100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitwerking van alle hoorcolleges van het vak BB $8.10   Add to cart

Class notes

Uitwerking van alle hoorcolleges van het vak BB

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle hoorcolleges en een deel van het voorbereidende werk van BB zit verwerkt in het document.

Preview 4 out of 71  pages

  • February 17, 2022
  • 71
  • 2019/2020
  • Class notes
  • ?
  • All classes
avatar-seller
Bloed en Bloedvormende organen Hoorcolleges

Inleiding
Het blok is onderverdeeld in 4 thema’s, deze worden nu kort besproken.
Erythrocyten afwijkingen leidt vaak tot anemie, wat vaak voor komt. Anemie is dat er te weinig
zuurstof is, doordat er te weinig erythrocyten zijn. Casus: hond met bleke slijmvliezen, die sloom is.
Dit kan wijzen op anemie, bij verdenking op anemie doe je onderzoek. Dit bevestigd een laag
hematocriet, dit is een teken van anemie. Anemie zelf is echter geen diagnose, het heeft
verschillende oorzaken: onvoldoende aanmaak van erythrocyten, verlies van erythrocyten of afbraak
van erythrocyten. Om dit onderscheid te maken, moet je aanvullend onderzoek doen. De Coombs
test wijst op auto-anti-lichamen tegen erythrocyten. Er is dus sprake van immuun-gemedieerde
hemolytische anemie (IMHA).
Hemorragische diathese is een verhoogde bloedingen in een klinische situatie, waarin gering trauma
leidt tot overmatig bloedverlies. Bij veel honden vallen bloedingen op de huid niet op, doordat hun
vacht niet wit is en ze lange haren hebben. Casus: hond met bloeding. Belangrijke punten waar je op
moet letten om te kijken of er sprake is van hemorragische diathese zijn: zijn er electieve ingrepen
geweest (operaties), waarbij er overmatig bloeding was of dat de hond gewisseld heeft (tanden), dit
kan namelijk ook overmatig bloeding geven. Je ziet bij de hond een hematoom (blauwe plek) met
ecchymosen (puntbloedingen). Er kan sprake zijn van primaire en/of secundaire hemostase:
 Primaire hemostase: afwijking in de vaatwand, afwijking in thrombocyten (aantal, functies),
of een afwijking in de von Willebrand factor.
 Secundaire hemostase: afwijking in de stollingsfactoren (hoeveelheid, functie).
Dit onderscheid moet je maken met aanvullend onderzoek/diagnose. Hemangiosarcoom is een
tumor van het bloedvat in de milt, dit leidt tot DIS (diffuse intravasale stolling).
Leukocyten afwijkingen kunnen door veel verschillende dingen veroorzaakt worden, zoals een acute
infectie (casus). Je doet een bloedonderzoek en vindt leukocytose met een linksverschuiving, dit
houdt in dat er verhoging is van witte bloedcellen met veel jonge witte bloedcellen in perifere bloed.
Bij cytologisch onderzoek van de inhoud van de massa vindt je een septisch purulente ontsteking.
Leukocyten zijn ook van belang bij de immuniteit. Opname van colostrum is essentieel voor
neonaten, als er falen is van passieve transfer, leidt dit tot secundaire immuundeficiëntie.
Lymfodenopathie is een afwijking aan de lymfknopen, het zegt niks over de oorzaak van vergrootte
lymfeknopen (term in praktijk vaak gebruikt voor vergrootte lymfeknopen). Droes is een septische
lymfadenitits, veroorzaakt door Streptoccocus equi, dus je hebt lymfadenopathie door droes. Een
aspiratiebiopt is dat je met een naald en spuit enkele cellen uit een lymfeknoop halen, cellen worden
bekeken en dan zie je bijvoorbeeld veel lymfoblasten, dit past bij maligne lymfoom/bovine leucose,
je diagnose is dan ook juveniele bovine leucose. Je hebt lymfodenopathie door een neoplasie. De
weg naar een diagnose is als volgt: anamnese -> lichamelijk onderzoek -> probleem -> wat kan
oorzaak zijn -> differentiaal diagnose (DDx) -> kennis van DDx -> diagnostische mogelijkheden ->
diagnose -> behandeling -> prognose -> preventie.

