100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting toegepaste micro economie $3.74
Add to cart

Summary

Samenvatting toegepaste micro economie

3 reviews
 632 views  19 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Bijna het hele boek Toegepaste micro economie, samengevat

Preview 5 out of 43  pages

  • Yes
  • June 14, 2015
  • 43
  • 2014/2015
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: MikeTemmink • 6 year ago

Translated by Google

good

review-writer-avatar

By: khaoulaasb • 6 year ago

review-writer-avatar

By: FabRav • 7 year ago

avatar-seller
Toegepaste micro-economie.


Hoofdstuk 1.

1.2

Ervaringsobject/materiële object: geeft aan welk deel van de werkelijkheid
onderwerp van studie is.
= de maatschappij ofwel volkshuishouding
Kenobject/formele object: zegt iets over de gezichtshoek van waaruit de
werkelijkheid wordt bestudeerd.
= geeft niet aan wat er wordt bestudeert maar hoe de werkelijkheid wordt
geanalyseerd.
 Perspectief van de relatieve schaarste.

- Individuele behoefte zijn het vertrekpunt voor economische analyse.
- Alle behoefte worden individueel ervaren.
- Complicatie individuele behoefte is dat zij soms interpedentie vertonen
 afhankelijk zijn van de behoefte die andere individuen hebben.
- Interpedentie is te onderscheiden in de invloed die de overheid op ons
uitoefent (opgelegde behoefte: leerplicht, verboden behoefte: Heroine
gebruik, ondersteunde behoefte: goede huisvesting, ontmoedigde
behoefte: roken) en de invloed van maatschappelijke gedragen,
normen en waarden (eerlijkhied, loyaliteit, plichtsbesef).
- Individuele behoefte worden gestimuleerd door gewoonte, intermenselijk
verkeer, reclame, overheidsbemoeienis, en normen en waarden.

Behoeftebevrediging: in je behoefte voorzien.
Materiële middelen: goederen.
Immateriële middelen: diensten.
Consumptiemiddelen: bevrediging op directe wijzen behoeften.
Productiemiddelen/productiefactoren: goederen en diensten worden
geschikter gemaakt voor consumptie.
Natuurlijke hulpbron: grond
Kapitaalgoederen: machines

- Veel behoeften blijven onbevredigd omdat de middelen schaars zijn in
verhouding tot de behoeften.
- Vrije goederen  water in de rivier
- Omstandigheid van relatieve schaarste is een noodzakelijke, maar geen
voldoende voorwaarde voor het bestaan van een economisch probleem.
- Alternatieve bruikbaarheid van de relatief schaarse middelen is een
tweede, eveneens noodzakelijk omstandigheid die economische problemen
kenmerkt.
- Voor zo’n economisch probleem is rangschikking van behoeften naar mate
van intensiteit vereist. (behoeftehiërarchie, voorkeursordening,
behoefteschema)

Economie: de wetenschap die een bepaald aspect van het menselijk gedrag
bestudeert, voorzover dat wordt beheerst door de spanning tussen rangschikbare

,behoeften of doeleinden enerzijds en relatief schaarse, alternatief bruikbare
middelen anderzijds.



1.3

- Productie is erop gericht de relatieve schaarste terug te dringen.
- Het doel van productie is zodanig met de relatieve schaarste om te gaan
dat (meer) behoeften worden bevredigt, en daarmee welvaart ontstaat.

Inkomen: hoeveelheid geld een persoon verwerft
objectief
Welstand: alle ter beschikking staande behoeftebevredigingsmiddelen.
Welvaart/nut: mate waarin iemand zijn behoefte kan bevredigen. Betreft dus de
persoonlijke gemoedstoestand die welstand (of het ontbreken daarvan)
teweegbrengt. Het gaat om de waardering dat verkregen inkomen.
In de eerste opvatting vormt het schaarste-aspect het scheidende subjecti
criterium tussen welvaart en welzijn. ef
In de tweede opvatting wordt het criterium van de alternatieve
bruilkbaarheid beslissend geacht voor het onderscheid tussen welvaart en
welzijn.
Welzijn: die subjectieve ervaringen waarvoor de opoffering van relatief schaarse
middelen niet nodig is, dan wel schaarste-ervaringen die niet zijn te beïnvloeden
of te beheersen door de beschikbare middelen op alternatieve wijze in te zetten.

