Boek Europees recht
H1
Staatssoevereiniteit:
• De overheid heeft de ultieme beslissingsbevoegdheid op het grondgebied van de
staat en is de enige die wet- en regelgeving kan opstellen. De overheid heeft
staatssoevereiniteit.
• Deze macht kan op 2 manieren worden beperkt:
1. Vrijwillig overdragen.
2. Onvrijwillig beperkt worden.
Waarom soevereiniteit overdragen?
• Een staat doet dit niet zomaar, want soevereiniteit is erg belangrijk voor een staat.
Wanneer het welzijn van de inwoners hier beter van wordt dan kunnen ze het wel
doen.
• De soevereiniteit van een staat kan ook onvrijwillig beperkt of ‘afgepakt’ worden.
• Bijv. In Irak toen militairen binnenvielen en de macht overnamen
Internationale organisaties:
• Twee soorten internationale organisaties:
1. Gouvernementele organisaties.
2. Non-gouvernementele organisaties.
Gouvernementele organisaties:
• Een samenwerkingsverband tussen staten.
• Oprichting gebeurt in een verdrag. Hierin vermelden de lidstaten de doelstellingen en
de middelen die de organisatie heeft om die doelstellingen te bereiken.
• Staten kunnen kiezen of en hoeveel soevereiniteit ze afstaan aan deze organisatie.
• Staan ze weinig of geen soevereiniteit af, dan wordt het een intergouvernementele
organisatie.
• Staan ze wel soevereiniteit af, dan wordt het een supranationale organisatie.
• De Europese Unie is een supranationale organisatie.
Non-gouvernementele organisaties:
• Een groep personen, onafhankelijk van staten en met een ideële doelstelling.
• Bijvoorbeeld het Rode Kruis, Amnesty International en het Wereld Natuur Fonds.
Belangrijke verdragen:
• Het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU).
• Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
• Handvest van Grondrechten van de EU.
Belangrijke doelstellingen EU:
• Vrede en welzijn.
,• Economische integratie zorgt voor verbondenheid en afhankelijkheid, waardoor
landen minder snel oorlog zullen voeren met elkaar.
• Het creëren van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.
• Burgers van de EU mogen over het algemeen in alle lidstaten verblijven om te
werken, studeren of wonen. De Eu zorgt voor beleid dat grensoverschrijdende
criminaliteit bestrijdt.
• Het oprichten en voltooien van de interne markt.
• Zorgen voor meer handel tussen de lidstaten en meer integratie van de nationale
markten. Niet alleen economische doelen, maar ook het milieu en bijv. Gelijkheid
tussen mannen en vrouwen.
• Het instellen van een Economische en Monetaire Unie (EMU).
• Europese Centrale Bank (ECB) is verantwoordelijk voor het monetaire beleid in de
EU. Denk hierbij aan de gezamenlijke munt. De nationale banken met de ECB
samen is het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB).
• Het beschermen van mensenrechten.
• Bijvoorbeeld het Europees hof van Justitie om te oordelen over schendingen van
mensenrechten, of het verstrekken van ontwikkelingshulp aan buurlanden van de
EU
Instrumenten voor de doelstellingen:
• Negatieve integratie.
• De EU gaat over tot het uitvaardigen van verboden. (Je mag niet ….)
• Positieve integratie.
• De EU gaat over tot het uitvaardigen van geboden. (Je moet ….)
Interne markt:
• Drie onderdelen:
1. Regels op het gebied van vrij verkeer.
2. Verbod op staatssteun.
3. Mededingingsrecht.
Vrij verkeer:
• In de Eu geldt vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal.
• Handelsstroom tussen lidstaten mag niet belemmerd worden.
• Lidstaten mogen niet meer verbieden dat een product uit een andere lidstaat
verkocht wordt.
Staatssteun:
• Een staat mag geen subsidie verlenen aan een bedrijf, zodat deze goedkoper kan
produceren. Dit kan de interne markt schaden en is dus verboden.
Mededinging:
, • Bedrijven mogen onderling geen afspraken maken over prijzen etc. Dit is
kartelvorming en dit mag niet.
• Bedrijven met een machtspositie mogen hier geen misbruik van maken door
bijvoorbeeld hun prijs te verhogen.
Voor- en nadelen interne markt:
• Voordelen:
• Grote afzetmarkt van goederen en diensten.
• Arbeidsmarktperspectieven worden vergroot.
• Grote kans voor ondernemers.
• Landen gaan zich specialiseren in waar ze goed in zijn.
• Veel concurrentie, dit zorgt voor een lagere prijs en betere kwaliteit.
• Uitbreiding van keuzemogelijkheden.
• Nadelen:
• Lidstaten hebben heel beperkt de ruimte om maatregelen te nemen die de eigen
economie en de verkoop van nationale producten stimuleren.
• Bedrijven kunnen last hebben van de vele concurrentie.
• In de ene lidstaat zijn de lonen lager dan de andere, waardoor de productie
goedkoper kan zijn.
• Nederlandse medewerkers worden ontslagen, omdat het goedkoper is om een fabriek
in Polen te zetten en daar mensen aan te nemen.
• Lidstaten zijn afhankelijk van elkaar, als er 1 wegvalt wat dan?
De EU kent veel beginselen, een aantal basisbeginselen:
Beginsel Betekenis Voorbeeld Artikel
Loyale Samenwerking Lidstaten handelen niet in NL mag geen wet Art. 4 lid 3
strijd met het verdrag en aannemen die het vrij VEU
gehoorzamen het EU- verkeer van goederen
recht belemmert
Attributiebeginsel EU slechts bevoegd als Art. 38 VwEU: Art. 5 lid 2
daarvoor een grondslag in mogelijkheid tot VEU
het verdrag staat beleidsontwikkeling op het
gebied van landbouw
Subsidiariteitsbeginsel De lidstaten bepalen Regels tegen Art. 5 lid 3
zoveel mogelijk zelf. Pas luchtverontreiniging VEU
als het beter gezamenlijk
geregeld kan worden is de
EU bevoegd
Evenredigheidsbeginsel Voor het bereiken van een De Nederlandse overheid Art. 5 lid 4
doel moet altijd het minst mag een product niet VEU
ingrijpende middel worden verbieden, maar mag wel
gekozen een waarschuwing op het
etiket verplichten.
Gelijkheidsbeginsel Discriminatie op grond van De Nederlandse overheid Art. 18 VwEU
nationaliteit is verboden mag personen uit andere
lidstaten niet anders
behandelen dan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daphnecoenen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.