Anemie
Anemie is de medische term voor bloedarmoede, je hebt te weinig erythrocyten, de oxygenatie van
het weefsel is niet goed. Verschijnselen zijn dat het dier snel buiten adem is of minder
uithoudingsvermogen heeft, vermoeid is, compensatoir verhoogde adem- en hartfrequentie en bleke
slijmvliezen. Bleke slijmvliezen kan door:
 Verminderde circulatie/shock: snelle, zwakke, slecht gevulde pols, hypotherm, koude
extremiteiten, matige tot slechte turgor, lage veneuze druk en verlengde CRT (capillary refill
time). Kan door hypovolemie, onvoldoende pompfunctie en/of verandering distributie bloed.

,  Anemie: adem- en polsfrequentie gestegen, pols is steil (goed gevuld, krachtig(er)), lage
diastolische druk, extremiteiten warm en systolische souffle (bijgeluid hart bij systole). De
ernst van de symptomen is afhankelijk van de snelheid van het ontstaan van anemie. Als het
snel gaat (paar dagen), krijg je sneller symptomen, anders zijn er aanpassingsmechanismen
en functioneert een dier best goed. Het wordt veroorzaakt door bloedverlies, verstoorde
erytropoëse en/of verhoogde afbraak erytrocyten (=hemolyse).
Anemie is geen ziekte, maar een symptoom, het is van belang om de oorzaak op te sporen, een lijst
met mogelijke oorzaken is een differentiële diagnose. Het diagnostische pad bij anemie is als volgt:
waarneming = anemie, interpretatie = aanmaak en/of verlies en/of afbraak, plan = anamnese,
lichamelijk onderzoek en bloedonderzoek.
Het verschilt hoeveel procent erythrocyten een dier heeft in zijn bloed en hoe lang de erythrocyten
blijven leven om de normale hoeveelheid erythrocyten op peil te houden. Erytropoïese vindt
continue plaats in het beenmerg, onvoldoende erytropoiese leidt tot een chronische, niet-
regeneratieve anemie. Dit komt doordat de cellen niet goed vervangen worden, dus alle cellen gaan
allemaal langzaam dood. Anemie als gevolg van bloedverlies kan heel duidelijk zijn, je kan bloedingen
zichtbaar hebben in huid of slijmvliezen. Melena of hematochezie kan ook, dan is er bloedverlies in
het eerste deel van het GI-stelsel, waardoor het verteerd wordt, je krijgt dan zwarte feces. Je kan ook
hematurie hebben, dan is er bloedverlies in het laatste deel van het GI-stelsel, waardoor je rood
bloed ziet, je kan het ook zien bij urine. Als je een anamnese hebt gedaan, dan doe je een lichamelijk
onderzoek doen. Schock kan komen door bloedverlies, maar is dan ook anemisch. Je kan ook vinden
dat er bloed aan de thermometer zit als je temperatuur opneemt. Je bekijkt ook de huid en