Formele welvaartsbegrip: Wat welvaart is, wat behoeften bevredigt, maken
mensen zelf wel uit.

1.4

- Relatieve schaarste aan middelen dwingt voortdurend tot kiezen.
- Door te kiezen in situaties van relatieve schaarste worden dus mogelijk te
bereiken doeleinden met daaraan verbonden baten opgeofferd.
- Op geofferde baten alternatieve kosten/ oppertunity costs

Allocatievraagstuk van de volkshuishouding: het probleem waarvoor de in
een volkshuishouding aanwezige schaarse middelen moeten worden gebruikt.
1. Wat moet er worden geproduceerd?
2. Hoe moeten de gewenste goederen en diensten worden geproduceerd?
3. Waar moeten de goederen en diensten worden geproduceerd?

Als productiefactoren in een volkshuishouding kunnen worden genoemd:
- De omvang en scholingsgraad van de beroepsbevolking
- Het aantal opgestelde machines en fabrieken en de kwaliteit daarvan.
- De hoeveelheid natuurlijke hulpbronnen (waaronder grond) en de kwaliteit
daarvan.

1.5

Allocatie: Afstemming tussen wens en mogelijkheid.

- Verschillende doeleinden staan in een concurrentieverhouding tot elkaar.
afruilrelaties

, - De allocatie is optimaal als de behoefte bevrediging niet kan worden
verbeterd door productiefactoren anders in te zetten.  allocatie is dan
zowel doelmatig als doeltreffend.

Doelmatig ofwel efficiënt: als het niet mogelijk is het resultaat van die
activiteit met de inzet van minder middelen tot stand te brengen.
Doeltreffend ofwel effectief: als er geen alternatieve manier is om beter in
behoeften te voorzien.



Hoofdstuk 2

2.1

Allocatieprobleem: Omdat niet alles mogelijk is moeten we kiezen
Naarmate meer van onze behoeften worden bevredigd, verbetert de allocatie,
neemt de relatieve schaarste af, en ervaren we meer welvaart.

Arbeidsverdeling verhoogt de totale productie en verbetert de allocatie, als er
tenminste wordt geproduceerd waar mensen behoefte aan hebben.

Economische orde: die maatschappelijke organisatie die ervoor zorgt dat er
een goede organisatie is van ieders activiteiten om vraag en aanbod op elkaar te
(blijven) laten aansluiten.

- Arbeidsverdeling
 Differentiatie: wanneer bepaalde bewerkingen uit het
productieproces verzelfstandigen in een aparte
bedrijfshuishouding. (Verticale richting)
 Integratie: als
Differentiati technisch op elkaar volgende
e bewerkingen worden verricht in
één en dezelfde
productiehuishouding.
 Specialisatie: dat een bedrijfshuishouding zich toelegt op de
productie van slechts één product of enkele nauw met elkaar
verwante producten. (Horizontale richting)
 Bedrijfstak/branche: groep bedrijven dat gelijksoortige
producten maakt.
 Parallellisatie: wanneer zeer verschillende bedrijven, bijv.
bakker, slager, groenteboer, door fusie of overname tot een
supermarkt worden samengevoegd.

Productiekolom A Productiekolom B


Integratie

, Parallellisatie



Specialisatie en differentiatie vergroten de productie maar maken mensen ook
van elkaar afhankelijk.

2.2

Beslissingsbevoegdheid kan worden ontleent aan traditie, mach, eigendom
en informatie.
- Macht: een specifieke vorm van invloed, namelijk die welke wordt
ondersteund door negatieve sancties.

