100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Handboek psychose H1, 2, 3, 6, 9, 11, 17, 18 (deeltoets 1), ISBN: 9789024422630 Masterclass Psychose en Prepsychotische Beelden $6.53   Add to cart

Summary

Samenvatting Handboek psychose H1, 2, 3, 6, 9, 11, 17, 18 (deeltoets 1), ISBN: 9789024422630 Masterclass Psychose en Prepsychotische Beelden

 31 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van de hoofdstukken 1, 2, 3, 6, 9, 11, 17, 18 (deeltoets 1).

Preview 3 out of 29  pages

  • No
  • H1, 2, 3, 6, 9, 11, 17, 18
  • February 19, 2022
  • 29
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Masterclass Psychosen en Prepsychotische Beelden Vrije Universiteit Amsterdam


Samenvatting Handboek Psychose

Hoofdstuk 1: Wat is psychose?
1.1
Wanen (Jaspers, 1963) = ideeën die (a) worden aangehangen met een onwaarschijnlijke
overtuigingskracht; (b) niet dmv logica zijn te beïnvloeden; (c) waarvan de absurditeit en
onjuistheid duidelijk zijn voor andere mensen
Primaire wanen = niet door gedachten gemedieerde verklaring
Secundaire wanen = wanen, gemedieerd door gedachten, die een verklaring zijn voor
gebeurtenissen

Theorie van Maher: waan is altijd gebaseerd op perceptuele aberraties (ontregeling in de
waarneming), waarvan sommige ervaren worden als een hallucinatie (betekenisgeving door
‘logisch redeneren’)
 Eendimensionale cognitieve theorie van de waan (wetenschappelijk ondersteund) ->
verklaring van gebeurtenissen
 Verklaart alleen wanen van mensen mét hallucinaties -> mensen met wanen
zonder hallucinaties verschillen niet van gezonde mensen in het ervaren van
perceptuele aberraties

Cognitieve tendensen bij wanen (-> niet volstrekt logisch proces zoals Maher veronderstelde):
 Datagathering bias of jumping to conclusions: bij wanen is er een probabilistische
redeneertendens, waardoor de persoon tot overhaaste conclusies komt
 Attributietendens: toeschrijven van negatieve uitkomsten aan anderen (externe
gepersonaliseerde attributiestijl)
 Selectieve aandacht: voor gevaar
 Metacognitieve tendensen

1.3
Wanen en hallucinaties zijn niet goed te onderscheiden van meer alledaagse bijzondere en
opmerkelijke ervaringen -> onderliggend continuüm

Perceptuele aberraties zijn normaal -> pas bij disfunctionele cognities, vermijding en
gehoorzamen aan stemmen ontstaat psychose

Stadiëringsmodel: elk stadium kent eigen karakteristieken, andere behandelinterventies en
andere prognose
Stadium 0
Stadium 1a: psychotic-like experiences
 Educatie over dopaminesensitisatie, vermijden preoccupatie, normaliseren PLE,
benadrukken hulp zoeken bij verergering
 Geen lijdensdruk
Stadium 1b: ultra high risk (UHR)
 CGT met educatie en training rond cognitieve tendensen (3 jr monitoring)
 Redelijk goede prognose
Stadium 2: 1e psychotische episode
 Farmacotherapie voor beperkte tijd en CGT
 Prognose matig
 Wezenlijk verschil in geïndiceerde interventie en prognose bij transitie van 1b
naar 2

,Masterclass Psychosen en Prepsychotische Beelden Vrije Universiteit Amsterdam


Stadium 3a: incomplete remissie
 Farmacotherapie (onderhoudsmedicatie), CGT, leren omgaan met blijvende symptomen,
opnamepreventie, multimodale familieondersteuning, compliance-ondersteuning,
gewichtsmonitoring
Stadium 3b: recurrence of relapse
 Naast bovengenoemde interventies: clozapine, metabole parameters monitoren
Stadium 3c: multipele relapsen
 Naast bovengenoemde interventies: crisisinterventieplan, voorkomen
heropnamen/sociaal-maatschappelijk verval/schade, ondersteunen mantelzorgers
Stadium 4: ernstig persisterende psychotische perioden met onvoldoende herstel om
remissiestatus te bereiken
 Naast bovengenoemde interventies: bemoeizorg en thuiszorg (ondersteuning wonen en
dagbesteding)

1.4
Psychoseachtige ervaringen (psychotic-like experiences: PLEs)
17% heeft minimaal 1 psychoseachtig symptoom, bij een hulpzoekende groep in de GGz
rapporteert 96% minimaal 1 PLE
Prevalentie: 7.2%
Incidentie: 2.5%
 Hoge incidentie en lage prevalentie impliceren dat 80% van PLEs van voorbijgaande
aard is en dat 7.4% van de groep met PLE een psychotische stoornis ontwikkelt

