100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitwerking werkcolleges IA $8.09
Add to cart

Class notes

Uitwerking werkcolleges IA

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

De uitwerking van alle werkcolleges van het vak IA en een deel van het voorbereidende werk erbij.

Preview 4 out of 37  pages

  • February 17, 2022
  • 37
  • 2019/2020
  • Class notes
  • ?
  • All classes
avatar-seller
IA Werkcolleges

Zelfstudie
A Geef de definitie van:
a. Virulentie: maat voor de hoeveelheid schade die een micro-organisme in zijn gastheer
aanricht.
b. Prepatent periode: tijdstip van infectie en het moment dat de parasiet in het bloed is of in
mest verschijnt.
c. Patent periode: periode waarin de eindgastheer de cysten van een parasiet uitscheidt.
d. Incubatieperiode: de tijd die verstrijkt tussen besmetting en eerste klinische symptomen van
de ziekte.
e. Tropisme: gerichte groei van een organisme of deel van organisme onder invloed van een
uitwendige prikkel, een voorkeurslocatie.
f. Paretenische gastheer: een vector, een (overbodige) tussengastheer, enkel voor transport,
bijna geen ontwikkeling.
g. Pathogeniteit: ziekmakend vermogen.
h. Eindgastheer: het dier wat de volwassen parasiet bij zich draagt.

B Toxocara canis
De prepatente periode is 4-5 weken, de eindgastheer is de hond. Het wordt uitgescheiden en kan
dan via predator-prooi relatie weer terug naar de hond via een warmbloedige paratenische
tussengastheer. De hond kan ook zichzelf infecteren door de poep op te eten. Later in de
zwangerschap kan het via de placenta in de foetus komen of het kan via de melk worden
doorgegeven aan een pup. Als besmetting via placenta komt, dan heeft de neonaat na 2 weken al
verschijnselen. De larven zitten in een kapsel, zonder kapsel in hond door afbraak van kapsel. De L1
en L2 fasen vinden plaats buiten de gastheer, het is het stadium tussen uitscheiding en opname, L3,
L4 en de volwassen vorm vinden plaats in de eindgastheer. Bij de tussengastheer vindt niks plaats.
Tussengastheer heeft weinig last van, worm gaat in cysten zitten, het kan leiden tot chronische
fibrineuze ontsteking. Bij eindgastheer zit het in je darm, die door je epitheel heen is gegaan, er is
ook schade aan je longen. Je krijgt verminderde groei, allergische reactie, chronische fibrineuze
ontsteking, diarree en dood. Het is een zoönose voor de mens, daarom er boven op zitten.
Trichuris vulpis is een zweepworm, he tis pathogeen voor de hond, het heeft een directe
levenscyclus. De worm zit op het lumen van de darm, bij bewegingen is er verstoring van
epitheelintegriteit, het houdt van lichaamsvloeistoffen en het gaat door de eerste darmlagen.
Symptomen zijn milde diarree, tot erge disenterie, hij is heel resistent en kan lang overleven.

C Echinococcus granulosus
Eindgastheer is de hond, de tussengastheer is de schaap. Cysten kunnen in de schaap in het lichaam
vormen, het kan leiden tot verdrukking van immuunsysteem. De prepatente periode is 6-7 weken. Je
kan allergische reacties als een cyste opent. In de eindgastheer, de hond, zit het in de dunne darm en
leidt het vaak tot weinig problemen. Je moet heel vee lintwormen hebben (volwassen stadia)
voordat je echt ‘dun’ wordt, in de tussengastheer kan het dus veel voorkomen. Soms is er een
predator-prooi relatie. Een schaap moet dus opgegeten worden door een hond, voordat de cyclus
zich kan vervolgen.
Anoplocephala perfoliata heeft als tropisme het ileum, eindgastheer is paard of ezel. De
geïnfecteerde paarden scheiden eitjes uit met mest, de mijt eten die op, de mijt zit in het gras. De
tussengastheer is de mijt, het is een blaasworm, het zal zich niet geslachtelijk vermenigvuldigen.

