Voorbeelden van potentiële examenvragen
1. Wat is het verschil tussen de successierechten stricto sensu en het recht
van overgang bij overlijden?
Het principiële verschil tussen beiden is dat het successierecht sensu strico van
toepassing is bij het overlijden van rijksinwoners. Het recht van overgang is van
toepassing bij overlijden van niet-rijksinwoners. Zie artikel 2.7.1.0.1 VCF.
Een rijksinwoner is iemand die zijn woonplaats of zetel van vermogen heeft
gevestigd in een van de drie gewesten. Daarbij is de nationaliteit niet van
belang (zowel van de erflater als van de erfgenamen niet). Er wordt daarbij
belast op het wereldwijd vermogen!
Inzake het recht van overgang: daarbij wordt er enkel belast op de onroerende
goederen gelegen in België (art. 2.7.3.2.2 VCF)
2. Wat is het belang van het Eckelkamp-arrest van het Hof van Justitie van
11 september 2008?
Het Eckelkamp-arrest handelt over de schuldenaftrek bij het recht van overgang
door overlijden. Dit betekent dat de erfgenamen van een overleden niet-
rijksinwoner (= geen woonplaats/zetel van vermogen in België) belast worden op
de onroerende goederen aanwezig in België (art. 2.7.3.2.2 VCF). De vraag is of de
schuldenaftrek hierop van toepassing is? Initieel zei de fiscus van niet: geen
schuldenaftrek, erfgenamen worden belast op het brutobedrag. In het arrest
Eckelkamp oordeelt het HvJ dat dit in strijd is met het vrij verkeer van kapitaal
indien de schuldenaftrek enkel mogelijk is voor successierechten sensu stricto.
Gevolg: art. 2.7.3.4.1 VCF: de schulden mogen worden afgetrokken. Dit geldt enkel
indien de niet-rijksinwoner zijn woonplaats of zetel van vermogen in de EER had.
Indien het ging om een Amerikaan, zal kunnen de schulden dus niet worden
afgetrokken. Dit is anders in Wallonië, waar men voor elke niet-rijksinwoner de
schuldenaftrek toelaat.
3. Bespreek de problematiek van de dubbele belasting in de
successierechten.
Aangezien het successierecht sensu stricto het wereldwijd patrimonium wordt
belast, kan het zijn dat het buitenland ook successierechten zal heffen bijvoorbeeld
als een soort van recht van overgang. Bijvoorbeeld: een Belg met een appartement
in Spanje, bij overlijden zal er Belgische en Spaanse successierecht verschuldigd
zijn. Er is geen algemeen verbod op dubbele belastingen.
1
, 4. Wat is het belang van het Block-arrest van het Hof van Justitie van 12
februari 2009?
Zie vraag 3: er is geen algemeen verbod op dubbele belastingen. Dat is niet in
strijd met het vrij verkeer van kapitaal, op voorwaarde dat de cumulatie van beide
belastingen proportioneel blijft (inzake het recht op eigendom). Er zal dus een
proportionaliteitsonderzoek nodig zijn.
5. Welke nationale maatregelen werden er genomen om dubbele belasting
in de successierechten hetzij tegen te gaan, hetzij te verzachten?
Art. 1ter Bijzondere Financieringswet: geen dubbele belasting tussen de
Belgische gewesten. Dit artikel kun je niet gebruiken voor dubbele belasting
tussen twee landen (zie vraag 6).
Dubbele belastingverdragen: met Frankrijk en met Zweden (Zweden kent geen
successierechten meer ondertussen). Het gaat om een belastingvermindering
van de betaalde successierechten in het buitenland.
Art. 2.7.5.0.4 VCF: belastingen betaald op OG in het buitenland is verrekenbaar
met de Belgische successierechten.
6. Bespreek de Vlabel-beslissing van 12 januari 2018 mbt dubbele Vlaams-
Spaanse erfbelasting.
Deze vraag handelt over art. 1 Bijz.Fin.W aangaande het verbod op dubbele
belasting tussen de gewesten. In Vlaanderen wordt getaxeerd op basis van de
woonplaats van de overledene, in Spanje taxeert men op basis van de woonplaats
van de erfgenaam. Als de erflater (Belg) overlijdt en zijn enige erfgenaam woont in
Spanje, ontstaat er dubbele belasting. Art. 1 Bijz.Fin.W. is hierop niet van
toepassing omdat dat handelt over de gewesten en niet tussen de landen
onderling.
7. Successierechten zijn oneigenlijke regionale belastingen. Bespreek.
Aanvankelijk waren successierechten een federale materie. Nu zijn ze echter
(inzake het tarief, grondslag en vrijstellingen) geregionaliseerd geworden (art. 4
Bijz. Fin.W.) wat dus leidt tot ‘fiscale concurrentie’. De bevoegdheid inzake de
belastbare materie en het bestaan zelf van de belasting, is nog steeds federaal!
Wat Vlaanderen dus kan is de belasting tot nul brengen, en ze de facto afschaffen
dus, maar ze kan ze niet uit de regelgeving wegnemen. Tot 2015 was in
Vlaanderen de dienst van belasting nog federaal, maar deze is nu volledig
geregionaliseerd (i.t.t. Brussel en Wallonië).
8. Bespreek de localisatiecriteria bij successierechten en het recht van
overgang bij overlijden.
Successierechten zijn verschuldigd in het gewest van de fiscale woonplaats op
datum van overlijden (woonplaats laatste vijf jaar voor het overlijden). Indien dit in
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lewisderidder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $27.53. You're not tied to anything after your purchase.