slijmvliezen, vooral de genitale slijmvliezen niet vergeten, om te kijken naar doorbloeding. Het bloed
kan in de buik zitten, je ziet een hangende buik, hemoabdomen, als je er tegen tikt, voel je de
vloeistof bewegen. Het bloed kan ook in de thorax zitten, hemothorax, je tikt van dorsaal naar
ventraal, je hoort dat de holle toon vervangt door een doffe toon door de vloeistof.
Je kan ook anemie hebben door afbraak van rode bloedcellen, dit gebeurt in de patiënt. Door de
bloedafbraak ontstaat anemie, maar hemoglobuline komt ook vrij uit de afbraak. Het kan afgebroken
worden in de lever, je ziet dan gele kleuring van de feces, maar het kan ook in de bloedbaan
afgebroken worden, dan zie je het via de urine en heb je hemoglobinuria. Als er veel hemoglobuline
opstapelt in de patiënt, dan zie je dat de slijmvliezen geel worden, dit heet icterus.
Bloedonderzoek kan je helpen, een van de eerste dingen die je vaststelt is dat er sprake is van
bloedarmoede. Meestal bepaal je het percentage rode bloedcellen, je zet bloed in een buisje en dit
centrifugeer je. Hierdoor zie je plasma, een bufferende laag en erythrocyten. Je berekent hoeveel %
erythrocyten er zijn en dan vergelijk je dit met de normaal waarde. Als je de uitslag krijgt, dan moet
je deze interpreteren. Als je bloedarmoede hebt, mis je een deel van je rode bloedcellen. Als de
patiënt braken, diarree heeft, dan verlies het dier een deel van zijn plasma, je hebt dan te veel rode
bloedcellen. Als je hematocriet vindt, dan kan het zijn dat je een vals hoge waarde krijgt, je moet het
dier eerst vocht geven als het gedehydrateerd is. Als een dier acuut bloedverlies heeft gehad, dan zie
je dat er plasma en erythrocyten is verdwenen, het hematocriet is niet representatief, want het ziet
er normaal uit. Verschijnselen van een patiënt met anemie wordt vooral gedomineerd door
verschijnselen, die het directe gevolg zijn van de primaire ziekte, zoals bloederige diarree en braken
bij een patiënt met een hemorragische gastro-enteritis. Als het ziekteproces geen andere merkbare
gevolgen dan bloedarmoede, dan zijn de verschijnselen afhankelijk van:
 Ernst van anemie: niet alleen afhankelijk van hoeveelheid O 2-uitwisseling beschikbaar Hb in
de circulatie, maar ook O2 behoeften van het moment. Verschijnselen van lichte anemie zijn
klinisch enkel zichtbaar als een wat te bleke huid en slijmvliezen en verminderde
prestatievermogen, wat kan leiden tot snellere vermoeidheid, maar ook verminderde groei
en/of melkproductie.