,Ziekteverschijnselen zijn invaginaties vormen in darmen, waardoor je koliek achtige verschijnselen en
diarre (ernstig), bij lichte infectie krijg je geen verschijnselen.

D Neospora caninum




Th1 immuunrespons wordt Th2 respons, hierdoor minder suppresie van proliferatie van tachyzoïte,
waardoor bradyzoïten tachyzoïten worden. De bradyzoïten zitten in de tussengastheer, de
tachyzoïten komen vrij en die zijn de actieve vorm.
Prepatente periode kan heel lang zijn, maar het kan ook snel. De tachyzoït vermenigvuldigd in het
rund. In de hond vermenigvuldigt de vorm wel, maar in een andere vorm, het komt in de hond als
bradyzoït en wordt dan een andere vorm. De parasieteneitjes komen er uit als cysten. De
tussengastheerzelf wordt niet ziek, maar kan wel een dood/geïnfecteerd kalf voortbrengen. Bij de
hond blijft het in de darmen, de bradyzoït zal verder ontwikkelen. Bij het rund gaat het de weefsels in
en verspreid het zich. De eindgastheer, de hond, wordt eigenlijk niet ziek. Toxoplasma gondii is een
organisme wat lijkt op neospora en kan leiden tot abortus bij schapen en geiten, de eindgastheer is
de kat.

E Eimeria spp. en (Cysto) Isospora
Eimeria spp. komt voor bij herkauwers, (cysto) isospora spp. komt voor bij vleeseters. Bij isospora
kan er een gastheer zijn, deze is partenisch, want die is niet per se nodig, het is de muis. Eindgastheer
is de kast. In de parentenische gastheer worden cystes gevormd, de prepatente periode is 7-11
dagen, de patente periode is de periode dat de eindgastheer cysten uitscheidt. De levenscyclus (bij
beiden) vindt plaats in verschillende fasen: schizogony is aseksuele voortplanting in darmepitheelcel,
gametogonie is bij vrouwelijke vorm is macrogametocyt, vult zich in darmcel, mannelijke vormen
gaat zich vormen tot microgameten. Tijdens gametogenie gaan de microgameten opzoek naar
macrogameten. In de omgeving krijg je sporogony, 8 sporocysten worden 4 sporozoïten. Elk
sporozoït ondergaat de aseksuele vermeerdering, breken uit darmcel en differentiëren dat tot iets
mannelijks en vrouwelijks. De vrouwelijke vormen worden bevrucht en weer uitgescheiden in cysten.
Ziekteverschijnselen van Isospora van de kat zijn malabsorptiegroep, die gaan op de villi in de
darmen zitten, waardoor je absorptieproblemen krijgt. Haemorrhagische groep gaan in de
cryptcellen zitten en leiden tot bloedingen en stamellen kapot, dit kan leiden tot de dood.

,Babesia canis heeft als tropisme rode bloedcellen, het zorgt voor bloedarmoede, bleke slijmvliezen,
koorts, rode urine en sloomheid. Giardia intestinalis heeft als tropisme in de darmen, het zit er op,
het leidt tot diarree, gewichtsverlies, braken en sloomheid.

