2
, - Vibrios: gekrulde staafjes die op komma’s gelijken
o Gramnegatief, flagellair en niet sporulerend
- Spirocheten
o Flexibele buigzame celwand
o Gramnegatief zonder flagella
o Beweging: samentrekking lange axiale filamenten (endoflagella)
Lijken op flagella
Bevinden zich in externe flexibele wand
De cytologie
Flagella of zweepdraden
- Filamenten
o Samengesteld uit lange, rigide ketens: bevat flagelline
o Proteïnen liggen schroefvormig gebogen zoals in een spiraal of helix
Laat toe dat flagella roteren
- Bacterie onafhankelijk bewegen
o Energie voor nodig
- Flagella terug aangroeien in gunstig milieu
2
, - Gramnegatieve bacteriën
o Flagella verankerd in hoekachtige koken penetreert celwand vasthechting in 2
paar ringen = basale lichaam
o Buitenste ring
Verankerd op verschillende delen v/d celwand
o Binnenste ring
Verankerd in plasmamembraan
o Verwijderen celwand flegalle nog steeds aanwezig
- Grampositieve bacteriën
o Enkel binnenste ring aanwezig
- Binnenste ring roteert buitenste ring op zijn plaats
- Creëert rotatie voorwaartse beweging
- Roteringsrichting tegengesteld aan flagella rotatie
- Snelheid en richting rotatie kan wijzigen
- Flagella variëren in aantal en positie
o Monotrich
1 flagellum
o Lofotrich
Groep van 2 of meer flagella aan 1 pool
o Amfitrich
Groep flagella aan beide uiteinden
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurverroens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.59. You're not tied to anything after your purchase.