Opgeloste examenvragen Ziektemechanismen tem '20-'21
134 views 7 purchases
Course
Ziektemechanisme
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Door mijzelf opgeloste examenvragen van Ziektemechanismen tem vragen van '20-'21
Zeer duidelijk opgelost. Zowel Carmeliet, Bammens als Nucleaire.
KUL, Geneeskunde
● Schijndood
Kan optreden bij hypothermie.
Indien temperatuur rond 20°C is, is er geen activiteit meer waarneembaar in EEG (elektro-encefalografie).
Onwaarneembare ademhaling en bloedsomloop
● COX
○ cyclo-oxygenase: maakt gebruik van arachidonzuur als substraat om eicosanoïden te vormen.
○ Zorgt bv voor ° TXA2 in bloedplaatjes (--> BP-aggregatie) of PCI2 in endotheelcellen (--> inhibitie BP-
aggregatie + ° vasodilatatie). Ook productie van prostaglandines (bv. PGE2 → vasodilatatie +
vaatpermeabiliteit stijgt)
○ 2 isovormen:
- COX 1: constitutief aanwezig, basale fysiologische activiteit
- COX 2: geïnduceerd door inflammatoire stimuli, aanwezig in macrofagen/leukocyten/fibroblasten
COX-inhibitoren = bv. NSAID, aspirine
● senescentie
○ 2 pro-verouderingsmechanismen:
■ normale cellen: beperkte replicatiemogelijkheid in vivo
■ cellen van oudere personen: minder celdelingen
⇒ gevolg = progressieve ↑ verouderde cellen + verlies replicatie-functie regeneratieve cellen
○ Rol bij herstel acute schade: indien cel niet kapot → senescentie: niet meer delen → macrofagen:
fagocyteren senescente cellen: ° weefsel met gaten → opgevuld door progenitorcellen
○ Continue schade of veroudering: senescente cellen blijven + chronische inflammatie & fibreus weefsel →
beperkt functie
○ kanker protectieve rol: senescentie geactiveerd in tumorcellen: tumorprogressie geblokkeerd (cellen met
DNA-schade elimineren door verwijdering uit proliferatieve pool
● air trapping
- lucht blijft bij expiratie achter in alveolen thv kleine luchtwegen bv. bij astma
- daling inspiratoire capaciteit
● RDA
recommended dietary allowances (aanbevolen dieet-hoeveelheid
gemiddelde dagelijkse inname van bepaalde voedselcomponent
voldoet aan vereisten van ongeveer alle gezonde personen
● Acclimatisatie
Mechanisme waardoor NaCl verlies bij hoge zweetproductie kan verminderd worden.
Aldosteron↑ → zweetkliercellen veranderen → [NaCl] in zweet daalt → maximale zweetproductie per uur kan
stijgen → warmteverlies↑
● Advanced Glycation End products (= AGEs)
Bij glycatie: niet-enzymatische reactie tss suiker en macromolecule (bv. eiwit/DNA)
→ impact op lang levende eiwitten (bv. in ECM): verandert hun structuur + functie
● endogeen
○ belangrijkste bron ROS = O2-verbruik in mitochondriale elektronentransportketen (elektronen
ontsnappen en reageren met O2 → ° radicalen)
○ NAPDH-oxidase: reductie O2 → superoxide anion
○ lipoxygenase: zet hydroxylgroep op moleculen
○ peroxisomen: oxidatie lange VZ-ketens
○ cytochroom p450: zorgen voor hydroxylaties → O2-verbruik + ° radicalen als bijproduct
● exogeen
○ UV- en ioniserende straling
○ roken & pollutie
○ chemo
○ uitgesproken inflammatie
Bescherming tegen ROS:
- Antioxidatieve enzymes: SOD (superoxide dismutase), catalase, glutathione peroxidase …
- Antioxidantia: Vitamine C en E
● Osteomalacie
° bij hypocalcemie door malabsorptie thv darm
Aanmaak van beendermatrix zonder calcificatie: ° osteomalacie
- te weinig gemineraliseerd bot
- Zichtbaar als pseudofractuur: plaatsen van opklaring, geen echte fractuur
● Polyglobulie (= polycythemie)
symptoom van hypoxie in het bloed
chronische hypoxie prikkelt EPO-vorming in nier → ° RBC↑
zorgt voor grotere O2-dragende capaciteit, maar bloedviscositeit↑ ook → gevaar voor trombose
● defensine
Fagosoom kan fuseren met granulen waar deze enzymes in opgeslagen zitten, ze vormen dan ion-permeabele
kanalen in membranen -> doden pathogeen.
Defensines zijn normaal in evenwicht met natuurlijke bacteriën in darm
Bij defect in defensines: ° ziekte van Crohn (inflammatie darm) of psoriasis (chronische inflammatie huid)
● diabetes of injury
Men krijgt het beeld van diabetes uitgelokt door trauma. Is niet blijvend.
