, - voedselintoxicatie: foodborde ziekte = enterotoxine
opwarmen doodt bact maar toxine niet…
snel ziekteverloop:
binnen 4 uur braken / diarree / abdominale pijn
binnen 24 uur verdwijnen symptomen
- MRSA: nosocomiale S. aureus infectie (ZH) / community acquired MRSA (niet ZNH)
vooral bij zwak immuunsysteem / moeilijk te behandelen / hygiëne! / asymptomatisch
dragerschap door zusters
- bacteriëmie: hevige immuunrespons → sepsis/shock → dood
eventueel metastatische abcessen thv
hart: endocarditis / beenderen: osteomyelitis / gewrichten: artritis
clostridium - heterogene groep: veel species
- gram +
- staafvormig
- obligaat anaeroob
kan niet overleven in een milieu met O2: heeft niet de detoxificerende enzymen die nodig zijn
als O2 de e- acceptor is
- vorming endospore
- verspreid in bodem / rottend materiaal / afvalwater / GI stelsel mens en dier
- meestal saprofytisch
- industrieel interessante soorten
ABE fermentatie: aceton - butanol - ethanol
alcohol komt vrij
= eindproduct fermentatie
- humane pathogenen:
C. perfringens → koudvuur (gas gangrene)
C. tetani → tetanus (klem)
C. botulinum → botulisme
C. difficile → nosocomiale darminfecties
- AB → gewone bact zijn weg → c. difficile neemt de plaats over → diarree
clostridium - op basis van toxineproductie verdeeld over 7 toxines (A-G)
perfringens - type A stammen: sterk verspreid in omgeving. Verantwoordelijk voor de meeste clostridium
perfringens infecties
- behoort tot microbiota GI-stelsel mens en dier
- via huid binnenkomen
dikke darm = anaeroob dus moet diep gaan om te overleven
- VIRULENTIEFACTOREN
1. structurele component
➔ endospore (O2 resistente): bacterie pas ontkiemen in lichaam ipv huid
2. verspreiding enzymen
3. exotoxine
➔ α- toxine: fosfolipase C: afbreken van celwand en lysosomen + hemolyse.
medieert massieve hemolyse (RBC lyse), verhoogde vasculaire permeabiliteit
en bloedingen (bv afbreken), weefseldestructie, levertoxiciteit en hartspier
falen.
➔ ß- toxine: porie vormend → in darmslijmvlies → necrotische enteritis
➔ perifringolysine O / θ-toxine
cholestorolafhankleijke hemolysine: alleen eu
oligomerisatie
porievormend
➔ enterotoxine CPE: vrijgezet tijdens sporulatie Ftype
= hexameer van claudine → occludine erbij → porie
, - INFECTIES: zacht weefsel
(α toxine / Θ-toxine activiteit na wondinfectie via sporen of via endogene transfer. Microbiota).
Bact zelf kan niet overleven op de huid, dus toxines alleen via spore de huid in komen
➔ cellulitis: ontsteking bindweefsel MET GASVORMING
➔ suppuratieve myositis: ettervorming in spierweefsel door afsterven spiercellen door
gas
➔ myonecrose (koudvuur, gasgangreen): spiernecrose met/door gasvorming
amputatie / 40-100% mortaliteit
➔ necrotiserende enteritis: vee: darmperforatie → periodontitis/sepsis → 50% dood
- voedselintoxicatie: onvoldoende verhit → spore ontwikkeling → productie CPE!
buikkrampen, waterige diarree (geen koorts of braken)
zelflimiterende ziekte van korte duur (12-24 uur)
geen AS tegen infectie
- preventie- controle: wijdverspreid → toedienen AS niet effectief
- behandeling: wonde openen (O2 erbij→ bact dood) en zuiveren (debrideren) + AB
clostridium - obligaat anaëroob
tetani - terminale endospore zeer resistent
- sporen in natuur: bodem / uitwerpselen van dieren.