,  Pathogenese: bepaalt in grote mate de verschijnselen, bij bloed-verlies kan lokalisatie van
bloeding invloed hebben op verschijnselen. Bloeding in voorste of achterste deel van GI-
stelsel kan leiden tot melaena of ontlasting met bloed. Bloeding in urinewegen leidt tot
hematurie, in de thorax komt het door compressie van de longen, wat leidt tot benauwdheid
en in de spieren/gewrichten tot pijn en locomotieproblemen. Als anemie op hemolyse
berust, kunnen afbraakproducten specifieke verschijnselen geven, zoals rode/bruine urine,
oranje ontlasting en soms icterus.
 Snelheid ontwikkeling: bepaalt of een aantal compenserende mechanismen kunnen
ontwikkelen om klinische gevolgen te beperken. Directe compensatie komt door versnelling
ademhaling en pols en vergroot slagvolume. Na langere tijd kan het hart hypertrofiëren en je
krijgt lagere Ht, want viscociteit bepaalt de mate van perifere weerstand en dus het
hartminuutvolume. Lage viscositeit is ook waarneembaar: steile pols en functioneel
hartgeruis door turbulenties van het bloed.
Een belangrijke adaptie is van 2,3-DGP concentratie in erytrocyten, deze neemt toe bij lage O 2-
spanning, waardoor de zuurstofdissociatiecurve naar rechts verschuift en wordt zuurstof makkelijker
afgegeven. Als anemie geleidelijk is ontstaan, hebben minder verschijnselen, ondanks een zeer lage
Ht. Bij acute hemolytische anemie worden verschijnselen en ziekteverloop bepaald door het
optreden van levernecrose, dit komt door acute daling van O 2-spanning in vena portae. Hierdoor is er
acuut zuurstoftekort, voornamelijk voor de hepatocyten die aan het einde gelegen zijn, periacinair.
Levernecrose zorgt dat er minder excretie is van bilirubine, maar er ontstaat juist veel bilirubine door
hemolyse, hierdoor ontstaat hyper-bilirubine, klinisch zichtbaar als icterus. Verloop van anemie en
verschijnselen zullen ook afhangen van de capaciteit van erytropoëse, de milt en lever kunnen weer
actief gaan worden hierin, de milt is dan ook vaak vergroot.
Je kan kijken naar de erytropoïesis in het beenmerg, dit begint met erytroblasten -> basofiele
erytroblasten -> polychromatofiele erytroblast -> orthochromatische normoblast ->
polychromatische reticulocyt -> erytrocyt. Zolang er nog RNA, DNA of een vorm daarvan in de cel
aanwezig is in de ontwikkeling, dan zie je dit als blauw/paars op een plaatje onder de microscoop,
het heet dan een reticulocyt. Je kan het aantal RNA-loze volwassen erytrocyten tellen, dit is het
reticulocytenpercentage. Bij paarden is dit niet zo, omdat reticulocyten in het beenmerg blijft. De
uitgerijpte is ook kleiner dan de ongerijpte, dus hij is groter en heeft nog blauw/paars in de cel. Als je
veel ongerijpte cellen in een bloeduitstrijkje vindt, dan is er een verhoogde aanmaak van cellen, dan
is het beenmerg niet de oorzaak van anemie. Je kan het ook anders doen, je kan de macrocytaire
polychrome cellen op een andere manier aan te kleuren, de MGG kleuring, dan zie je dat de
ongekleurde makkelijker zichtbaar zijn. Er is een referentiewaarde voor, als dit dan te hoog is, dan
weet je dat er verhoogde aanmaak is. Je kan een kwantitatieve uitslag geven aan de aanmaak van de
jonge cellen. Optimale erytropoëse is afhankelijk van aantal factoren, zoals opname, transport en
afgifte van ijzer en AZ voor de Hb-synthese, EPO-productie, die bij pathologische omstandigheden
insufficiënt kunnen zijn. Gestoorde erytropoëse kan tot matige of ernstige anemie leiden. Het aantal
RNA-houdende erytrocyten vormt de beste maat van beenmergactiviteit, als het aantal groter is dan
normaal, dan berust anemie niet op een verstoorde beenmergfunctie. Als de O 2-spanning laag is, dan
geven nieren EPO af, wat differentiatie bevordert, bij ernstige anemie, maar goed werkend
beenmerg, verlopen celrijping en -deling sneller. De celproductie neemt toe, en dus neemt MCV
(mean cell volume) toe, de jongere, grotere erytorcyten hebben meer Hb, dus MCH (mean cell
hemoglobin) stijgt, maar de concentratie Hb in de cel, MCHC (mean cell hemoglobin concentration) is
te laag. Bepaling van reticulocytenpercentage is weinig invasief, goedkoop en bruikbaar. Een
gestoord erytropoëse gaat vaak gepaard met weinig erytrocyt-voorlopercellen in het beenmerg, dus
weinig reticulocyten in perifere bloed. Verhoogde erytrocytenproductie na bloedverlies of hemolyse
is pas na 4 dagen zichtbaar als toename van reticulocyten en stijging van Ht. Als er meer onrijpe

