- Onderliggende pathologie (pathologieën die het vallen in de hand gaan leggen)
- Vreemde omgeving (thuis weet je alles vanbuiten, nieuwe omgeving je kent niks)
- Periodes van maximale activiteit (ligt in een WZC veel lager)
3 ziekenhuis
- Dienstafhankelijk: op revalidatie afdeling is risico op vallen veel hoger. Cliënten die in bed
moeten blijven hebben weinig kans op vallen.
Geslacht: wat is het verschil tussen mannen en vrouwen die vallen
Zie grafiek: rode lijn = man, gele lijn = vrouw
Meer vrouwen vallen naarmate ze ouder worden, dan mannen. Naarmate je ouder wordt ongeacht
het geslacht wordt het risico groter op vallen. Verklaring: vrouwen doen veel meer in het
huishouden. Vrouwen gaan ondanks medische klachten veel langer leven. Mannen gaan op oudere
leeftijd ziek worden en veel sneller dood gaan.
Populatie bepaling
= verzameling van mensen waar minimum 1 kenmerk hetzelfde is.
Verschillen bij ouderen in de
- Chronische zorg
- Thuiszorg
De cijfers die wij hebben is voor ons het topje van de ijsberg. Het is een groot maatschappelijk
probleem waar ouderen moeilijk over vertellen. We weten dat de cijfers in realiteit veel hoger liggen,
dan de cijfers die we weten uit wetenschappelijk onderzoek.
Een oudere gaat geen melding maken van bijna valincidenten.
1
,Geen melding bij uitblijven van lichamelijke klachten = een oudere is gevallen maar zal het niet
zeggen omdat hij/zij geen lichamelijke klachten heeft.
Heeft te maken met een angst voor een definitieve opname. Een oudere die zegt tegen zijn kinderen
dat hij schrik is omdat hij gevallen is, dan heeft hij schrik dat hij naar een woonzorgcentrum zal
moeten gaan. schrik om naar een woonzorgcentrum te moeten.
Confrontatie functional decline
= functioneel achteruitgaan
Het feit van een normale gebeurtenis. Ze vinden het normaal als je ouder wordt, dat je valt. Je mag
het niet zien als een normale gebeurtenis maar heel veel ouderen zien dit wel.
Gevolgen
Lichamelijke gevolgen
- Kleine letsels (enkel verstuikt, pols gekraakt, snijwonden, hematomen (=bloeduitstortingen),
weefselbeschadiging..)
- Ernstige letsels (heupfractuur, pols- en schouderfracturen, faciale letsels (= ouderen die
vallen en hun handen niet kunnen zetten op hoofd vallen), letsels van de weke delen
(lever, milt), hoofdtrauma (hersenschudding, schedelfracturen)
= PRIMAIRE GEVOLGEN na een val
- Gevolgen van niet rechtop komen: SECUNDAIRE GEVOLGEN
Rhabdomyolyse: atrofie van je spierweefsel (achteruitgang), binnen de uren na de val
(zeer snel), pathologisch
Pneumonie = longontsteking door het liggen op de koude vloer
Decubitus = doorligwonden
- Geen herstel tot oud functioneel niveau, verliezen functionaliteit, afname zelfredzaamheid
- Overlijden
Psychosociale gevolgen
- Valangst: je hebt angst als oudere om nog eens te vallen dat je die activiteiten niet meer gaat
uitvoeren die niks met je val te maken hadden omdat de oudere bang is om te vallen. Je gaat
je als het ware bijna de hele dag in de zetel zetten risico op vallen wordt groter omdat je
niet meer weg gaat
- Sociale isolatie en depressie:
Eenzaamheid: sociale eenzaamheid (= verlies aan sociale contacten, vrienden, babbel) en
emotionele eenzaamheid (= wanneer je partner sterft, het verlies van iemand)
Suïcide = zelfdoding (is een heel groot maatschappelijk probleem, zeer invasief= ze
kiezen een methode waarvan geen terugweg is, ze weten als ze het doen dan zijn ze
zeker dood)
Financiële/economische gevolgen
= heeft een grote invloed op onze gezondheidszorg
- Ziekenhuiskosten nemen toe vanaf leeftijd van 65 jaar
- Opname in residentiële voorziening
- Gemiddelde kost van 11.500 euro per heupfractuur
2
, - Hoge uitgaven medicatie
- Kost van professionelen
- Financieel verlies voor mantelzorgers, mantelzorgers zijn mensen die iemand uit de
omgeving kosteloos zorg voor je opneemt (bv een dochter die zegt ik wel de zorg voor mijn
ouders opnemen)
Blijvende functionele mogelijkheden
- Op- en aflopen van trap wordt veel moeilijker
- Zich wassen (douche en bad) gaat veel moeilijker
- Schoonmaken (gaat algemeen moeilijker)
- Daling van activiteit: 1/5 wandelt, fietst, winkelt en tuiniert mindert (!!!) dit soort
activiteiten zorgt ervoor dat we mensen weerbaar maken tegen het vallen.
Oorzaken van valincidentie
Er is nooit 1 oorzaak die aan de basis ligt. Altijd multifactorieel. Je visus die weg valt zorgt voor
moeite met het houden van evenwicht. Kleine hersenen zorgt voor sturing tussen zenuwcellen en
spieren. Kracht: kan je een gewicht van 100 kg opheffen? Power: aan welke snelheid kan je die 100
kg opheffen?
Posturale controle en invloed op somatosensorische functies
- Visusstoornissen
- Vestibulaire stoornissen = ziekte van ménière (chronische duizeligheid)
- Dysfunctie van cervicale mechanoreceptoren = sensibele zenuwcellen die informatie
doorsturen. Hoe hoger in je lichaam, hoe meer mechanoreceptoren aanwezig zijn.
- Perifere polyneuropathie = heel vaak bij de bovenste en onderste ledematen,
alcoholverslaving, zenuwsignaal ziet er als volgt uit: - - - - - - -
Posturale controle (= je kunt je evenwicht bewaren) en invloed op motorische functies
- Myelopathie: hernia
- Musculaire atrofie: afbraak van je spierweefsel, biologisch normaal = sarcopenie
Posturale controle en invloed op coördinerende functies
- Ziekte van Parkinson
- Dementieel syndroom
- Depressie
Walk and talk test
= belangrijk onderzoek, men onderzocht de dualiteit tussen die twee opdrachten. Ouderen kunnen
duale activiteiten niet meer. Bijvoorbeeld wandelen en praten lukt niet meer. We gaan wandelen
door de gang en we concentreren ons op het stappen. Ouderen concentreren zich op de ene taak of
op de andere taak. (risico op vallen)
Valrisico factoren bij ouderen
Intrinsieke factoren= factoren die aan jezelf liggen
Extrinsieke factoren= factoren die van buitenaf komen en die ervoor zorgen dat je ten val kan komen.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisedh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.89. You're not tied to anything after your purchase.