Werkcollege 3: De innate of aangeboren afweer
Vaccineren voor economische, zoönotische en dierenwelzijns overwegingen.
Opdracht 1 De eerste verdediginslinie en de afweer gedurende de eerste uren na infectie
a. In welke drie groepen van basale mechanismen zijn deze “ first line of defense “ maatregelen
te verdelen?
Mechanisch (braken, diarree, hoesten, etc.), chemisch (pH) en microbiologisch.
b. Op welke manieren kan een orgaan zich tegen indringers beschermen, of anders
geformuleerd: welke ‘first line of defense mechanisms’ zijn er per orgaan beschikbaar?
Ogen: traanvocht, lysosymen = verteringsenzym (chemisch), (wimpers met) knipperen
(mechanisch)
Maag: zure/lage pH, rond 2; carnivoren is lager, want rauw vlees, herbivoren hoger, anders
rot slokdarm weg.
Darmen: darm peristaltiek, mucus = slijm op gobletcellen, mucosa is het weefsel, het zit aan
de buitenkant van je lichaam, behalve je huid en bacteriën. Immuuncellen zitten vooral bij of
in het mucus, het zit dus op plekken waar stoffen binnen kunnen komen. Een kip heeft geen
lymfeklieren.
Luchtwegen: mucus, heet surfactant, zorgt dat je longen niet aan elkaar plakken en
bescherming, hoesten (=mechanisch) en trilharen (cilia).
Huid: vetzuren = lage pH (chemisch), huidschilfers, want ondoordringbaar en huidflora
(bacteriën) en zweet/talgklier.
Bij antibiotica heeft je darmflora meer te leiden, want antibiotica komen niet goed in de huid,
doordat ze niet goed bij de huid aankomen, ook omdat je het oraal aanneemt. Katten met
plakken huid zijn vaak geen bacteriën aan de grond (allergie vaak), bij hond wel.
c. Wanneer een pathogeen er toch in slaagt om de "first line of defense" te doorbreken, komt
het terecht in de circulatie of het weefsel. Daar komt het een volgende verdedigingslinie
tegen. Noem twee oplosbare factoren die een onderdeel zijn van deze volgende
verdedigingslinie en leg uit hoe ze werken.
Complement en de defensis, ook wel antimicriobal peptide/proteïne, dus bacteriën worden
gedood. Ieder diersoort heeft zijn eigen peptiden, allemaal een eigen soort, ze zijn
soortspecifiek. Complement is belangrijk in het activeren en aantrekken van andere cellen
van het immuunsysteem. Complement kan bacteriën opsoniseren met C3b, wat macrofagen
kunnen herkennen. Complement eiwitten kunnen ook op een bacterie binden, waardoor er
een gat zit in het celmembraan en de bacterie dood gaat. Je kan complement activeren
doordat lectine (suikerstructuur) bindt op pathogeen oppervlakten suikerstructuren. Door de
binding krijg je conformatie verandering en worden andere eiwitten geknipt en krijg je
complement eiwitten. Bij antigeen-antilichaam is er binding van antilichaam op antigenen en
dan krijg je weer de cascade van eiwit enzymen. Bij pathogeen is er spontane hydrolyse, wat
komt door verschillende factoren. Je krijgt uiteindelijk C3 convertase, wat C3 knipt voor C3a
(belangrijk voor inductie ontsteking, chemotaxis) en C3b. C5 kan ook genkipt worden,
omzetting in C5a en C5b is van essentieel belang voor membrane attack complex, verder heb
je nog C6, C7, C8 en C9 nodig, C8 zit in het membraan, C9 vormt de porie.
d. Ook deze verdedigingslinie bleek niet sterk genoeg om de ziekte verwekker op te ruimen. Nu
komen de cellen van het innate afweersysteem in actie. Deze cellen zijn niet specifiek voor 1

, ziekteverwekker. Toch kunnen ze wel onderscheid maken tussen verschillende
ziekteverwekkers. Welke receptoren spelen hierbij een rol?
Het zijn de patroonherkennende receptoren (PRRs), het oppervlak van een bacterie of virus
is anders, de reperterende structuren, die vaak bij bacteriën veel aanwezig zijn, worden dus
goed herkend. De Toll-like receptoren kunnen pathogenen herkennen, er zijn veel soorten
van, zoals TLR-1, -2 (met TLR-6), -3 (nucleair), -4, -5, -6 (met TLR-2), -7, -8 en -9 (laatste 3
nucleair). Het onderscheidt wordt gemaakt aan de buitenkant, de TLR’s herkennen
verschillende stukken van bacteriën of virussen, zodat er een juiste immuunreactie op gang
komt. Daarbij heb je ook manose receptoren en LPS-receptoren. Opsonisatie is een pre voor
manose- en LPS-receptoren, maar het is geen must.

