Psychologie 1
Deel 1: Wat is psychologie?
De psychologie probeert een antwoord te vinden op vragen als
Waarom gedraagt iemand zich op een bepaalde manier en niet anders?
Door welke factoren wordt ons gedrag bepaald?
Hoe ontwikkelt een kind zich tot volwassene?
Wetenschappelijke psychologie obv onderzoek
rigoureus, gecontroleerd, representatief, verifieerbaar, methodisch
Een voorbeeld
• Kahneman: psycholoog (2002 nobelprijs economie)
• Mens ≠ rationeel calculerend wezen
• Beoordelingsvermogen & besluitvorming bij onzekerheid
vb Corona: Wat is erger? De mens onterecht in quarantaine zetten om mogelijke
besmettingen te voorkomen? Of een mogelijke zieke persoon te laten gaan?
• Psychologie = kennis die ontstaat uit systematisch zoeken naar juiste verklaringen voor
menselijk gedrag
- Cfr. Marshmallow test
Jonge kinderen die zelfdiscipline hebben (marshmallow niet opeten) gaan later ook
beter om met schoolse activiteiten
- Gedrag = gedragingen, gedachten & gevoelens
- Complex samenspel => bio-psycho-sociaal model!
--> accurate diagnose (meer dan alleen kcal)
--> gepersonaliseerde aanpak (kijken naar eigen sterkte en zwaktes)
1. Oorsprong van psychologie
“Psychologie: een lang verleden, een korte geschiedenis”
• Lang verleden:
- uitspraak over het waarom van ons handelen of dat van anderen = psychologie => zo
oud als de mens zelf
- Psychè – logos: leer van de ziel
- Psychologie sluit aan bij filosofie
• Korte geschiedenis: einde 19e E
- Psychologie los van filosofie: zielkunde -> gedragsleer
- Zelfstandige wetenschap (werkterrein, onderzoeksmethoden, …)
- Werkwijze = experiment
1
,• 1879: eerste labo experimentele psychologie te Leipzig door Wilhelm Wundt (1832-1920)
• Doel: algemene uitspraken of wetmatigheden formuleren betreffende gedragingen en
psychische processen
• Methode: objectieve, empirische (feitelijke) en verifieerbare informatie
Experiment Wundt:
• gebruik van reactietijden voor de studie van lagere psychische processen
In eenvoudige proeven moet de proefpersoon zo snel mogelijk op een sleutel drukken
wanneer een lampje aangaat. Hij ontdekte dat de reactietijd ongeveer 1/10de seconde
langer was wanneer de persoon zijn aandacht richtte op de verwachte prikkel (het
brandende lampje) ipv op de sleutel voor de gewenste reactie. Als de pp zijn aandacht al
heeft gericht door zich te concentreren op zijn reactie 'wint' hij omdat hij de prikkel niet
meer op het moment van het verschijnen moet interpreteren.
2. Ontstaan van psychologische stromingen
2.1 Studie van het onbewust: psychoanalyse
• Sigmund Freud (1856-1939) -> psychoanalyse
• 3 ‘lagen’ in de mens
- Het ES (latijn: ID)
- Het ICH (latijn: EGO)
- Het ÜBER-ICH (latijn: SUPER-EGO)
• ontstaan tijdens eerste levensjaren
ES = plaats waar behoeften (honger, slaap, warmte), driften, hartstochten zich situeren
- Lustprincipe: streven naar onmiddellijke behoeftebevrediging
- Aanwezig bij de geboorte
• leven van baby: streven naar lust vs ervaren van onlust
• Afhankelijk van omgeving voor lustbevrediging
• Vanuit dit ‘conflict’ ontstaat het ICH
vb baby weent bij onlust -> omgeving (mama) kan niet altijd klaarstaan
ICH = zetel van de gecontroleerde gedachten en handelingen
- Realiteitsprincipe: ‘ich’ staat ten dienste van het es, maar ontwikkelt allerlei tactieken
om lustbevrediging te verzoenen met de externe realiteit
- Ontstaat op jonge leeftijd, o.i.v. opvoeding
• rekening houden met omgeving & realiteit
• Behoeften leren uitstellen om straf te vermijden en liefde te krijgen
vb hoe kan ik aan behoefte voldoen?