- besmetten met sporen via wond (niet besmetten via bact): bact groei in uitzonderlijke
omstandigheden
- accidentele pathogeen
- VIRULENTIEFACTOREN
➔ tetanospasmine
O2 resistent neurotoxine
AB-toxine
vrijgezet door cellyse
geknipt door bacteriële endopeptidasen in Light en Heavy subeenheden
- L = toxine (A) = activiteit/toxiciteit: Zn afh endopeptidase → blokkeren NT
GABA (inhibitor) → spieren blijven samentrekken = spastische paralyse
- H = ligand (B) binding aan motorisch neuron → endocytose → endosoom
naar inhiberend neuron CZS → aanzuren endosoom → L komt vrij
2 delen gebonden via disulfidebrug
- INFECTIES
1. veralgemeende tetanus (klem)
50% mortaliteit
spasme → kaakklem (lockjaw) / pijnlijke grimas (risus sardonicus)
samen in rugspieren: opisthotonus
aantasting autonoom ZS: hartritmestoornis / bloeddruk / zweten / dehydratatie
2. gelokaliseerde tetanus
enkel stijve spieren thv injectieplaats
3. neonatale tetanus
infectie dmv sporen via navelstreng vlak na geboorte
90% mortaliteit / ontwikkelingsstoornissen bij overleving
- BEHANDELING: wond openen / zuiveren + AB
passieve immunisatie met anti-tetanus igG: enkel binding vrije toxines
actieve vaccinatie DiTePer: toxine inspuiten dat niet meer toxisch is. AS tegen dat toxine
bacillus - gram+
, - staafvormig
- vorming endospore
- facultatief anaeroob
- >200 species waarvan de meeste omgeving saprofyten: bodem / rottend materiaal
- slechts 2 medisch relevant:
1. bacillus anthracis → miltvuur / antrax
2. bacillus cereus → gastroenteritis / ooginfecties / kathetergerelateerde sepsis
uitz = pneumonie
bacillus - centrale spore
anthracis - spore jaren lange overleving in vocht in bodem
- grazend vee: plotse fatale sepsis door spore opname uit bodem
- accidentele pathogeen bij de mens
- ontwikkeld tot biologisch wapen
- VIRULENTIEFACTOREN
➔ kapsel van poly-ү-D-glutaminezuur PGA: beschermd tegen fagocytose
➔ productie 3 niet toxische elementen: combinatie = toxisch
PA + EF → oedeem toxine
PA + LF → lethaal toxine
porie vorming door PA
- PA = B gedeelde: binden op receptor in endotheel van bv→ door gastheer
protease geknipt worden tot PA63: kan associëren tot hepta/octameer =
preporie
- PA63 preporie bindt met EF/LF A gedeelte → opgenomen in endosoom →
gaat verzuren → conformatieverandering PA63 → LF/EF vrijzetten cytosol
- EF: calmoduline afh adenylaat cyclase
ATP → cAMP (=eu cel)
cAMP ^ Cl efflux ^ Na/K influx omlaag → oedeem door water opvolging
- LF: zink afh protease
splitst MAPK→ signaal van mitogen niet doorgeven die normaal zorgt voor
celdeling → cel weet niet wanneer die moet splitsen→ celdood
- INFECTIES
➔ cutane antrax (1) - 95%
invasie spore via wond → locale infectie eventueel uitbreiden naar lymfeknoop
→ zweervorming omgeven door vesikels
blauwzwarte korst (celdood/LF) met oedemateuze (EF) rand (pijnloos)
80% spontane genezing
20% mortaliteit door uitbreiding naar andere organen
➔ inhalatie antrax (2) - 5%
inhalatie sporen → sporen gefagocyteerd door alveolaire MF→ tracheobronchiale
lymfeknopen → ontkieming sporen in lymfeknopen en snelle vermenigvuldiging bacilli
met massieve volumetoename van lymfeknopen
= MILTvuur: milt vergroot: sepsis → 100% mortaliteit
➔ gastrointestinale antrax (3)
sporen via besmet vlees → ontkieming in spijsverteringskanaal→ perforatie darm →
hemorragische (bloeding door darm) inflammatie → misselijkheid, overgeven en
koorts. Bloederige diarree/kots → sepsis → 100% mortaliteit
- PREVENTIE
vaccinatie vee
vaccinatie risicopatiënten
AB
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 2022THK. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.