Opdracht 2 De tweede verdedigingslinie: de vervolgacties van het innate afweer systeem
In de vorige vraag hebben we gezien dat de cellen van het innate immuunsysteem worden
opgeroepen om de ziekteverwekker op te ruimen; de zogenaamde “second line of defense”. Om dit
te kunnen doen, moeten de cellen vanuit het bloed naar het weefsel migreren.
a. Beschrijf het proces waarmee dit gebeurt.
Op endotheelcellen van een bloedvat zitten er adhesie moleculen. Als ze meer adhesie
moleculen tegenkomen gaan ze vastzitten (firm adhesie) en wurmen ze zich tussen de cellen
door. Vasodilatatie (door cytokinen) verhoogt de permeabiliteit zodat vocht uit kan treden,
de witte bloedcellen kunnen hierdoor makkelijker uittreden. De infectie zit vaak niet naast
het bloedvat, dus zal de cel het laatste stuk moeten kruipen.
b. Hoe weten ze cellen waar ze naartoe moeten?
Chemokinen zorgen dat de witte bloedcellen naar de plek van infectie komen, dit is dus
afhankelijk van de chemokinen gradiënt, ze kunnen gemaakt worden door cellen ter plekke
en door C3b. Chemotaxis is de aantrekking door de chemokinen gradiënt.
c. Noem 3 celtypen van het innate immuunsysteem die kunnen bijdragen aan het bestrijden
van de ziekteverwekker. Wat is hun functie?
Macrofagen (fagocytose), granulocyten (fagocytose) en NK-cellen (intracellulaire infecties).
Een NK-cellen doodt cellen bij een juist signaal, dit gebeurt met eiwitten, perforine en
granzyme-B geeft een signaal tot apoptose af. NK-cellen doodt virus-geïnfecteerde cellen.
d. Laten we eens wat meer in detail naar de NK cellen kijken. NK cellen behoren tot de familie
van de Innate Lymphoid Cells (ILCs). Deze nieuwe familie van innate cellen lijkt is onder te
verdelen in drie verschillende subgroepen op basis van de effector moleculen die ze maken.
Tot welke subgroep van de ILCs horen de NK cellen en welke effectormoleculen maken ze?
ILC’s zitten in weefsels, ze lijken op lymfecellen, maar ze hebben geen geheugen functie en
helpen bij innate afweer. NK-cellen behoren tot ILC type 1, dit komt doordat NK-cellen in het
bloed zijn, ILCs horen in het weefsel, als een NK-cel uit het bloed treedt is het dus een ILC. Ze
hebben hetzelfde inducerende cytokine en 1 effector komt overeen. ILC1 is belangrijk voor
virussen en intracellulaire pathogen, ILC2 zijn van belang voor explusie van extracelullaire
parasieten en IL3 zijn belangrijk bij immuniteit tegen extracellulaire bacteriën en schimmels.
e. NK cellen zijn zeer effectieve killers en hun activiteit wordt dan ook goed gereguleerd. In een
gezond dier zijn NK cellen doorgaans niet actief. Wanneer een ziekteverwekker aanwezig is,
worden ze binnen enkele uren geactiveerd. Beschrijf op welke twee manieren NK cellen
kunnen worden aangezet.
NK cellen doodt cellen die MHC klasse I niet tot expressie kennen, normale, gezonde cellen
brengen dit wel tot expressie, dus die worden niet gedood. MHC geeft inhibirende signalen,
waardoor de cel niet wordt gedood, NK-cel activerende ligand zit ook gebonden, maar zodra

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rebecca81. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.09. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.09
  • (0)
Add to cart
Added