Pt bevindt zich in een hypermetabole toestand, waardoor er na trauma veel substraten zijn voor gluconeogenese
(bv. lactaat, glycerol…): ° hyperglycemie
● non excercise activity thermogenesis (= NEAT)
NEAT = spontane fysische activiteit, bv. behoud spiertonus.
Het is een component van energieverbruik
Obese mensen hebben lagere NEAT
● myeloperoxidase (MPO)
MPO = enzym + onderdeel van ontstekingsreactie → helpt bij fagocytose MO
2
, Fagosoom fuseert met lysosoom: ° Klebanoff systeem
→ MPO werkt in op H2O2 → ° nieuwe toxische producten bv. HOCl (= bleekwater)
Activatie van deze reactie gepaard met: verhoogd O2-verbruik + stimulatie pentose-fosfaatweg (° NAPDH)
● kanker cachexie
Multifactorieel syndroom: verlies spiermassa, meestal ook verlies vetmassa.
Frequent irreversibel stadium.
Pathofysiologie: hoog glucoseverbruik door tumorcellen
→ doen aan aerobe glycolyse: glycolyse↑ ondanks dat er voldoende O2 is
● Pneumoconiosen
= ‘stoflong’ = interstitële pathologie
Bij hypoxie ontstaan door diffusiestoornis (alveolocapillair block)
Treed vnl op tijdens inspanning: bloed stroomt met hoger debiet → minder tijd voor gasuitwisseling
● hyperCa leidt tot spierzwakte
door afname van neuromusculaire excitabiliteit
● Harttamponade
Acute harttamponade kan een oorzaak zijn van shock.
Bloed, vocht, lucht of tumor gelokaliseerd thv pericard of mediastinum → interfereert met diastolische vulling van
ventrikel
● Hittekramp
= symptoom van hyperthermie
Oorzaak = excessief natriumverlies in zweet (door zweten zonder acclimatisatie, vaak na fysische inspanning,
gestegen kerntemperatuur)
Na spiercontractie Ca opgenomen in SR door SERCA-pomp + deel naar extracellulair via NCX (Ca/Na-exchange)
3
, MAAR: door vele zweten: [Na]-gradient↓ → te weinig drijvende kracht voor NCX → [Ca] intracellulair↑ →
spiercontracties = krampen
● veroudering afgeremd door calorierestrictie
Veroudering vertragen lukt bij andere species (bv. hond/rat) door voedselaanbod te beperken
Hypothese: voedselbeperking zorgt voor ↓ oxidatieve stress → tragere veroudering
Geen evidentie dat dit bij mens ook succesvol is (honger, infertiliteit, osteoporose, verlies weerstand…)
● Hip-waist ratio
Locatie van vetweefsel is belangrijk voor morbiditeit (appel=schadelijk vs peer) een manier van dit te meten is hip-
waist ratio. Voor mannen minder dan 1, vrouwen < 0,9.
● posturale hypotensie
Circulatoire oorzaak van syncope
Defect aanpassing aan houdingsverandering (vnl bij oudere pt)
Normale reactie liggen → rechtstaan: constrictie perifere arteries → reflectoire versnelling hart → contractie
spieren ledematen: veneuze retour↑
Bij posturale hypotensie: reflexen afwezig
● koude diurese
Verwikkeling van hypothermie in de nier
Nieren reabsorberen Na → hiervoor is energie en O2 nodig.
Wanneer lichaamstemperatuur gedaald: basaal celmetabolisme gedaald → te weinig E voor Na-reabsorptie
Na reabsorptie ↓ → water reabsorptie ↓ → ‘koude’ diurese (-> ondervulling)
● diapedese
migratie WBC tussen endotheelcellen naar omgevend weefsel
= onderdeel van vasculaire elementen bij acute ontsteking
Draagt bij tot vorming vochtexsudaat
18-19
● adaptatie (T°)
● ARDS
acute respiratory distress syndrome = non-cardiogeen pulmonair oedeem
schade thv alveolair epitheel + capillair endotheel → permeabiliteit↑ → uitsijpelen exsudaat
Zorgt ook voor productie van minder surfactant en verminderde longcompliantie (AH-arbeid↑)
Kan ontstaan door hypoventilatie shock
● DIC = disseminated intravascular coagulation
Vasculair circulatoir symptoom bij hitteslag
ontstaat bij verschillende processen van systemische schade, bv. sepsis, shock, meningitis…
endotheelschade → stollingssysteem*: fibrine, BP, trombose… → perfusie weefsel↓
Na activatie stollingsysteem: fibrinolyse automatisch actief (voor evenwicht)
⇒ uitputting stollingssysteem & fibrinolyse → ° bloeding op andere plaatsen
● Sludge-fenomeen
Kan voorkomen bij shock
trage doorstroming bloed → RBC aan elkaar kleven → bloedviscositeit↑ → circulatie verslechtert
● Ventrikelfibrillatie
Verwikkeling van hypothermie bij temperatuur < 32°C.
Gestoorde geleiding in hart: ° ritmestoornissen (vnl VKF)
Onderkoeling → AP thv epicard verandert: snellere repolarisatie → AP ingekort
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kiriku. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.