HOOFDSTUK 1: INLEIDING DE VRAAGSTELLING
"De relatie tussen mens en omgeving"
-> bevolkingsontwikkeling
Menselijke activiteit heeft mogelijk een nefast e ect op onze biofysische omgeving
-> I = P A T
Met I = de impact
P = Het bevolkingsaantal
A = de rijkdom, een maat voor de mate waarin een individu beroep zal doen op natuurlijke
hulpbronnen
T = technologie, het gemiddeld vermogen van en individu om zijn of haar omgeving te
wijzigen
A kan geschat worden aan de hand van de evolutie van BBP.
Als T constant is dan is I gelijk aan P maal A.
Informed guess: verdeel het probleem in kleinere subproblemen waarvoor je een realistische
schatting kan maken. Bereken je eindschatting van het complex gebaseerd op deze.
De menselijke impact is nu 290 maal groter dan in 1000. Dit komt door bevolkingsgroei
- De toename in rijkdom: In Afrika is de bevolkingsgroei dominanter en in Europa is de rijkdom
het belangrijkste.
Economische groei is min of meer in gelijke tred met de bevolkingsgroei, maar de laatste 200 jaar
is de economische groei VEEL sterker dan de bevolkingsgroei. Hierdoor is het BPP veel hoger.
- Komt mede door het beschikbaar komen van energie uit fossiele brandsto en. (Maatschappijen
die niet van fossiele brandsto en leven, leven doorgaans van zonne-energie. Dit geeft een
beperking aan de mogelijke economische groei.)
Voorbeelden van veranderingen:
- Gemiddelde Afrikaan is in 2016 rijker dan een Europeaan in 1870
- Gemiddelde chinees is in 2016 rijker dan een gemiddelde Belg in 1958
Observaties:
- Mensen waren heel arm in de geschiedenis (2-3 dollar per dag)
- Het westen is nu 40-50 keer rijker dan onze voorgangers van 1400
- De gemiddelde persoon in Afrika is nu even rijk als de gemiddelde Europeaan in 1900
- Er is een scherpe versnelling van de impact in het westen rond 1800 en is verspreid over de
hele wereld tegen 1950.
EVOLUTIE IS NIET OP ALLE CONTINENTEN HETZELFDE
Bijvoorbeeld:
- Western o shoots en Europa: groei van welvaart het belangrijkst
- Afrika: de bevolkingsgroei het belangrijkst
- Azië: tussenpositie
Benaderende waarden houden geen rekening met de gevoeligheid van het milieu en de positieve
en negatieve aspecten van de technologische ontwikkelingen.
- Geven wel een goed idee van de relatieve evolutie.
Andere vragen die gesteld kunnen worden bij de impact, wanneer we niet alleen kijken naar de
grootte van de impact:
- Hoe verhoudt deze impact zich in ruimte en tijd?
- Wat kunnen we verwachten voor de toekomst?
- Is deze impact een gevaar voor de toekomst van de mensheid?
Geogra e: interactie mens en aarde 1
fi ff ff ff ff
, Hoofdstuk 1: inleiding Laura van den End
Omgekeerde vraagstelling: In welke mate beïnvloedt de biofysische omgeving het menselijk
handelen?
- de huidige regionale verschillen in rijkdom en ontwikkeling op de wereld zijn enorm groot.
- In welke mate zijn deze verschillen toevallig?
- Is het toeval dat de landbouw is ontstaan in het Midden-Oosten en niet in Afrika?
- Is het toeval dat de industriële revolutie in West-Europa plaatsvond?
- Is het toeval dat de talendiversiteit op Papoea-Nieuw Guinea veruit het grootst is en
vele malen groter is dan zij in Europa ooit geweest is?
- Moeten de verklaringen van deze verschillen gezocht worden in de omgevingsfactoren in het
biofysisch milieu (klimaat, ligging) die mede de ontwikkeling van vele verschillende
samenlevingen gestuurd hebben.
