- Examen 17/20
- Theorie in vragen uitgewerkt, Q&A vorm (alle mogelijke)
- De mogelijke consolidatiemethodes en 5 grote stappen verwerkt - inclusief intragroepstransancties (IGT) op 3 pagina's
- Kort en bondig, met kleur gewerkt om correcties gestructureerd naar een volgend boekjaar over te dr...
4) Verbonden ondernemingen? Wat is controle? Welke soorten onderscheid men?
5) Verklaar volgende termen: a) gezamenlijke controle/joint venture , b) consortium c) post/pré-
acquisitie, d) verschil tussen een verordening en een richtlijn
6) Kleine (beperkte groepen moeten in België geen geconsolideerde jaarrekening opstellen. Wanneer is
een groep klein/beperkt? Zijn hierop uitzonderingen? (Alle andere zijn grote groepen)
7) Welke dochtervennootschappen moeten in België niet worden geconsolideerd?
8) Wat is sub consolidatie? Wanneer is een vrijstelling van sub consolidatie niet toegestaan?
9) Verschil tussen enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening (EJR/GJR)?
10) Opsplitsing/verwerking duurzame aandelen in de geconsolideerde jaarrekening (GJR)?
11) Verband tussen controlepercentage en consolidatiemethode?
12) Welke soorten consolidatieverschillen onderscheid men? Wat is een NTCV? Geef de oorzaken hiervan
13) Door aandelen te waarderen tegen hun historische kostprijs (ipv volgens vermogensmutatiemethode)
wordt winstmanipulatie uitgesloten. Is dit correct? Bespreek.
16) Wat is het verschil tussen een rechtstreekse en onrechtstreekse deelneming? Geef dit weer via een
voorbeeld
17) Wat is het verschil tussen het belangenpercentage en het controlepercentage?
18) Wat is een gekruiste en circulaire deelneming?
1
, CONSOLIDATIE VAN DE JAARREKENING – VUB
1) Verschil tussen geldbeleggingen (GB) en financiële vaste activa (FVA)?
Het verwerken van aandelen obligaties, verhandelbare effecten, plaatsing geld op een termijnrekening kan
men in de enkelvoudige balans verwerken als. Cruciaal is de duurzaamheid van de belegging:
1) GB: niet duurzaam, intentie/verwacht om de effecten binnen het jaar in geld om te zetten.
a. Termijnrekening en eigen aandelen = altijd GB, zelfs indien > 1 jaar. Dienen niet om een
duurzame band te schappen
b. Aandelen, obligaties, effecten (in andere ondernemingen) ≤ 1 jaar
AOE 2) FVA: Intentie om op duurzame wijze geldmiddelen te verstrekken (> 1 jaar)
a. Aandelen, obligaties, effecten (in andere ondernemingen) > 1 jaar
2) Bespreek de krachtlijnen van de waarderingsregels voor tijdelijke en duurzame beleggingen in aandelen
1) Tijdelijke beleggingen/investering (Klasse “51 Aandelen”):
a) GB: intentie om effect ≤ 1 jaar te behouden
b) Waardering effecten tegen hun aanschaffingswaarde (AW) (aanschaffingsprijs of
inbrengwaarde) en tegoeden bij banken tegen hun nominale waarde.
c) Lower-of-cost-or-market regel:
- WA↓ indien de realisatiewaarde lager (lagere marktwaarde) is dan de voorheen
geboekte AW, indien de realisatie waarde hoger dan de AW voeren we geen aanpassing
uit. We moeten de vroeger geboekte WA↓ wel terugnemen in dit geval.
- Het gaat hier over geboekte WA↓ (“519” rekening). Bij verkoop van deze aandelen tegen
een hogere prijs dan de AW boekt men wel een MW↑ op realisaDe GB (“752”rekening)
=> Schommeling in waarde na verwerking waarde in de BH aanpassing indien de waarde <
AW: WA↓, indien waarde > AW ≠ boeken, AW = maximumwaarde
2) Duurzame beleggingen/investering: FVA: intentie om effect > 1 jaar te behouden “Klasse 2“
a) Waardering aandelen/obligaties tegen aanschaffingswaarde (AW)
b) Regels waarde-aanpassing verschillen: Versoepeling Lower-of-cost-or market regel:
- Lagere marktwaarde: enkel WA↓ indien deze duurzaam is.
- Herwaardering boven AW indien duurzaam
=> Duurzame WA↓ en herwaarderingen (Geen rekening met wat er op KT gebeurt)
3) Soorten/onderverdeling duurzame beleggingen/deelnemingen.
Duurzame beleggingen (meestal voor 1 jaar of langer) in aandelen of vastrentende effecten zoals obligaties
behandelen we als FVA. Binnen deze FVA boeken we de effecten op basis van de relatie die bestaat met
de onderneming die de effecten heeft uitgegeven. Het criterium dat we hanteren is de invloed op het
beleid van die onderneming:
1) Verbonden ondernemingen (280): > 50% van de stemrechten/aandelen = controle
2) Onderneming waarmee een deelnemingsverhouding bestaat (282): > 10% en < 50% aandelen.
Geen verbonden onderneming maar toch een deelnemingsverhouding.
3) Duurzame relatie (284): < 10% aandelen. Geen controle/invloed, effecten toch verworven met
het oog op duurzame ondersteuning van de bedrijfsuitoefening van de andere onderneming.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Goku007. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.84. You're not tied to anything after your purchase.