Immunopathologie = de zieke wordt geïnduceed door de acties van het immuunsysteem
Het adaptief immuunsysteem heeft als functie afweer tegen pathogenen.
4 TYPEN OVERGEVOELIGHEIDSREACTIES
- Er is ook een “5e type” = superantigenen die op een niet klassieke manier T- en B-cellen
activeren.
Het gevolg : T- (en B-) cellen produceren cytokines en dit kan zorgen voor shock.
TYPE I OVERGEVOELIGHEIDSREACTIES
- = allergische reactie = IgE-allergie
- IgE wordt gevormd tegen allergenen
- Bestaat uit 2 fasen:
1) Sensitisatiefase
Het AG (Antigen) penetreert de huid / mucose
Het AG wordt gefagocyteerd en verwerkt door APC (Antigen presenterende
cellen)
De APC presenteert epitopen aan de Th2-cel via MHC II
TCR interactie
Th2-cel richt de B-celdifferentiatie in de richting van IgE-producerende
plasmacellen.
Deficiëntie in Treg’s (T-regulatorische cellen) doet het aantal Antigen-specifieke
Th2-cellen exploderen.
IgE’s bezetten de Fc-receptoren van de lokale mastcellen
gesensitiseerde mastcellen
De gesensitiseerde mastcellen produceren IL-4 versterkt de IgE-productie
door de plasmacellen + versterken de Th2-cellen
Allergic loop
De overmaat IgE diffundeert naar de bloedbaan en veraf gelegen weefsels
gesensitiseerde basofielen en ‘remote’ mastcellen
Geen symptomen
2) Hypersensitiviteit
Bij een secundaire blootstelling
Het AG bindt op 2 naburige IgE’s op de gesensitiseerde mastcellen
cross-linking van het allergen door IgE’s
Er ontstaat een cascade mastceldegranulatie
, Naast het vrijzetten van de voorgevormde granules uit de mastcellen, worden er
ook nog nieuwe mediatoren gevormd uit Arachidonzuur en er worden nieuwe
pro-inflammatoire en immunoregulatorische mediatoren gevormd
Deze mediatoren zorgen voor:
1. Een stijging van de permeabiliteit van de endotheelcellen oedeem = rood
+ zwelling
(urticaria= zwelling thv dermis, angioedema = zwelling thv subcutis)
2. Bronchoconstrictie moeilijk ademen
3. Chemotaxis van eosinofielen door eotaxine van de mastcel
4. De mediatoren prikkelen de vrije zenuwuitlopers thv de huid pruritis (kan
leiden tot secundaire huidletsels)
- Vb zomereczeem paard
De vlieg / mug (Culicoïdes) steekt het paard en injecteert antistollingsmiddel waar
het paard op reageert. Dit kan overal naar toe in het lichaam via lymfe, …
De sensitisatiefase start (nog geen symptomen)
Bij secundaire blootstelling AG binden op IgE’s op mastcel. cascade
mastceldegranulatie allergie
Behandeling: symptoombehandeling, desensitiseren
- Vb kat met asthma
Allergen = vermoedelijk huidschilfers van de mens
Aero-allergeen
Bronchoconstrictie thv spier van Reissenssen
Symptomen : hoesten, dyspnee, piepende ademhaling, …
RX: bronchiaal en/of interstitieel patroon
Broncho-alveolaire lavage BAL uitvoeren gekenmerkt door veel eosinofielen
- Vb Atopische dermatitis
Huidreactie door contact met omgevingsallergenen
Major antigenen = eten, pollen, vlooien, allergenen inademen
Atopie = immuunrespons op de verkeerde plaats
Behandeling: steroïden, antihistamines, hyposensibilisatie
- Anafylaxie = mestceldegranulatie door systemische toediening van AG in verschillende
bindweefsels.
Dit kan leiden tot anafylaxische shock:
Vasodilatatie vloeddruk val
, - Intestinale parasieten
AG activeren de Th2-cellen wat leidt tot een B-celdifferentiatie tot IgE-producerende
plasmacellen
IgE bindt op de mastcellen
Bij sec. blootstelling: cascade mastceldegranulatie wat een toxische invloed heeft
op de parasiet.
De granules van de eosinofielen die worden aangetrokken, veroorzaakt schade.
De eosinofielen maken contact met het AG dat in contact staat met de gebonden
IgE’s
Macrofagen worden aangetrokken en deze fagocyteren de parasietdelen na
identificatie
De cytokines van de macrofagen stimuleren de slijmbekercellen wat leidt tot meer
muccus parasiet wordt overladen.
TYPE II OVERGEVOELIGHEIDSREACTIE
- cytotoxische overgevoeligheidsreactie omdat de destructie van een doelwitcel op basis
van IgG (of IgM) dat gebonden is aan celoppervlakte-antigenen centraal staat
- doelwitcel is vaak de erythrocyt
- celoppervlakteantigenen waarop de antistoffen binden zijn:
‘self’ antigenen
Lichaamsvreemde stoffen / toxines
Pathogenen
- Auto-immuunziekten
- Voorbeeld: Cutane auto-immuunziekten behorende tot het Pemphigus complex waarbij
weefselspecifieke IgG autoantistoffen aan de basis liggen van de weefseldestructie
1) Pemphigus vulgaris: -
Ernstigste vorm
Blaren worden gevormd t.h.v. de muco-cutane overgangen ulceratie
Histologisch is er acantholyse
, Er worden immers auto-antistoffen gevormd tegenover desmosomen
2) Pemphigus foliaceus:
Minder ernstig, maar wel vaker voorkomend
Blaren worden hoger in de epidermis gevormd, net onder het str. corneum
korsten
Eveneens zijn de muco-cutane overgangen betrokken, maar niet exclusief
Er worden eveneens auto-antistoffen gevormd tegenover desmosomen
Ontstaat bij de hond al eens na toediening van bepaalde antibiotica, zoals
trimethoprim-sulfadiazine
3) Pemphigus erythematosus:
Fotosensitieve vorm van pemphigus foliaceus
Vnl. gelokaliseerd t.h.v. het gezicht
Gelijkenissen met SLE
4) Bulleus pemphigoïd:
Auto-antistoffen worden gevormd tegenover de hemidesmosomen van het str.
basale en de lamina lucida van de basaalmembraan
Er is hierdoor loslating van de dermo-epidermale junctie
- Mechanisme:
IgG autoantistoffen tegenover cellulaire antigenen of IgG antistoffen tegenover
moleculen (bv. farmaca, pathogenen) die op het celoppervlak gebonden zijn worden
geproduceerd
De doelwitcel kan op drie manieren gelyseerd worden:
1. Door NK cellen via antibody dependent cell cytotoxicity (ADCC)
2. Door macrofagen die de geopsoniseerde doelwitcel fagocyteren
3. Door complement dat geactiveerd wordt op de klassieke manier
Antistof-receptor interacties: IgG antistoffen kunnen een stimulerend (agonistisch) of
een inhiberend (antagonistisch) effect hebben op organen
o Bij de ziekte van Grave binden IgG antistoffen op de receptoren voor TSH
t.h.v. de epithelia van de schildklierfollikels à hyperthyroïdie door het
agonistische effect van IgG
o Bij myastenia gravis binden IgG antistoffen op de receptoren voor
acetylcholine (AChR) op de skeletspiermembraan t.h.v. de neuromusculaire
spleet à paralyse door blokkage en afbraak van de AChR = antagonistisch
effect
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller axellespooren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.85. You're not tied to anything after your purchase.