KINDERPSYCHIATRIE
Begrip stoornis is een zwaar geladen term, zeker als je weet dat maar 20% van de
bevolking (en dus ook van de jongeren) ‘een stoornis’ heeft.
1 Kinder- en jeugdpsychopathologie
In de praktijk houdt men zich bezig met praktijken die betrekking hebben op
psychiatrische beelden van 0-18 jaar. Toch kan het zijn dat een kind al onder de
volwassenpsychiatrie valt of een volwassenen onder de kinderpsychiatrie.
Er is een leeftijdsafhankelijke nosologie en classificatie:
» 0-5j: DC 0-5
» 6-18j: DSM-5
De beschrijvingen van problemen die zich voordoen bij het kind worden nooit
bekeken puur gericht op het individu, maar er wordt ook gekeken naar de
uitwisseling met de omgeving etc. Dit maakt de kinderpsychiatrie =
gezinspsychiatrie.
1.1 Gedeelde domeinen met de volwassenpsychiatrie
Transitiepsychiatrie: psychiatrie van de transitieleeftijd naar volwassenheid
(vanaf 8 jaar tot 23 jaar).
Peripartale psychiatrie: infantpsychiatrie; psychiatrie die, bij gezinnen met
moeilijkheden op psychisch vlak, ingrijpt vanaf de geboorte van een kind binnen
kwetsbaar gezin.
KOPP: kinderen van ouders met psychiatrische problemen.
Kindreflex: mechanisme dat men als hulpverlener moet gebruiken bij
volwassenen met psychiatrische problemen.
Bij het Kindreflex moet zich voortdurend afvragen ‘wat is de impact van dat kind op
de ouder?’.
Kinder- en volwassenpsychiatrie komen eigenlijk op hetzelfde neer, maar vragen een
andere taal etc. De volwassenpsychatrie is ondertussen opgedeeld in een 2 e domein,
namelijk de ouderenpsychiatrie.
1.2 Ontwikkeling centraal
Hersenontwikkeling heeft veel impact op wat er nog aan het ontstaan is en het is
bepalend voor hoe je kan inspelen op bepaalde dingen.
We zijn ook voortdurend bezig met de nature-nurture transactionaliteit. De
hersenen (die dingen van nature al vastleggen) staan in wisselwerking met de
1
,omgeving. Gen-omgevinginteracties zijn dus bepalend. ‘Use it or lose it’: als je op
bepaalde momenten in je leven bepaalde ervaringen niet opdoet, kan je die later veel
moeilijker/ niet meer ontwikkelen.
De domeinen van ontwikkeling zijn:
» Psychomotorisch: bewegen in wereld
» Socio-emotioneel: relaties met anderen en communiceren via emoties
» Cognitief: intellectueel
» Moreel: geweten, waarden & normen
» Identiteit: integratie van alle domeinen waarbij je eigen persoon vormt met
eigen waarden & normen, keuzes, …
1.3 Context
Witte kader geeft weer waarin kinder- en volwassenpsychiatrie verschillen: vooral de
context.
» Instrumentarium: jongeren cognitief nog niet op zelfde niveau als
volwassenen
» Interventies: kinderen anders benaderen (volwassenen vooral één-op-een-
gesprekken; kinderen meer via spel, via ouders/ school, …)
COS: centra voor ontwikkelingsstoornis.
CAR: centra voor ambulante revalidatie.
CLB: centra voor leerlingenbegeleiding.
CGG: centra voor geneeskunde en gezondheidszorg.
MFC: multifunctionele centra (jeugd- of gehandicaptenzorg).
BJZ: bijzondere jeugdzorg
VK: vertrouwencentrum
RCA: referentiecentrum voor autisme
Juridisch is het vaak de jeugdrechter die oordeelt over jongeren. Rechtspositie van
een kind is anders dan die van een volwassene. Kinderen kunnen zo goed als nooit
schuldig worden gesteld (wel sancties).