UBER-ICH = normbesef, het zich eigen maken van normen en waarden
- Ontstaat door het internaliseren van eisen en verwachtingen van de directe sociale
omgeving, vooral regels opgelegd door ouders
- Ontwikkelt zich vanuit het ICH
- Mogelijkheden tot zelf observatie, zelfkritiek & andere reflectieve en oordelende
mogelijkheden vb wanneer volwassenen honger heeft huilt hij niet zoals een baby
- Moet ‘Es’ in toom houden
2
,• constante spanning tussen ES, ICH & Uber-Ich
• Niet bewust van conflicten door verdringing
- tegengestelde eisen van de verschillende subsystemen
-> angst -> verdringing
• Verdrongen belevingen bewust maken
- Hypnose
- vrije associatie
- duiding van droominhouden
- overdracht
• Het menselijk handelen en denken worden grotendeels bepaald door driften die verankerd
zijn in het onbewuste
2.2 Studie van het gedrag: behaviorisme
Behavioristen bestuderen de relatie tussen:
- observeerbare omgevingsstimuli
- observeerbaar gedrag
• Watson (1878-1958), Skinner
• S(timulus) – R(eactie)
• Geen interne psychische processen
• Wel objectiviteit = waarneembaar & meetbaar
- Vb: studie van pijn
• niet: vragen wat persoon voelt
• wel: observeren wat er gebeurt
• toediening van pijnprikkel => gezicht fronsen, handen naar oren brengen, ogen
toedoen, …
S-R behaviorisme:
• aangeboren S-R connecties (reflexen) ontwikkelen tot complex arsenaal van stimulus-
respons associaties via conditionering
- Watson: ‘Little Albert experiment’
• Aangeleerde reacties op veranderingen in omgeving
- Gedrag (R) is automatische reactie op bepaalde stimulus (S)
- R kan voorspeld worden door S
S-O-R neobehaviorisme:
O is mediator tss S en R
- Verklaart link tussen S en R
O(rganisme) = interne processen
=> niet rechtstreeks observeerbaar
O is voorgeschiedenis van persoon tov stimuli, biologisch bepaalde behoeftetoestanden
- Bv. Iemand eet veel
• lekker
• omdat hij honger heeft
• uit angst voor straf
3
, 2.3 Studie van waarneming: gestaltpsychologie
• Oa.: Kohler, 1917 (experiment aap)
• Richt zich op waarneming (vooral visuele waarneming: figuur/achtergrond, illusies)
• Waarnemen > samensmelten van enkelvoudige waarnemingen
• Mens gericht op waarnemen van structuren. Eerst het geheel, pas daarna delen en
eventueel details
• Geheel verandert als één van de delen verandert
• Associatie (behaviorisme) -> organisatie, aangebracht door organisme
-> zoals escape room: eerst hele kamer bekijken dan detail per detail uitwerken
2.4 Studie van vrije wil: humanistische psychologie
• Aanleiding: ontevredenheid in jaren ’50 – ’60
- Behaviorisme: geen rekening met ‘bewustwordingsproces’
- Psycho-analyse: te veel nadruk op onbewuste (te soft)
• Belang van vrije wil, omgeving, interactie met anderen
- Uitgangspunt
vatten van de mens in zijn geheel
- Doelstelling
mensen helpen om zelfverwezenlijking te realiseren (= eindbestemming van mens)
Behoeftenpiramide van Maslow
5) behoefte aan zelfverwezenlijking
4) behoefte voor waardering, erkenning, status
3) behoefte voor sociale acceptatie
2) behoefte voor veiligheid, zekerheid, geborgenheid
1) fysiologische behoeften
• Gedrag wordt bepaald door onze behoeften
• Behoeften zijn universeel
• Eerst basisbehoeften voltooien, daarna hogere trappen
• Ultiem doel: zelfrealisatie
2.5 Studie van cognities: cognitieve psychologie
• Intentionaliteit staat centraal
• Mens = actieve informatieverwerker
- Selecteren, vergelijken, combineren obv geheugen
• Gedrag bepaald door cognities/kennis (geheel van begrippen, regels en
oplossingsstrategieën)
=> betekenisvolle (verwerkte) reactie op input
• Studie: aandacht, geheugen, betekenisverlening
• PC metafoor (seriële verwerking) -> connectionisme (parallelle verwerking)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannahjoris. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.