- Alle mensen zijn genetisch heel gelijkaardig, maar hebben een heel groot cultureel verschil.
- Populatiedensiteit, technologie, welvaart, politieke systemen, kennis.
- Welke rol heeft de omgeving in deze verschillen gespeeld?
Geogra e: interactie mens en aarde 2
fi
, Hoofdstuk 2 Laura van den End
HOOFDSTUK 2: BEPERKINGEN AAN DE GROEI
Het is belangrijk de volgende dingen na te gaan
1. Welke processen worden door onze activiteit beïnvloed en in welke mate?
2. Kunnen we deze impact begroten en hoe groot is deze impact indien we hem vergelijken met
de natuurlijke schommelingen in het systeem?
3. Is de mensheid de grenzen van de groei aan het overschrijden of is deze al overschreden?
De impact van de mens op ons ecosysteem is beduidend groter dan deze van eender andere
soort in het verleden en er zijn voorbeelden gekend van prehistorische beschavingen wiens
ondergang tenminste gedeeltelijk kan worden toegeschreven aan de uitputting van de natuurlijke
hulpbronnen waarop ze beroep deden.
- Een zo goed mogelijke inschatting van de gevolgen van onze impact zal toelaten om de
correcte beslissingen te nemen en zo onze soort te redden van uitsterving.
Exponentiële groei
- De aangroeisnelheid van de populatie is rechtstreeks evenredig met de grootte van de
bevolking.
N= grootte van de bevolking
t = de tijd
r = de groeisnelheid per capita, zijnde het verschil tussen geboortecijfer b en het
sterftecijfer d.
Exponentiële groei leidt tot een steeds sneller absolute bevolkingsaangroei. De relatieve groei is
immers constant.
Figuur 1: Logaritme van de bevolking i.f.v. de tijd bij exponentiële groei
Figuur 2: Schematische weergave van exponentiële groei
Geogra e: interactie mens en aarde 3
fi
, Hoofdstuk 2 Laura van den End
Logistische groei
De groeisnelheid van een bevolking per hoofd kan niet constant blijven, maar wordt beperkt door
andere factoren zoals de hoeveelheid beschikbaar voedsel of de bevolkingsdichtheid.
- De groeisnelheid neemt lineair af met de ratio bevolking/draagkracht
Herschrijving van de vergelijking geeft:
Verschil Logistisch en exponentieel:
Toevoeging van een term die bepaalt dat de
groeisnelheid per hoofd daalt met de toenemende
bevoking.
Figuur: Groeisnelheid i.f.v. bevolkingsgrootte bij
logistische groei.
Wanneer de bevolking een bepaalde K bereikt, dan wordt de groeisnelheid 0.
- De bevolking is dus in evenwicht met de K -> K is draagkracht van de bevolking.
- Indien N << K
De groei wordt exponentieel.
Het logistisch model voorspelt dan een initieel snelle groei die
asymptotisch afneemt als het bevolkingsaantal de draagkracht
begint te naderen.
De absolute groeisnelheid is het grootst als de
bevolking de helft bedraagt van de draagkracht
Figuur: Schematische weergave van een logistische
groei.
Wijzigingen aan het logistische model
Vragen die gesteld moeten worden bij het model:
1. Is de bevolking altijd op de hoogte van haar
niveau tov de draagkracht zodat de aanpassing onmiddellijk gebeurt?
2. Is de afname van de groei altijd lineair afhankelijk van de bevolkingsgrootte?
De draagkracht van de aarde is onzeker, het is dus niet duidelijk of we wel op tijd kunnen reageren
-> TIME LAG
Gevolg: de bevolking kan groter worden dan de draagkracht.
- Een tijdsinterval τ nadat de draagkracht is bereikt wordt de
bevolkingsgroei 0, daarna negatief.
- De mate waarin de bevolking K voorbijschiet hangt af van r0 en τ
Geogra e: interactie mens en aarde 4
fi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauravandenend. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.