, erytrocyten in het perifere bloed aanwezig zijn dan normaal (referentie is 1-2%), dan is er
regeneratief rood bloedbeeld. Anemie heeft dan als oorzaak hemolyse of bloedverlies. Het beeld is
polychromasie en veel grote, jonge cellen, rijpe cellen van normale grote, en er zijn kern-houdende
normoblasten aanwezig. Als er geen stijging is van het aantal reticuolycten in het perifere bloed, dan
heet dit niet-regeneratieve of non-regeneratieve anemie. Anemie op basis van gestoorde
erytropoëse kan ontstaan via:
 Gestoorde proliferatie en differentiatie van stamcellen: met aplastische anemie wordt
panmyelopathie (vervanging hematopoëtische cel in beenmerg door vetcel) bedoeld, dit
wordt in het perifere bloed gekenmerkt door pancytopenie (verlaagde [erytrocyten],
[leukocyten] en [thrombocyten]). Oorzaak van verdwijning van een cellijn kan zijn:
hormonaal (oestrogenen), viraal, fysisch (straling), chemisch toxisch (benzenen) en
farmacologisch (chlooramfenicol en fenylbutazon). Als enkel de erytrocyten lijn wordt
aangetast, heet het PRCA (pure red cell aplasia). Maligne nieuwvormingen van hematopoëse
gaan gepaard met anemie, omdat er blokkade in differentiatie is en ongecontroleerde
proliferatie van 1 of meer hematopoëtische voorlopercellen. Factoren als immuun-
gemedieerde celafbraak of bloedverlies, kunnen ook een rol spelen.
Myelofibrose/myelosclerose is dat hematopoëtische cellen verdrongen zijn door fibroblasten
en bot, er ontwikkelt zich pancytopenie. Idiopathische myelofibrose ontstaat door een
maligne ontaarding van primitieve stamcellen, die enkel nog fibroblasten kunnen
produceren. Myelofibrose kan ook secundair gezien worden, wat kan ontwikkelen door hoge
bloedspiegels parathormoon.
 Verstoring DNA-synthese: foliumzuur- en vitamine B12-deficiënties (mens) kunnen leiden tot
marcocytaire anemie (hoog MCV), de DNA-synthese is vertraagd, maar RNA-synthese gaat
normaal door. Hierdoor ontstaan er abnormaal grote cellen met hoog MCH, MCHC is
normaal. Veel vitaminen zijn (in)direct betrokken bij erytropoëse, anemie als gevolg van een
vitaminedeficiëntie is echter bij de meeste huisdieren uitzonderlijk, want het voer bevat
altijd genoeg vitaminen.
 Abnormale Hb-synthese: vertraging ontstaat als er te weinig ijzer of koper beschikbaar is.
Normaal gaat de celdeling gepaard met afname van celgrote, DNA-synthese en celdeling
stoppen als de kritische Hb-concentratie wordt bereikt. Vertraging van Hb-synthese kan
leiden tot extra mitose, waardoor erytrocyten na uitstoting kleiner is dan normaal
(microcytose). De vormen van gebreken:
o IJzergebrekanemie: kan door te laag ijzergehalte in voeding, verhoogde
ijzerbehoefte, gestoorde opname van ijzer of verminderde eiwitten voor transport,
dit heet hypoporteïnemie. Bij LH is het bijna altijd te korten aan ijzertekort in
voeding, bij GD vaak chronisch bloedverlies, door tumoren of bloedzuigende ecto- of
endoparasieten. Door ijzertekort is er minder Hb-synthese en verloopt erytropoëse
trager, de normo-blasten hebben minder Hb en stoten de kern vertraagd uit.
Uiteindelijk gaan microcyten uit het beenmerg, laag MCV, met minder hemoglobine
per cel, laag MCH, met lage concentratie, laag MCHC. Ze kleuren daarom vaag aan in
bloeduitstrijkjes, hypochromasie, waarbij er poikilocyten (misvormd) en ovalocyten
(ovaal) gezien kunnen worden. Het aantal reticulocyten is weinig of niet verhoogd.
De [serumijzer] is verlaagd, maar de hoeveelheid transferrine is verhoogd. De LIJBC
(latente ijzerbindingscapaciteit) is hoog. Dit gebeurt enkel in een ver gevorderd
stadium en als er geen complicerende factoren zijn zonder therapie. Als het
ijzergebrek minder erg is, dan is er soms nog geen anemie, maar kunnen er wel
andere gezondheidsproblemen optreden. IJzergebrekanemie kan ook optreden bij

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rebecca81. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.10. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

57114 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.10
  • (0)
  Add to cart