Atopische dermatitis en allergische contactdermatitis zijn beide allergieën maar worden
gekenmerkt door een verschillend type overgevoeligheidsreactie. Bespreek het
immunopathologisch mechanisme van beide aandoeningen.
Atopische dermatitis
- Type I overgevoeligheidsreactie
- Huidreactie door contact met omgevingsallergenen
- Major antigenen = eten, pollen, vlooien, allergenen inademen
- Atopie = immuunrespons op de verkeerde plaats
- Behandeling: steroïden, antihistamines, hyposensibilisatie
- Bestaat uit 2 fasen:
1) Sensitisatiefase
Het AG (Antigen) penetreert de huid / mucose
Het AG wordt gefagocyteerd en verwerkt door APC (Antigen presenterende
cellen)
De APC presenteert epitopen aan de Th2-cel via MHC II
TCR interactie
Th2-cel richt de B-celdifferentiatie in de richting van IgE-producerende
plasmacellen.
Deficiëntie in Treg’s (T-regulatorische cellen) doet het aantal Antigen-specifieke
Th2-cellen exploderen.
IgE’s bezetten de Fc-receptoren van de lokale mastcellen
gesensitiseerde mastcellen
De gesensitiseerde mastcellen produceren IL-4 versterkt de IgE-productie
door de plasmacellen + versterken de Th2-cellen
Allergic loop
De overmaat IgE diffundeert naar de bloedbaan en veraf gelegen weefsels
gesensitiseerde basofielen en ‘remote’ mastcellen
Geen symptomen
2) Hypersensitiviteit
Bij een secundaire blootstelling
Het AG bindt op 2 naburige IgE’s op de gesensitiseerde mastcellen
cross-linking van het allergen door IgE’s
Er ontstaat een cascade mastceldegranulatie
Naast het vrijzetten van de voorgevormde granules uit de mastcellen, worden er
ook nog nieuwe mediatoren gevormd uit Arachidonzuur en er worden nieuwe
pro-inflammatoire en immunoregulatorische mediatoren gevormd
Deze mediatoren zorgen voor:
1. Een stijging van de permeabiliteit van de endotheelcellen oedeem = rood
+ zwelling
(urticaria= zwelling thv dermis, angioedema = zwelling thv subcutis)
2. Bronchoconstrictie moeilijk ademen
, 3. Chemotaxis van eosinofielen door eotaxine van de mastcel
4. De mediatoren prikkelen de vrije zenuwuitlopers thv de huid pruritis (kan
leiden tot secundaire huidletsels)
Allergische contactdermatitis
- Type IV overgevoeligheidsreactie
- een huidontsteking tegenover een contactallergeen
- Contactallergenen zoals chemicaliën die op de huid terechtkomen zijn initieel louter
haptenen, maar na binding aan huidproteïnen worden ze antigenisch en kunnen ze worden
opgenomen door Langerhanscellen
- Tijdens de sensitisatiefase, wanneer een dier nog niet eerder in contact is gekomen met het
contactallergeen, gaan Langerhanscellen migreren naar de drainerende lymfeknoop waar ze
de antigenen presenteren aan Th-cellen die op hun beurt T effectorcellen activeren d.m.v.
IFNγ en geheugen T cellen doen ontstaan
- In een gesensitiseerd dier zal er in de drainerende lymfeknoop activatie zijn van de eerder
gevormde memorie T-cellen macrofagen en Tc-cellen infiltreren de dermis zo’n 24 uur na
blootstelling aan het allergeen de Tc-cellen vallen de epitheelcellen aan
- Type IV overgevoeligheidsreactie 2 vormen:
1) Exogeen antigen dat via MHC II gepresenteerd wordt door een antigen-presenterende
cel zoals macrofagen of dendritische cellen aan Th1 cellen doet deze IFNγ secreteren
macrofaag-activatie
2) Endogeen antigen wordt via MHC I gepresenteerd door een doelwitcel Bij herkenning
door een Tc cel wordt de doelwitcel afgedood. Endogeen Ag kan ook herkend worden
door een Th1 cel waarna deze geactiveerd wordt en we in het eerste geval belanden (dit
na fagocytose van een geïnfecteerde cel)
Bespreek het immunopathologisch mechanisme dat aangewend wordt in het afdoden van
intestinale wormen.
- AG activeren de Th2-cellen wat leidt tot een B-celdifferentiatie tot IgE-producerende
plasmacellen
- IgE bindt op de mastcellen
- Bij sec. blootstelling: cascade mastceldegranulatie wat een toxische invloed heeft op de
parasiet.
- De granules van de eosinofielen die worden aangetrokken, veroorzaakt schade.
De eosinofielen maken contact met het AG dat in contact staat met de gebonden IgE’s
- Macrofagen worden aangetrokken en deze fagocyteren de parasietdelen na identificatie
- De cytokines van de macrofagen stimuleren de slijmbekercellen wat leidt tot meer muccus
parasiet wordt overladen.
Wat is een allergie en welke factoren spelen een rol in de ontwikkeling ervan?
, - De pathogenese van deze aandoeningen verloopt meestal volgens de type I
overgevoeligheidsreactie
- Bij contact dermatitis ligt echter de type IV overgevoeligheidsreactie aan de basis
- Bij allergie spreekt men vaak van allergische reacties of een opstoot van allergie, waaruit er
kan afgeleid worden dat de aanwezigheid van en de interactie tussen predisponerende
factoren een rol speelt
1) Genetische factoren
Bij de mens is het geweten dat hoge IgE waarden (een kenmerk van type I
overgevoeligheid) erfelijk zijn
Atopische dermatitis bij de hond wordt frequenter gezien in bepaalde rassen en
lijnen
De betrokken genen behoren vnl. tot het MHC repertoire
Bij de mens zijn er daarnaast ook genen betrokken die coderen voor de Th2
cytokines
2) Immunoregulatorische imbalans
functiegebrek van de regulatorische T cellen (Tregs) die falen in de productie van het
anti-inflammatoire cytokine IL-10
Dit veroorzaakt initieel een overactivatie van antigen/allergen specifieke Th2 cellen
In het chronische stadium volgt dan de overactivatie van allergiespecifieke Th1 cellen
3) Omgevingsfactoren
De blootstelling aan allergenen is wellicht de belangrijkste factor in het ontwikkelen
van allergie
Typische omgevingsallergenen zijn (afkomstig van) vlooien, huisstofmijt, pollen,
gluten, …
Omgevingspolluenten zoals uitlaatgassen beschadigen de mucosale barrière
waardoor allergenen gemakkelijker kunnen binnendringen
Opmerkelijk is dat bij de mens een explosie van allergiegevallen waargenomen werd
vanaf de jaren 1960
Het verband met de drastisch beter geworden hygiëne werd gelegd waardoor de
hygiënehypothese voorgesteld werd: te hygiënisch leven leidt tot meer allergie 11
Blootstelling aan infectieuze agentia is heel belangrijk voor de expansie van Tregs
Deze Tregs zorgen voor de goede balans tussen Th2 en Th1 cellen
4) Neurologische factoren
Jeuk of pruritus kan worden veroorzaakt door prikkeling van de vrije zenuwuiteinden
in de epidermis door een factor die gelegen is in de huid, bv. histamine vrijgesteld uit
mastcellen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller axellespooren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.01. You're not tied to anything after your purchase.