Netwerken rechtsvanonder worden door de overheid los van de netwerken voor
volwassenen bestuurd via de Gids voor Hervormingen van de gezondheidszorg.
2 Historiek
2
,Kinder- en jeugdpsychiatrie is iets jonger dan de volwassenpsyhciatrie. Dit heeft te
maken met de nieuwe positie van kinderen binnen de maatschappij.
2.1 Grieken
De Grieken vonden dat kinderen kwetsbaar zijn (≠ mini-volwassenen) en hebben
bescherming nodig. Iets later legt Plato al een link tussen opvoedingsextremen en de
mogelijke gevolgen ervan:
verwenning prikkelbaarheid
tirannie somberheid
2.2 Middeleeuwen (500-1500)
In de Middeleeuwen is er wat ambivalentie t.o.v. het kind.
kleine volwassene kind
blijken ook speelgoed te hebben, wat
kleine volwassene met economische wijst op een andere manier van het
waarde: werden gezien als goedkope doorbrengen van vrije tijd
arbeidskrachten disciplinering en tuchtiging t.o.v.
kinderen
2.3 Verlichting
In de 18e eeuw had men de Verlichting. Zo zei Rousseau in zijn boek Emile dat:
» opvoeding en onderwijs belangrijker zijn dan het economische nut
» men moet ontwikkelingsgericht leren
2.4 Eerste kinderpsychiatrische behandeling
In 1801 stelde Itard een Mémoire et Rapport sur Victor de l’Aveyron op. Victor was
een wild kind en onderging 5 jaar opvoedingstraining. Hij heeft na die 5 jaar geen taal
verworven, maar is wel wat gesocialiseerd.
Er ontstond een discussie tussen Itard en Pinel over aanleg opvoeding en nature
nurture en in hoeverre je dus via opvoeding kon inspelen op dingen.
2.5 Eerste kinderpsychiatrische beschrijvingen
Heinrich Hoffman schrijft in 1845 ‘der Struwwelpeter’. Dit waren gedichten over hoe
misgedragingen leiden tot nefaste consequenties/ kinderpsychiatrische problemen. In
zijn beschrijvingen leek het alsof het kind hier zelf had voor gekozen en meestal liep
het slecht af.
De eerste echte psychiatrische beschrijvingen vinden we terug bij Freud en zijn
psychoanalytische beschrijvingen over Hans (zoon van Max Graf). Hij geeft
adviezen van hoe hij moet omgaan met zijn kind. Het kind had:
» Oedipus-complex
» Castratieangst
» Agressie naar pasgeboren zusje
3
, » Fobie voor paarden
2.6 Eerste leerboeken van kinderpsychiatrie
1925, Italië 1926, Duitsland 1985, Nederland
S. De Sanctis
Neuropsichiatria Infantile
2.7 Eerste hulpverleningcentra
3 Classificatie van kinder- en jeugdpsychiatrie
3.1 Van DSM-IV naar DSM-V
Het DSM-handboek wordt gebruikt als ordeningssysteem. DSM doet soms aan
lumping1 of aan splitting. Vroeger was er een hoofdstuk “Disorders Usually First
Diagnosed in Infancy, Childhood or Adolescence” waarin er de meeste
kinderpsychiatrische stoornissen stonden. Men is hier vanaf gestapt omdat de
splitsing tussen kinderen en volwassenen te ingewikkeld was.
Binnen bepaalde hoofdstukken is er wel nog een soort van ontwikkelingschronologie.
De eerste die men beschrijft treden op op jongere leeftijd en die erna op latere
leeftijd.
Vb.: angststoornissen:
» Separatieangststoornis » Paniekstoornis
» Selectief mutisme » Gegeneraliseerde angststoornis
» Specifieke fobie » Angststoornis door middelen
» Sociale angststoornis
Er zijn ook 2 nieuwe hoofdstukken toegevoegd:
» Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
» Disruptieve, Impulscontrole en Gedragsstoornissen
1
samenvoegen van categorieën
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samenvattingenpw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.45. You're not tied to anything after your purchase.