Basisboek bedrijfseconomie
Hoofdstuk 16 De jaarrekening nader bekeken
§1 Balans: activa, eigen vermogen en verplichtingen
De balans is een overzicht van bezittingen, eigen vermogen en verplichtingen van de
onderneming. Hieronder staat een balansmodel zoals dat voor de externe verslaggeving
gebruikt kan worden.
Dit is een balans in T-vorm. Vaak komt ook de verticale balansopstelling voor.
Een activum dient aan 2 voorwaarden te voldoen:
1. Het is in de beschikkingsmacht van de onderneming
2. Het levert naar verwachting economische voordelen voor de onderneming op
Er kunnen ook situaties zijn waarbij er twijfel is of er wel voldaan wordt aan beide elementen
van de definitie; in die situaties is het de vraag of het betreffende object als activum op de
balans gezet dient te worden (on-balance) of buiten de balans gehouden dient te worden
(off-balance).
De verplichtingen van de onderneming (het vreemd vermogen) bestaan uit voorzieningen en
schulden. Bij schulden is er een vaststaande betalingsverplichting, bij voorzieningen bestaat
er onzekerheid over (het bedrag van) de betalingsverplichting.
De waarde van de activa verminderd met de waarde van de verplichtingen is het eigen
vermogen.
§2 Vaste activa
Vaste activa zijn de duurzame productiemiddelen; ze bewijzen hun diensten aan de
onderneming gedurende meerdere jaren en kunnen worden onderverdeeld in immateriële
vaste activa, materiële vaste activa en financiële vaste activa.
Immateriële vaste activa
Het gaat bij immateriële vaste activa om de ‘niet grijpbare’ bedrijfsmiddelen.
We zullen de volgende categorieën bespreken:
1. Onderzoek en ontwikkeling
2. Gekochte concessies, octrooien en merken
, Onderzoek en ontwikkeling
Voor veel bedrijven zijn de research & development-uitgaven van levensbelang.
Om te kunnen overleven, dienen ze regelmatig met nieuwe producten op de markt te
komen. De kosten die ‘het laboratorium’ maakt, kunnen gezien worden als een investering,
die later haar vruchten moet gaan afwerpen. Uiteraard worden R&D-uitgaven gedaan met de
bedoeling daar later economische voordelen uit te laten voortkomen, maar op het moment
dat de onderzoeksuitgaven gedaan worden, is het nog absoluut niet zeker dat die ook
resultaat zullen opleveren.
Vandaar dat de onderzoeksuitgaven niet op de balans gezet mogen worden, omdat er nog
geen concrete verwachting van economisch voordeel is. De onderzoekskosten dienen dus
ten laste te komen van de periode waarin ze gemaakt zijn. Voor de uitgaven die gedaan
worden om een nieuw product op de markt te kunnen zetten (ontwikkelingsuitgaven) geldt
dat ze wel geactiveerd dienen te worden, op voorwaarde dat de technische uitvoerbaarheid
van het project gebleken is en er voldoende verwachting is van economische voordelen.
Bijvoorbeeld de kosten van het maken van prototypes en het testen van proefopstellingen
voor de fabricage.
Gekochte concessies, octrooien en merken
Bij de categorie gekochte concessies, octrooien en merken gaat het om redelijk ‘harde’
immateriële vaste activa, omdat er sprake is van contractueel vastgelegde rechten. Een
concessie kan rekenen op economische voordelen, als er aangetoond is dat het technisch
uitgevoerd kan worden. Hetzelfde geldt voor het bedrag dat betaald wordt aan een uitvinder
om zijn uitvinding commercieel te mogen exploiteren.
De waarde van een onderneming wordt steeds minder bepaald door de fysieke
productiemogelijkheden en steeds meer door haar vermogen zich naar de klant te
onderscheiden. De waarde van merken wordt dus steeds belangrijker. Als een onderneming
van een ander bedrijf het recht koopt om een bepaald merk te mogen voeren, dient dat op
de balans gezet te worden.
Materiële vaste activa
Onder de materiële vaste activa vallen bedrijfsterreinen, gebouwen, machines, auto’s,
computers en dergelijke. Bij deze categorie bedrijfsmiddelen is de waarschijnlijkheid dat er
economische voordelen uit voort zullen vloeien normaliter wel aanwezig. De gekochte
productiemiddelen staan op de balans (on-balance) en gehuurde productiemiddelen niet
(off-balance). De huurkosten worden wel in de resultatenrekening vermeld.
Productiemiddelen kunnen ook via leasing worden verkregen. Er zijn 2 vormen van leasing
te onderscheiden.
- Bij operational lease is er sprake van een overeenkomst die op korte termijn
opzegbaar is en waarbij de onderhoudskosten voor rekening van de
leasemaatschappij zijn. Deze vorm van leasing is te vergelijken met huur en wordt
daarom ook op dezelfde manier in de jaarrekening verwerkt: het object komt niet op
de balans te staan en de leasetermijnen worden als kosten in de resultatenrekening
opgenomen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xninaxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.