Spreiding beslissingsmacht
- Concentratie en centralisatie: Wanneer de beslissingsmacht bij
verhoudingsgewijs weinig personen of organen is samengetrokken.
- Gedeconcentreerd en gedecentraliseerd: wanneer de
beslissingsmacht in gelijke mate verdeelt is over de betrokken organen of
personen.
- Concentratie en decentralisatie zijn bewegingen in horizontale
richtingen, namelijk samentrekking bij of spreiding over organen van een
zelfde hiërarchisch niveau.
- Centralisatie en deconcentratie zijn bewegingen in verticale
richting, te weten samentrekkingen op een hoger hiërarchisch niveau
respectievelijk spreiding over organen op een lager hiërarchisch niveau.
Ideaaltype:
- Verkeershuishouding: indien
Differentiati besluitvorming volledig
e gedecentraliseerd is.
- Centraal geleide
huishouding: beslissingsmacht
volledig gecentraliseerd bij één instantie.

Specialisatie 2.3 Specialisatie
Informatie over consumptie
wensen en
productiemogelijkheden is voor elk economisch subject onmisbaar.
Richting van informatiestromen loopt in een economische orde nauw samen
met de verdeling van de beslissingsbevoegdheden.
- Centraal geleide huishouding: informatie stromen lopen verticaal
- Verkeershuishouding: informatiestromen lopen horizontaal.
3 ideaaltypen van Informatiedragers, d.w.z drie taalsoorten die kenmerkend
zijn voor vier verschillende grondvormen van economische ordening:

, - Markthuishouding: informatie over consumptiewensen en
productiemogelijkheden worden uitgewisseld met behulp van Prijzen en
lonen. (informatie: Horizontaal, beslissingsmacht: gedecentraliseerd)
- Democratische huishouding: voorstellen doen en stemmenaantal.
(informatie: horizontaal, beslissingsmacht: gedecentraliseerd)
- Bureaucratische huishouding: consumptiewensen en
productiemogelijkheden worden geïnventariseerd door enquêtes en
productie- en consumptiebeslissingen overgebracht door opdrachten.
(informatie: verticaal, beslissingsmacht: centraal)
- Prijs manipulerende huishouding: prijzen en lonen. (informatie:
verticaal, beslissingsmacht: centraal).
2.4

Bij een ideaaltype van een markthuishouding worden alle economische
beslissingen volkomen decentraal genomen. Elke consument beslist,
onafhankelijk van anderen, wat en hoeveel hij aanschaft, elke producent beslist,
onafhankelijk van anderen, wat en hoeveel hij produceert.

Evenwicht: Als de vraag en aanbod op elkaar afgestemd zijn.
Bij ongewijzigde omstandigheden blijven vraag en aanbod van zowel melk als
bronwater dus in evenwicht.
Het effect van smaakverandering: consumenten verdringen elkaar voor
bronwaterprijs stijgt producent gaat meer produceren. Minder vraag naar
melkprijs melk daaltminder melk productie.
Het effect van veranderde productiemogelijkheden: giftige stof in melk
aanbod melk daaltaanbod tekort en vraagoverschotprijs van melk
stijgtconsumenten kopen alleen nog maar de hoognodige melk op de markt
voor melk ontstaat een nieuwe evenwicht

De prijsmanipulerende huishouding behoort tot de groep van centraal geleide
huishouding. Alle beslissingsbevoegdheden zijn gecentraliseerd bij één instantie,
het centraal planbureau.
Drietal taken:
- Zicht krijgen op de consumptiewensen en de productie mogelijkheden in
de volkshuishouding(economie)
- Plan opstellen waarin de productie- en consumptiedoelstellingen zijn
vastgelegd.
- Het eenmaal vastgestelde plan moet worden uitgevoerd, producenten en
consumenten ertoe brengen overeenkomstig het opgestelde plan te
handelen.
-
Smaakveranderingen en veranderde productiemogelijkheden: consument
meet bronwater bronwater in korte tijd uitverkocht Centraal planbureau
verhoogt prijzen bronwater en verlaagt die van melk producenten verhogen
bronwater productie, want door extra inkomen meer productiefactoren
aanschaffen melk minder productiefactoren aanschaffen.

Als het Centraal Plan bureau de prijswijziging doorvoert wordt de
smaakverandering van de consument door gegeven aan de producent.

Verschil markthuishouding en prijsmanipulerende huishouding: in een
markthuishouding zijn prijzen en lonen het resultaat van de gevraagde en
aangeboden hoeveelheden, terwijl in een prijsmanipulerende huishouding de

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kartikafauzi. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.74  19x  sold
  • (3)
Add to cart
Added