 8% van de bevolking heeft een echt psychotisch symptoom
 Bij 4% van de bevolking UHR, gemiddelde transitie van 18% binnen 6 maanden (900x
vaker dan willekeurig persoon uit de bevolking), 22% binnen een jaar, 29% binnen 2
jaar en 36% na 3 jaar of langer -> daarna vlakt de curve af en na 10 jaar geen verhoogd
risico meer
 Meerderheid UHR herstelt zonder ingrijpen -> mensen met een 1e psychose herstellen
minder goed dan mensen met UHR
 Max 20% maakt een eenmalige psychotische episode door, anderen hebben recidiverend
beloop
 UHR of ARMS is geen pluripotente risicofactor die ook andere stoornissen naast
psychose voorspelt

Kritiek continuüm
 Mogelijk verschillen PLEs kwalitatief van een psychose -> discontinuïteit in de
verschijnselen
 Belangrijk om ‘uitkomst’ te onderscheiden van het ‘continuüm’ van een risicofactor: laag
zelfbeeld is een normaal verdeelde risicofactor -> psychose is een dichotome uitkomst
die waarschijnlijker wordt naarmate het zelfbeeld lager is

Verschil psychiatrische en niet-psychiatrische stemmenhoorders (auditief-verbale hallucinaties
identiek in vorm en frequentie)
 Inhoud stemmen: vriendelijk, neutraal (positief) vs kwetsend, commanderend en
becommentariërend (negatief)
 Lijdensdruk (mede bepaald door inhoud stemmen)
 Betekenisverlening: goedwillend vs kwaadwillend (-> onafhankelijke bijdrage aan
depressie en angst)

, Masterclass Psychosen en Prepsychotische Beelden Vrije Universiteit Amsterdam


1.5
At risk mental state (ARMS) en ultra high risk (UHR) worden door elkaar gebruikt
- ARMS: mentale status
- UHR: groep mensen met risico

3 subgroepen UHR:
1. Familiale belasting en verval in functioneren
 1e graads familielid met psychose of persoon zelf heeft een schizotypische
persoonlijkheidsstoornis
2. Subklinische psychotische symptomen (grootste subgroep)
 Minimaal eens per maand langer dan een uur of minstens 3-6x per week korter
dan een uur (niet langer of frequenter, want dan is het een psychose)
3. Kortdurende psychose van minder dan een week die vanzelf in remissie is gekomen
 Minimaal 3-6x per week langer dan een uur of minimaal dagelijks korter dan een
uur

Er zijn verschillende dopaminebanen in de hersenen en daarvan is de mesolimbische
geassocieerd met psychose
 Zowel genen als omgeving (kindertrauma, migratie) kunnen leiden tot toegenomen
dopaminesensitiviteit: presynaptisch meer aanmaak dopamine en bij stress meer
dopamine vrijgelaten in synaptische spleet
 Dopaminesensitiviteit al bij UHR-patiënten en neemt toe bij overgang van UHR
en psychose

Nieuwe stimuli -> dopamine neemt toe -> stimuli worden saillant (opvallend) -> stoppen
waarmee je bezig bent en aandacht wordt verschoven naar nieuwe stimuli -> stimulus wordt
vergeleken met inhouden in het geheugen om tot herkenning van de situatie te komen ->
respons (bv toenadering of vluchten)
 Op psychisch niveau: stimulus krijgt een persoonlijke betekenis -> zegt iets over jou en
over wat je moet gaan doen

Cognitieve tendensen geassocieerd met verhoogde dopaminesensitiviteit:
 Springen naar conclusies (jumping to conclusions JTC): op grond van weinig informatie
een stellige conclusie trekken, vertrouwen in de correctheid is hoog
 Geassocieerd met wanen, niet met hallucinaties -> transdiagnostisch gekoppeld
aan wanen en ernst van stoornis
 Dosis-responsrelatie tussen erfelijke belasting en JTC
 Meest naar minst: schizofrenie -> 1e graads verwanten ->
psychoseachtige ervaringen -> normale controles
 20% van algemene bevolking heeft een verhoogde JTC-tendens (in die
groep ook meer paranoïde gedachten)
 JTC gaat samen met hulp zoeken en hulpbehoevendheid bij psychose
 JTC is sterk geassocieerd met: bias against disconfirmatory evidence
(BADE), bias against confirmatory evidence (BACE) en liberal acceptance
(LA, snel verklaring accepteren zonder nader onderzoek) -> alle 4
cognitieve tendensen geassocieerd met wanen en transdiagnostisch
 Als patiënten door behandeling met medicijnen minder paranoïde wanen
hadden, werd dit gemodereerd door mate van JTC
 Bronmonitoringstendens (source monitoring bias): geheugeninhoud, gedachten en
uitspraken van zichzelf toeschrijven aan anderen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meiyidejong. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.53. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78252 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.53  4x  sold
  • (0)
  Add to cart