Hechtstructuren:
Tight junctions: zonula occludens: linkt mbv occludine en claudine twee naburige cellen aan elkaar. Voorkomt lekken van
materiaal uit lumen naar subepitheliale ruimte en omgekeerd. Verzegeld het bovenste gedeelte vh epitheel
Adherens junctions: zonula adherens: cadherine: transmembraaneiwit, verbindingsglycoproteïne. Gekoppeld aan actine
filamenten.
Cadherines eiwit-eiwit binding, vereist ca2+. Myosine actine filamenten zitten aan de zonula adherens (speelt een rol bij
vorming neurale buis).
Kitlijsten: tight junction en adherens junction worden gezien als 1 structuur onder de microscoop
Desmosomen: macula adherens. Cadherinen (net als adherens junction), verankering buurcellen. Calcium afhankelijk. CAMs:
Cell Adhesion Molecules: mechanische stabiliteit ve epitheel. Puntsgewijs. Desmosomen goed ontwikkeld in de huid.
Hemidesmosomen: verankering van epitheliale cellen aan de basaalmembraan. Verbindingseiwit: integrine. Koppeling aan
collagene vezels in ECM
Klievingsdelingen
Oligolecithaal: weinig dooier (zoogdier)
Mesolecithaal: gemiddeld aantal dooier (amfibie)
Polylecitaal: heel veel dooier (vogel)
Holoblastisch: cellen klieven helemaal doormidden (amfibie en zoogdier)
Meroblastisch: cel niet helemaal in tweeën gedeeld, blijven met elkaar in verbinding en met de dooier (vogel) veel dooier
maakt klievingsdelingen lastig
Inequaal: niet gelijk, kleinere en grotere cellen (kleinere leveren larve, grotere bevatten voedingsstoffen) (amfibie)
Discoïdaal: embryo begint als een schijfje (vogel)
Equaal: cellen zijn even groot (zoogdier)
Ontwikkeling aangezicht:
Start met groei mesenchym (afkomstig van neurale lijstcellen) rond het stomodeum tot 5 zwellingen (prominentia):
- Prominentia frontonasalis (1): van voorhoofd naar neus. Het ectoderm differentieert in de gepaarde nasale (olfactorische)
en lens placodes reukplacode: hoefijzervormige zwelling rondom reukplacode: prominentia nasalis medialis en lateralis:
neusseptum en neusvleugels
- Prominentia maxillaris (2): bovenkaak groei en uitbreiding naar mediaal fuseert met prominentia nasalis medialis
(neusseptum). Beide pr. Nasalis medialis fuseren met elkaar bovenlip (paarden lip en roofdieren filtrum)
- Prominentia mandibularis (2): onderkaak
Hazenlip: incomplete fusie prominentia nasalis medialis
Reukplacode zakt in onderliggende mesenchym en vormt reukgroeve nasal pits
Scheiding primaire neus- en mondholte (stomodeum) door oronasale membraan primitieve gehemelte
Primaire gehemelte wordt vervangen door secundair uit processi palatini van maxilla. Fuseert met overblijfsel primaire
gehemelte papilla incisiva.
Kraakbeengroei: appositionele groei en interstitiële groei
Appositionele groei:
- Perichondriumcellen differentiëren tot chondroblasten chondrogene cel chondroblast gaan matrix produceren
- Aan de rand van kraakbeenmatrix
- Diktegroep in volwassen kraakbeen
- In hyalien en elastisch kraakbeen: perichondrium aanwezig daar liggen chondrogene cellen
Interstitiële groei:
- Bestaande chondroblasten en chondrocyten vermenigvuldigen strekking (groei vh kraakbeenweefsel in bv de epifysair
schijf
- In isogene celgroepen chondronen
- In hyalien, elastisch én fibreus kraakbeen fibreus heeft geen perichondrium dus alleen interstitiële groei
- In vroege stadia van kraakbeen vorming
- Chondroblasten ondergaan verschillende mitotische delingen en nieuwe intracellulaire matrix scheidt de twee
dochtercellen dit proces leidt tot substantiële groei van het kraakbeen van binnenuit interstitiële groei
Epifysairschijven: groeiplaten
Epifysale lengtegroei: in epifysair schijf:
- Proliferatiezone, hypertrophische zone, calcificatie, botvorming
- Groeizone: snel aan het delen, cellen zijn heel plat, gestapelde muntjes
- Rijpingszone: cellen gaan opzwellen en celdelingen
, - Hypertrofiezone: opzwellen en calcium opstapelen verkalking
- Verkalkingszone
- Verbeningszone: osteoblasten differentiëren
Interstitiële groei groei die optreedt in de epifysair schijf omdat chondrocyten heel sterk kunnen delen, daarna gaan
opzwellen en dan afsterven
Plexiform been: woven/primair bot
- Woven bone collagene vezels liggen kriskras
- Primair, immatuur bot
- Wordt vervangen door lamellair bot
- Weinig mineralen
- Gevonden in foetaal ontwikkelend bot, botbreuk herstelplaatsen en bepaalde bot tumoren
- Osteoblasten produceren snel osteoïd.
Lamellair been:
- Secundair, matuur bot
- Vervangt plexiform bot
- Compact of spongieus/trabeculair, been bevat lamellair bot been is het materiaal waaruit
botten gemaakt zijn
- Veel mineralen
- Cirkels: lamellen van collagene vezels
- Buitenste lamellen zijn niet concentrisch/rond, volgen de contour vh bot generale lamellen
2 vormen lamellair bot: compact en spongieus been
Spongieus (trabeculair) been:
- Beenspalkjes (trabecula) en geen osteonen
- Holten tussen balkjes bevatten beenmerg
- Uiteinde pijpbeenderen
- Grote hoeveelheden grondsubstantie in ECM in spongieus bot kan alsnog
goed steun en ondersteuning bieden + minder zwaar + beenmerg in
tussenruimtes
Compact been:
- Geen tussenruimtes geen beenmerg
- Schacht van pijpbeenderen
- Bevat osteonen corticaal bot osteon: concentrisch gerangschikte
lamellen die rondom een centrale holte liggen (kanaal van
Havers/osteonkanaal)
- Gevormd vanuit trabeculair bot.
- Kanalen van Havers in de lengterichting: elk osteon heeft er een, het bevat
bloedvaten, zenuwvezels en lymfatische vezels
- Osteocyten in lacunae in rondjes: systeem van havers/osteon de lacunae
zijn via canaliculi verbonden
- Dwarsverbinding tussen kanalen van Havers: kanalen van volkmann
Lacunae liggen tussen elke lamel van het compacte bot
Plexiform vs lamellair endesmale vs enchondrale botvorming
(En)desmale botvorming
- Bot direct uit mesenchym: mesodermaal bindweefsel gevormd ‘Intramembraneus’
- Mesenchym bot: Mesenchymcellen produceren osteoblasten en osteoblasten gaan meteen osteoïd vormen, in het
osteoïd gaan cellen ingesloten raken en dit zijn dan de osteocyten deze gebieden worden ossificatiecentra genoemd
- Met name platte beenderen: schedelbeenderen
- Blastocoom: kettingsnoer van osteoblasten rondom het bot wat ze aan het vormen zijn
(En)chondrale botvorming
- Indirecte mal van hyalien verloopt indirect via een kraakbeenmal
- Botten vd ledematen, wervelkolom, bekken
- Meerdere stappen:
- Mesenchym kraakbeenmal bot
- Proliferatie (vermeerdering van cellen) & hypertrofie (opzwellen van cellen) kraakbeen
- Ingroei bloedvaten, afbraak kraakbeen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jetske1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.